I&O-zetelpeiling: tevredenheid met kabinet op laagste niveau in drie jaar
Ten opzichte van de I&O-zetelpeiling van oktober zien we weinig verschillen. Ook in de I&O-zetelpeiling die liep van 12 tot en met 15 november komt de VVD als grootste uit de bus.
Waar wel (opnieuw) veranderingen te zien zijn, is de tevredenheid met (demissionaire) kabinet Rutte IV. Ruim zes op tien kiezers (63%) geven nu aan niet tevreden te zijn met het demissionaire kabinet. Het laagste niveau sinds februari 2019. Een op drie is nog wel tevreden.
Ook het vertrouwen in de landelijke overheid blijft (licht) dalen. Vooral niet-gevaccineerden en lager opgeleiden hebben weinig vertrouwen, maar het wantrouwen neemt de afgelopen maanden ook toe onder gevaccineerden en hoger opgeleiden.
Zetelpeiling: VVD blijft virtueel de grootste; daling D66 gestopt
In de I&O-zetelpeiling die liep van 12 tot en met 15 november komt de VVD opnieuw als grootste uit de bus. De liberalen staan nu op 33 virtuele zetels. Ten opzichte van de meting in oktober treden geen significante verschillen op.
De neergang van D66 die we sinds september zien is gestopt: D66 blijft staan op 15 zetels.
De PVV is virtueel de tweede partij, met 17 zetels. Daarna volgt een subgroep van GroenLinks, PvdA, SP, CDA, ChristenUnie, Volt, PvdD, met 10 tot 7 zetels. Partijen die in vergelijking met maart op duidelijke winst staan zijn BBB, Volt (beide 5 zetels), JA21 en ChristenUnie (3 zetels).
Tevredenheid met kabinet op laagste niveau in bijna 3 jaar
Ruim zes op tien kiezers (63%) geven aan niet (erg) tevreden te zijn met het demissionaire kabinet. Het laagste niveau sinds februari 2019. Een op drie is nog wel tevreden.
Aan het begin van de coronacrisis (maart 2020) schoot de tevredenheid van de kiezers omhoog, op het hoogtepunt was 67 procent zeer of tamelijk tevreden. Sinds november 2020 is er echter een gestage daling ingezet die nog geen halt is toegeroepen.
Wantrouwen in overheid neemt gestaag toe
Het percentage kiezers dat helemaal geen vertrouwen heeft in de landelijke overheid neemt nog altijd gestaag toe. Inmiddels rekent een op vijf kiezers zich tot deze groep. Ter vergelijking: in maart 2021 was dit nog niet eens een op tien.
Polarisatie neemt toe
Daarnaast zien we dat het wantrouwen in de overheid verder polariseert. Nog sterker dan tijdens de meting in oktober zien we dat wantrouwen vooral voorkomt op de politieke flanken. Met name op de rechterflank (PVV, JA21 en BBB) zien we het percentage kiezers dat ‘helemaal geen’ vertrouwen heeft in de overheid toenemen. Onder PVV-kiezers betreft dit nu de helft, terwijl dat in maart nog een kwart was.
Wantrouwen in overheid voedt corona-polarisatie
Dit wantrouwen polariseert niet alleen onder verschillende kiezersgroepen. Ook zien we dat het verband tussen vaccinatiestatus en vertrouwen in de overheid steeds sterker wordt. Onder niet-gevaccineerden heeft een ruime meerderheid (56%) helemaal geen vertrouwen meer in de landelijke overheid. Vorige maand betrof dit nog 45 procent. Daarnaast geeft 33 procent van de niet-gevaccineerden aan ‘niet zoveel’ vertrouwen te hebben. Negen op de tien ongevaccineerde Nederlanders zijn dus (licht) wantrouwend richting de overheid. Onder gevaccineerden is dit samengestelde percentage 57 procent.
Ook hebben niet-gevaccineerden veel vaker dan gevaccineerden geen vertrouwen in Tweede Kamerleden (44 om 13%), Ministers (64 om 19%) en burgemeesters (30 om 5%).
Wantrouwende kiezers: overheid is onbetrouwbaar en komt niet op voor burger
Als wij kiezers zonder vertrouwen in de overheid vragen om een toelichting hierbij te geven zien we een aantal argumentatielijnen voorbij komen.
Kiezers die inhoudelijke kritiek hebben op overheidsbeleid noemen drie onderwerpen het vaakst.
- De toeslagenaffaire. Naast dat kiezers de affaire an sich problematisch vinden, noemen zij ook de trage uitbetaling.
- De coronacrisis. De kritiek richt zich hier op allerlei zaken zoals vermeende vaccinatiedwang, lockdowns en inconsistent beleid.
- Armoede en sociale zekerheid. Sommige, veelal linkse, kiezers noemen het afbreken van de sociale zekerheid als reden om de overheid wantrouwen.
Andere kiezers richten hun kritiek meer op de bestuurscultuur in Den Haag. Deze kritiek is grofweg op te delen in twee verwijten.
- De overheid is er niet voor het volk. Wantrouwende kiezers vinden dat zowel politici als ambtenaren hun ambt invullen voor eigen gewin in plaats van voor burgers op te komen.
- De overheid is onbetrouwbaar. Veel kiezers noemen de overheid leugenachtig.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 12 tot maandagochtend 15 november 2021.
Er werkten in totaal 2.298 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De meeste stellingen werden aan de helft van hen voorgelegd (n=1.188).
Het grootste deel hiervan is afkomstig uit het I&O Research Panel en 210 respondenten vulden de vragenlijst in via het panel van PanelClix. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Het volledige rapport vindt u hier (opent in ander tabblad).
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker