Meesten stemden probleemloos voor Provinciale Staten en waterschappen
Op 15 maart 2023 kon worden gestemd voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties evalueerde – net als anders – het verloop van de deze verkiezingen. I&O Research vroeg daarvoor stemmers en niet-stemmers naar hun ervaringen. Op 25 september werd de volledige evaluatie aangeboden aan de Tweede Kamer.
Informatiebehoefte vooral bij eerste keer stemmen
Voor de Provinciale Staten ging 59 procent van de kiesgerechtigde Nederlanders stemmen, 54 procent deed dat voor de waterschappen. Dat is iets meer dan in 2019, toen respectievelijk 56 en 51 procent ging stemmen.
De meeste kiezers wisten goed wat ze mee moesten nemen naar het stemlokaal (95%) en hadden dan ook geen behoefte aan extra informatie hierover (85%). Nederlanders die voor het eerst gingen stemmen (circa driekwart van hen is 18 of 19 jaar) hadden die informatiebehoefte soms wel: een kwart van hen (27%) had vóór de verkiezingen graag meer extra informatie over het stemmen willen krijgen.
Figuur 1: ‘Ik had vooraf graag meer informatie willen ontvangen over hoe het stemmen werkt’
Naar ervaring met stemmen. Basis: kiezers die in een stemlokaal gestemd hebben (n = 3.017).
Drukte in de avonduren
De stembureaus werden gedurende de hele dag in vergelijkbare mate bezocht. De wachttijd om te stemmen was echter het hoogst in de avonduren. Zo kon ’s ochtends vroeg 80 procent van de stemmers in één keer doorlopen naar het stemhokje, na 19:00 uur was dat maar 27 procent. De oplopende wachttijden worden waarschijnlijk deels verklaard door de storing in de stembureau-app waar sommige gemeenten aan het eind van de dag mee kampten.
Vervroegd stemmen weinig gemist
Bij de verkiezingen in 2021 (TK) en 2022 (GR) kon er vanwege corona niet alleen op woensdag, maar ook op maandag en dinsdag worden gestemd. Bij de afgelopen PS/WS-verkiezingen was vervroegd stemmen niet mogelijk. Twee derde van de kiesgerechtigden (67%) heeft het vervroegd stemmen niet gemist. Wel staat bijna de helft (46%) positief tegenover het idee om meerdaags stemmen in te voeren; Nederlanders die niet gingen stemmen wat vaker dan gemiddeld (60%).
Figuur 2: Bent u het eens of oneens met de volgende stellingen? (% (helemaal) eens)
Basis: alle kiesgerechtigden (n = 4.844), kiezers die in een stemlokaal hebben gestemd (n = 3.017), kiezers die iemand gemachtigd hebben (n = 157) en kiezers die niet hebben gestemd (n = 1.662).
Eén op vier stemde niet vanwege gebrek aan vertrouwen
Circa vier op de tien kiesgerechtigde Nederlanders stemden niet. Ruim een kwart van hen (27%) deed dat niet vanwege een gebrek aan vertrouwen in de politiek. Ook een gebrek aan interesse (17%) en tijd (16%) waren relatief vaak redenen om niet te gaan stemmen. Van degenen die geen tijd hadden om te stemmen zegt 28 procent ‘zeker’ en 36 procent ‘waarschijnlijk’ wel te gaan stemmen als dat ook op maandag of dinsdag kon; met meer verkiezingsdagen zou de opkomst daarom ca. 2 tot 4 procentpunten hoger kunnen zijn (als alle ‘zekere’ en ‘waarschijnlijke’ kiezers toch zouden stemmen).
Kleine groep had problemen met toegankelijkheid
De overgrote meerderheid van de stemmers (97%) kon in het stemlokaal probleemloos z’n stem uitbrengen. Twee tot drie procent ervoer wél een probleem. Problemen met de toegankelijkheid van het stemlokaal werden vooral veroorzaakt door onduidelijk aangegeven of ontoegankelijke looproutes. Problemen bij het uitbrengen van de stem ontstonden met name door het grote formaat van de stembiljetten.
Gebrek aan tijd en gemak belangrijkste redenen om te machtigen
Veertien procent van de Nederlanders die naar het stemlokaal gingen kreeg van iemand anders een volmacht. Meestal was dat omdat de ander geen tijd had om te stemmen, het makkelijker vond om te machtigen, of op de verkiezingsdag niet in Nederland was. Veruit de meeste stemmers die iemand machtigden vonden dit niet moeilijk om te doen (91%) en wisten ook precies wat ze hiervoor moesten doen (85%). De helft van degenen die iemand machtigden geeft aan ‘waarschijnlijk’ of ‘zeker’ niet gestemd te hebben zonder de optie van machtigen. Als deze mensen inderdaad niet hadden gestemd als stemmen via een machtiging niet mogelijk was, was de opkomst 1 tot 2 procentpunt lager geweest.
Onderzoeksverantwoording
Voor dit onderzoek is een online enquête uitgezet onder leden van het I&O Research Panel. De vragenlijst liep van vrijdag 17 maart tot woensdag 29 maart. In totaal werkten 4.844 Nederlanders van 18 jaar en ouder aan het onderzoek mee. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, regio en opkomst (wel of niet stemmen) bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023. Daarmee zijn de uitkomsten van het onderzoek representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking, wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Maartje van de Koppel
Onderzoeker
Milan Driessen
Onderzoeker