Toename agressie via sociale media tegen politieke ambtsdragers
De Monitor Integriteit en Veiligheid is een periodiek onderzoek naar agressie, geweld en integriteit in het decentraal bestuur dat I&O Research heeft uitgevoerd in samenwerking met Bureau BING. Opdrachtgever van het onderzoek is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Steeds meer verbale agressie
De toename betreft vooral gevallen van verbale agressie, zoals schelden, kwetsen en discriminerende en kleinerende opmerkingen. Een derde van de politieke ambtsdragers werd hiermee in het afgelopen jaar een of meerdere keren geconfronteerd. In 2014 lag dit percentage nog op 18 procent. Er is verder een toename van het aantal bedreigingen en intimidaties: van 10 procent in 2014 naar 16 procent in 2020. Twee procent van de politieke ambtsdragers had te maken met fysiek geweld. Dit percentage is sinds 2014 stabiel.
Tekst loopt door onder figuren.
Het aantal agressieve uitingen per e-mail, brief of telefoon en ook fysieke agressie is sinds 2014 vrijwel onveranderd. Wel zien we een forse toename van agressie via sociale media. In 2014 had 3 procent van de politieke ambtsdragers hiermee te maken en inmiddels is dit gestegen tot 16 procent. Bijna de helft van alle agressieve, bedreigende of intimiderende uitingen aan het adres van politieke ambtsdragers vindt zijn weg via sociale media. Parallel aan deze ontwikkeling zien we dat het aantal ‘minder ernstige’ incidenten (in de ogen van betrokkenen) sterker stijgt dan het aantal ernstige of zeer ernstige incidenten.
Tekst loopt door onder figuur.
Stikstofcrisis en boerenprotesten
De gesignaleerde trends zijn zichtbaar bij alle drie bestuurslagen binnen het decentraal bestuur en ook bij alle functiegroepen. Naast de laagdrempeligheid van sociale media zien politieke ambtsdragers een algemene verruwing van de omgangsvormen in de maatschappij als verklaring. In het afgelopen jaar is een opvallend sterke toename te zien van agressieve bejegening van bestuurders en volksvertegenwoordigers bij provincies en waterschappen. Als verklaring wijzen betrokkenen naar de stikstofcrisis en de daaraan gelieerde boerenprotesten.
Persoonlijke gevolgen
Vier op de tien politieke ambtsdragers die worden geconfronteerd met agressie of geweld ervaren hiervan nadelige effecten, met name als zij een ernstig incident meemaken. Dit is omgerekend 15 procent van alle politieke ambtsdragers. Het meest genoemde effect is een afname van het werkplezier. Ook zijn er naar verhouding meer politieke ambtsdragers die aangeven dat agressie en geweld van invloed is op het eigen gedrag. Zo geeft één op de zes betrokkenen aan dat zij voorzichtiger zijn geworden in de omgang met burgers.
Effect op besluitvorming
Agressief of bedreigend gedrag van burgers kan behalve op persoonlijk niveau ook van invloed zijn op de besluitvorming. Acht procent zegt dat het risico om geconfronteerd te worden met agressie of geweld de eigen beslissingen beïnvloedt en zes procent geeft aan weleens te hebben overwogen om te stoppen met het uitoefenen van zijn of haar ambt vanwege agressie en geweld. In vergelijking met 2018 hebben politieke ambtsdragers er iets minder vertrouwen in dat collega’s hun standpunten niet laten beïnvloeden door agressie en geweld.
Weinig aandacht voor omgang met sociale media
De organisaties in het decentraal bestuur spelen in beperkte mate in op de toename van verbale agressie en intimidaties via sociale media. De huidige aanpak is vooral gericht op het voorkomen, registreren en opvolgen van (zwaardere) incidenten, zoals bedreiging of fysieke agressie. Veel uitingen van (verbale) agressie worden als minder ernstig ervaren en bevinden zich in een grijs gebied. Hiervoor is veel minder aandacht vanuit de organisatie. Politieke ambtsdragers die met agressie te maken krijgen, proberen het zelf op te lossen en/of menen dat de incidenten bij het vak horen.
Bij de meeste organisaties worden vooral de ernstige incidenten van fysieke agressie of bedreiging besproken en geregistreerd. Er is doorgaans maar beperkt zicht op aard, omvang en gevolgen van de toenemende stroom van verbale agressie via met name sociale media
Vermoedens van niet-integer gedrag stabiel
In het tweede deel van het onderzoek stond het integriteitsbewustzijn van politieke ambtsdragers en de perceptie van de naleving van integriteitsregels centraal. In vergelijking met 2016 zijn er nauwelijks verschillen in de mate waarin politieke ambtsdragers zich in de ogen van hun collega’s houden aan de regels van integriteit. Op de vraag welke vormen van niet-integer gedrag politieke ambtsdragers bij hun collega-ambtsdragers (menen te) zien, wordt belangenverstrengeling het meest genoemd. Verder noemt men het misbruik maken of niet vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie en het meestemmen over zaken met persoonlijk belang. Ondanks een toename van vermoedens van niet-integer gedrag bij waterschappen komen ze daar minder voor dan bij provincies en gemeenten.
Vooral aandacht voor integriteit rond verkiezingen
Het integriteitsbeleid is doorgaans goed verankerd binnen organisaties in het decentraal bestuur. De aandacht concentreert zich rond de verkiezingen. In vrijwel alle organisaties is het gebruikelijk om bij kandidaat-bestuurders een risicoanalyse uit te voeren op mogelijke integriteitsrisico’s. In het geval van volksvertegenwoordigers ligt deze verantwoordelijkheid primair bij de politieke partijen die de kandidatenlijst opstellen. Na de installatie van de politieke ambtsdragers neemt de aandacht voor integriteit en het integriteitsbeleid gedurende de verdere ambtsperiode doorgaans af.
Hoewel de meeste organisaties naar eigen zeggen periodiek aandacht hebben voor integriteit en morele bewustwording, blijkt dat de organisaties sterk van elkaar verschillen wat betreft het aantal en type concrete acties op dit gebied.
Onderzoeksverantwoording
De Monitor Integriteit en Veiligheid geeft inzicht in de mate waarin politieke ambtsdragers in het decentraal bestuur te maken krijgen met agressie en geweld door burgers en de wijze waarop hier beleidsmatig mee wordt omgegaan. Daarnaast geeft de monitor inzicht in het integriteitsbewustzijn van politieke ambtsdragers en de mate waarin integriteitsregels door hen worden nageleefd. Begin 2020 is een nieuwe meting van deze monitor uitgevoerd.
Het onderzoek richtte zich op gemeenten, provincies en waterschappen (het decentraal bestuur) en bestond uit drie onderdelen:
- Een online enquête onder 3.060 politieke ambtsdragers (bestuurders en volksvertegenwoordigers), gericht op hun persoonlijke ervaring met agressie en geweld en het integriteitsbewustzijn. De enquête is uitgevoerd in februari en maart 2020. De respons was 27 procent.
- Een online enquête onder secretarissen en griffiers over het beleid om agressie en geweld te voorkomen en tegen te gaan, en de integriteit binnen de organisatie te bevorderen. Hieraan namen 194 gemeenten, 11 provincies en 12 waterschappen deel, een overall respons van 56 procent. De enquête stond eveneens in de periode februari-maart 2020 open.
- Verdiepende interviews met 36 organisaties in het decentraal bestuur, met voldoende spreiding naar organisatiegrootte en regio. Met deze interviews zijn de bevindingen uit de enquête getoetst en ervaringen uit de praktijk opgehaald. Er is gesproken met 54 ambtenaren, onder wie (gemeente)secretarissen, griffiers, coördinatoren integriteit of weerbaarheid en hr-adviseurs.
Het volledige rapport
Download hier het complete rapport als PDF.
Een vijfminutenversie van het rapport en alle factsheets zijn te downloaden via deze link.
Kamerbrief
De Kamerbrief waarin minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingaat op de Monitor Integriteit en Veiligheid 2020 is via deze link te downloaden.
Bronvermelding
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron (I&O Research en Bureau BING i.o.v. ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) duidelijk wordt vermeld.
BBZKMAG20
Jaap Bouwmeester
Senior onderzoeksadviseur
Laurens Klein Kranenburg
Senior onderzoeker