Analyse: De neergang van het CDA
In de I&O-slotpeiling voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14, 15 en 16 maart 2022 lijkt het CDA te gaan verliezen ten opzichte van 2018. Toen haalde het CDA nog 13 procent van de stemmen, nu lijkt dat – rekening houdend met marges en ervaringscijfers – ergens tussen de 7 en 10 procent uit te komen. Ook bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 verloor het CDA zetels (nog 15 zetels in de Kamer). In februari 2022 stond de partij van Wopke Hoekstra op zes zetels in de I&O-peiling, vier procent van de stemmen.
Ooit was dat heel anders. In 1963 haalden de partijen waaruit later het CDA zou ontstaan (KVP, CHU en ARP) samen nog 76 zetels in de Tweede Kamer: ruim de helft van alle 150 Kamerzetels. Daarna leverde de partij jaar na jaar terrein in. In 2002 werden – na acht jaar paars – de verkiezingen weer eens gewonnen, met Jan-Peter Balkenende als lijsttrekker en latere premier – maar ook hij eindigde met een aanzienlijk verlies in 2010. Sybrand Buma en Wopke Hoekstra wisten het tij – vooralsnog –niet te keren.
Hoe is het zo gekomen met de partij waar ooit werd opgetekend: “We rule this country”?
Lees hier de analyse van onderzoeker Peter Kanne op basis van meerdere I&O-kiezersonderzoeken (periode 2017 – maart 2022). Hij probeert verklaringen te geven en te laten zien hoe de CDA-kiezer van nu eruit ziet.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Senior onderzoeker