Na jarenlange daling neemt draagvlak voor Zwarte Piet licht toe
Klik hier voor het volledige rapport.
Sinterklaas is sinds 16 november in het land en net als in voorgaande jaren leidt dat tot een oplaaiing van de (zwarte) Piet-discussie. Om te meten hoe Nederlanders hierover denken, voerden we voor de zesde keer sinds 2016 een opinieonderzoek uit. Het onderzoek liep van zaterdag 9 tot en met maandag 11 november 2024. In totaal namen 1.129 respondenten deel aan het onderzoek.
Draagvlak voor Zwarte Piet nam jaren af
In 2016, toen we voor het eerst het draagvlak voor Zwarte Piet meten, waren Nederlanders duidelijk: ze wilden vasthouden aan Zwarte Piet. Twee op drie (65%) vonden destijds dat we moesten vasthouden aan de traditionele Piet en dat er geen schoorsteen- of gekleurde Pieten bij moesten komen. Veertien procent pleitte voor een mix van zwart, schoorsteen en gekleurd. In totaal dus 79 procent dat (deels) aan Zwarte Piet wilde vasthouden.
In de jaren die daarop volgden zeiden steeds minder mensen voorstander te zijn van een Sinterklaasfeest met een ‘zwarte’ Piet, de Piet zoals we hem vroeger kenden. In 2022 betrof dit 34 procent. Nog eens 25 procent pleitte voor een mix van Zwarte, Schoorsteen- en Gekleurde Pieten. Bij elkaar opgeteld vond 59 procent dus dat Zwarte Piet deel moest blijven uitmaken van het straatbeeld. Een forse daling van 20 procentpunt t.o.v. zes jaar daarvoor.
Minder Nederlanders pleiten nu voor mix
Nu zien we voor het eerst dat het aandeel voorstanders van alleen Zwarte Pieten is gestegen. Van 33 naar 38 procent. Maar, dat betekent niet dat er minder Nederlanders voor verandering naar anderskleurige Pieten zijn. Inmiddels pleit hier een derde (34%, geen significante wijziging t.o.v. vorige meting) voor. De groep die in omvang afneemt zijn de mensen die een mengvorm van Zwarte en anderskleurige Pieten voorstaan (van 25 naar 18%).
Figuur 1: Wat vindt u? Kunt u één van onderstaande uitspraken kiezen?[1]
Basis: gehele steekproef (n=1.229)
Simpson’s Paradox
Ten opzichte van de vorige meting in 2022 is het draagvlak voor alleen een Zwarte Piet onder de meeste kiezersgroepen sterk afgenomen of ongeveer gelijk gebleven. Toch is het totale aandeel dat pleit voor Zwarte Piet toegenomen. Dit komt doordat de groep PVV-kiezers (de groep die het vaakst voor behoud van Zwarte Piet is) beduidend groter is geworden in vergelijking met 2022. In de statistiek wordt deze ogenschijnlijke tegenstelling (een trend die zichtbaar is in subgroepen, maar verdwijnt of omkeert wanneer de groepen worden samengevoegd) ook wel Simpson’s Paradox genoemd.
Figuur 2: % dat kiest voor alleen traditionele Zwarte Piet (door de jaren heen, naar partijvoorkeur)
Duidelijke verschillen tussen stad en platteland
In 2016 waren ruime meerderheden in alle delen van het land – met uitzondering van de sterkst stedelijke gebieden – voor alleen zwarte Piet. Nu is alleen een meerderheid (57%) in de minst stedelijke gebieden daar nog voor.
Figuur 3: % dat kiest voor alleen een traditionele Zwarte Piet (naar mate van stedelijkheid)
Nederland lijkt discussie-moe
In algemene zin kan wel worden gesteld dat Nederlanders meer weerstand voelen over de discussie omtrent het uiterlijk van (Zwarte) Piet dan in 2022. Twee jaar geleden vond 37 procent het terecht dat het uiterlijk ter discussie stond. Nu nog maar 30 procent.
In 2016 was de weerstand duidelijk groter. Toen vond slechts 19 procent de discussie terecht.
Figuur 4: Wat vindt u ervan dat er nog discussie is over het uiterlijk van Zwarte Piet? Vindt u dat terecht of onterecht?
Basis: gehele steekproef (n=1.229)
Voorstander wil vasthouden aan traditie, tegenstander ziet discriminatie
Voorstanders van de zwarte Piet vinden dit een mooie traditie waar aan vast gehouden moet worden. Ze geven aan dat het gebruik in hun ogen geen racistische connotaties heeft en zouden het jammer vinden als dit element van het feest verloren zou haan. Een deelnemer omschrijft dit sentiment als volgt: “Nederlandse tradities moeten blijven zoals ze zijn. Als mensen zich gediscrimineerd voelen dan hebben ze pech. De oorsprong van het feest moet ook duidelijker worden.”
Tegenstanders beschouwen het gebruik wel als discriminerend, of begrijpen in ieder geval waarom donkere Nederlanders dit zo ervaren. Zo zegt iemand: “er zijn kinderen Zwarte Piet genoemd waar ik bij was!”
Er klinken ook verzoenende woorden: “Zwarte Pieten is een discussie voor mensen die zich hiervoor aangesproken voelen. Maar het hele Halloween-gebeuren is pas ergerlijk.”
Wie is voor Zwarte Piet? Wie pleit voor verandering?
Verschillende groepen in de samenleving denken verschillend over de toekomst van (de zwarte) Piet. Hoger opgeleiden pleiten veel vaker voor verandering (24% wil vasthouden aan een feest met alleen zwarte Pieten) dan lager (53%) en middelbaar opgeleiden (46%). Ook jongvolwassenen (van de 18-34 jarigen wil 33% alleen Zwarte Pieten) denken er anders over dan ouderen (65+, 47%).
Ook naar etnische achtergrond zijn er forse verschillen. Nederlanders van Surinaamse of Antilliaanse komaf zijn veel minder vaak voor behoud van Zwarte Piet (24%) dan Nederlanders zonder migratieachtergrond (39%) of met een westerse migratieachtergrond (45%.
Een op drie vindt verandering Zwarte Piet goede zaak
We legden enkele stellingen die een beeld door de tijd schetsen. Ongeveer de helft (53%) vindt dat Zwarte Piet bij een Nederlandse traditie hoort ‘waar je vanaf moet blijven’. Dat percentage is al sinds 2020 ongeveer gelijk. Een derde (32%) vindt het een goede zaak dat het uiterlijk van Piet verandert. Een flinke toename ten opzichte van 2018 (destijds was 17 procent hier hiermee eens), maar stagnatie ten opzichte van de voorbije twee metingen.
In 2020 was de helft (51%) van de Nederlanders er van overtuigd dat er over tien jaar (toen dus 2030) geen Zwarte Piet meer te zien zou zijn in Nederland. Inmiddels denkt men daar iets anders over. Ruim vier op tien (43%) denken dat er nu over tien jaar geen Zwarte Piet meer te zien is.
Figuur 4: % (helemaal) eens met stellingen
Basis: gehele steekproef (n=1.229)
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van zaterdag 9 tot maandagochtend 11 november 2024. Er was geen opdrachtgever. In totaal werkten 1.229 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Een deel (n = 215) deed mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren, lager opgeleiden en respondenten met een niet-westerse achtergrond.
Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.
[1] Antwoordoptie 1:. Het uiterlijk van Zwarte Piet moet blijven zoals het was (met zwarte huidskleur)
2. Er moet een mix zijn van Zwarte Pieten, Schoorsteen Pieten (met roetvegen) en pieten met een niet-huidskleur (zoals groen of blauw)
3. Het uiterlijk van Zwarte Piet moet geleidelijk veranderen (naar een Schoorsteen Piet met roetvegen)
4. Het uiterlijk van Zwarte Piet moet direct veranderen (naar een Schoorsteen Piet met roetvegen)
5. Het uiterlijk van Zwarte Piet moet helemaal veranderen (alleen nog pieten zonder schmink of een niet-huidskleur, zoals groen of blauw)
6. Piet moet helemaal worden afgeschaft (geen zwarte pieten of pieten met een niet-huidskleur)
7. Weet ik niet / geen mening
Opties 3 t/5 zijn in figuur 1 bij elkaar opgeteld.
Asher van der Schelde
Onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur