I&O zetelpeiling: stoelendans op rechts
Op 15, 16 en 17 maart 2021 vonden de laatste Tweede Kamerverkiezingen plaats. Destijds werd VVD met 34 zetels ruimschoots de grootste partij. In de meest recente I&O Research-peiling zijn de liberalen nog altijd de grootste. Desalniettemin is het politieke speelveld het afgelopen jaar veranderd. Vooral aan de rechterflank zien we grote verschuivingen. Partijen als CDA, VVD, PVV en FvD verliezen steun waar nieuwkomers BBB en JA21 van profiteren. In de progressieve hoek verliest D66 kiezers terwijl GroenLinks op duidelijke winst staat ten opzichte van vorig jaar.
De coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie staat inmiddels op 60 virtuele zetels. Een daling van achttien zetels ten opzichte van de verkiezingen, maar twee zetels herstel ten opzichte van februari.
Redenen voor krimp
De VVD verliest de meeste kiezers aan D66 en JA21. De beweegredenen hiervoor verschillen.
JA21-kiezers vinden de VVD te links geworden, terwijl D66’ers juist vinden dat de VVD tekort komt op het progressieve vlak. Een gebrek aan vertrouwen in de partij en in het bijzonder in premier Rutte wordt ook genoemd door ex-VVD’ers.
Het CDA halveert ten opzichte van vorig jaar en staat nu op zeven virtuele zetels. De christendemocraten verliezen aan BBB en ChristenUnie. Ook zegt negen procent van de oud-CDA-kiezers op een ‘andere partij’ te gaan stemmen. Hiermee wordt de (nog) niet opgerichte partij van Pieter Omtzigt bedoeld. Een kiezer die uitwijkt naar Volt zegt het volgende over de affaire rondom het Kamerlid: “Ik probeer altijd centrum rechts te stemmen. Helaas voldoet CDA niet meer aan de integriteit die ik verwachtte van de partij. Vooral door het fiasco met Omtzigt, het huidige relaas rondom De Jonge heeft deze mening allerminst veranderd.”
PVV verliest voornamelijk aan BBB en JA21. Kiezers die uitwijken naar BBB vinden die partij gematigder in standpunten rondom islam en immigratie, terwijl JA21 wordt gezien als een partij die vanwege de meer constructieve opstelling meer invloed kan uitoefenen dan de PVV.
Ook D66 verliest fors ten opzichte van vorig jaar. Ex-kiezers wijken doorgaans uit naar linksere partijen. Zij zijn teleurgesteld in Sigrid Kaag en de hernieuwde samenwerking met Mark Rutte. “D66 heeft een hoop beloofd en is dat niet nagekomen. Nieuw leiderschap is niets van te merken, vertrouwen is geschaad in de partij”, aldus een nieuwe GroenLinks-kiezer.
Ten slotte staat FvD eveneens in de min. Oud-kiezers neigen nu naar BBB en BVNL. Vaak wordt het optreden van partijleider Baudet daarbij als reden genoemd.
Redenen voor groei
JA21 haalt kiezers weg bij allerlei rechtse partijen zoals PVV, FvD, CDA en VVD. Nieuwe kiezers van JA21 noemen meestal de combinatie van rechtse standpunten en de constructieve opstelling van de partij. Een ex-PVV-kiezer zegt: “JA21 heeft meer kans op samenwerking met andere partijen.”
BBB vist in dezelfde electorale vijver als JA21 en staat ook op ruime winst (van 1 naar 8 zetels). Nieuwe kiezers zien de partij als ‘nuchter’ en ‘no nonsens’. Partijleider Caroline van der Plas wordt geprezen om haar betrokkenheid bij de burger.
GroenLinks slaagt er ook in nieuwe kiezers aan zich te binden. Zij komen vooral van D66, Partij voor de Dieren en Volt. Een oud-D66-kiezer beargumenteert deze overstap als volgt: “Ik zou volgende keer toch weer iets linkser gaan stemmen, D66 is toch te weinig bezig met zorgen voor mensen.”
Tevredenheid met kabinet blijft laag
Nog altijd is een duidelijke meerderheid (62%) ontevreden over het huidige kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Sinds de eerste meting van begin januari is de ontevredenheid met zes procentpunt gestegen.
Vertrouwen in de overheid weer iets gedaald
Inmiddels heeft 37 procent van de Nederlandse bevolking (veel tot tamelijk veel) vertrouwen in de overheid. Zes op tien (61%) niet zo veel of geen vertrouwen. Dat is een nipte stijging t.o.v. afgelopen februari (57%).
Wat te doen om vertrouwen te herstellen?
Mensen verliezen hun vertrouwen door wat er gebeurde rondom: de mondkapjesdeal, liegende ministers, functie-elders, toeslagaffaire, uit huis geplaatste kinderen, de bestuurscultuur, het gas in Groningen, stijgende inflatie.
Nederlanders met weinig tot geen vertrouwen in de overheid vroegen wij wat die overheid moet doen om het vertrouwen te herstellen. De volgende adviezen worden gegeven:
- wees eerlijk;
- stel het belang van de burger voorop;
- maak werk van de nieuwe bestuurscultuur;
- kom beloftes na;
- herstel fouten.
Europese Unie: van laagste vertrouwen naar hoogste vertrouwen
Een jaar geleden was de Europese Unie het minst vertrouwde instituut van de vier hieronder genoemde instellingen. Destijds gaf 43 procent aan de EU te vertrouwen. Inmiddels is dat gedaald tot 40 procent. Desondanks is er nu meer vertrouwen in de EU dan in ministers (28%), Tweede Kamerleden (32%) of de overheid (37%). (Waarbij wel gezegd moet worden dat ‘de gemeente’ niet in deze figuur is opgenomen: hierin heeft 57 procent vertrouwen).
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 8 tot maandag 11 april. In totaal werkten 2.403 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=2.184) is afkomstig het I&O Research Panel, 219 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
U kunt het gehele rapport hier downloaden.
Asher van der Schelde
Onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur