VVD lijdt nauwelijks onder aftreden Van der Steur
VVD en PVV gelijk aan kop; GroenLinks; D66, CDA, SP en PvdA in subtop
VVD en PVV gelijk aan kop; GroenLinks; D66, CDA, SP en PvdA in subtop
In de I&O-peiling gaan PVV (net als twee weken geleden op 26 zetels) en VVD (van 26 naar 25 zetels) gelijk aan kop.
GroenLinks (18 zetels), D66 (15), CDA (14), SP (13) en PvdA (12) vormen – op afstand – de subtop.
Van de kiezers die twee weken geleden kozen voor de VVD kiest 84% deze partij nu opnieuw. Van de lastige week die de VVD doormaakte in de periode tussen de twee peilingen lijkt ze nagenoeg geen last te hebben. Mark Rutte krijgt juist veel waardering: een duidelijke premiersbonus. Hij wordt maar liefst 38 keer positief genoemd in de open toelichtingen, waarbij men vaak zijn doorzettingsvermogen roemt:
“Het is de partij die de afgelopen jaren heeft bewezen dingen voor elkaar te krijgen. Waarbij ik veel respect heb voor Rutte die ondanks alle tegenstromen koers weet te houden.”
Het aftreden van minister Van der Steur en de Teevendeal worden door sommigen wel genoemd maar vaak afgedaan als een slippertje: “De affaire rond het bonnetje is een storm in een links glas water en gaat in feite inhoudelijk over niets”. Er zijn echter ook kiezers die de VVD om deze reden wel de rug toe keren. Een D66-stemmer: “De VVD komt afspraken en beloften niet na. En hebben nu toch wel erg veel rotte appels in de gelederen.” Het uitsluiten van de PVV voor een volgende regering en de brief die Rutte schreef in de landelijke kranten (“Normaal. Doen.”) lijken hun effect niet te missen.
De PvdA levert 5 zetels in en gaat van 17 naar 12 zetels. Het verschil met de vorige I&O-peiling is echter grotendeels te wijten aan een andere weegmethode. (Zie de uitgebreidere verantwoording op pagina 8).
Vooral veel twijfel op links
Op de vraag of men andere partijen overweegt zien we vooral op links nog veel twijfel. In totaal twijfelt nog zo’n 70 procent. Het meest genoemd als tweede (of derde) keuze zijn D66 en GroenLinks (beide 12 procent), gevolgd door het CDA (10 procent). We zien dat de zekerheid waarmee men zegt voor GroenLinks (23 procent), SP (22), D66 (24) of PvdA (33) te kiezen, (veel) lager ligt dan bij VVD (41 procent) en PVV (33). Voor GroenLinks-kiezers komen D66, PvdA, SP en PvdD nog in aanmerking. Bij D66-kiezers zien we dat er getwijfeld wordt tussen deze partij en GroenLinks, VVD en PvdA.
Conclusie: het is nog steeds niet zeker wie het voortouw kan nemen op links.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur