Online kansspelers gokken frequenter en ervaren meer problemen
Er is in dit onderzoek voor gekozen om breed te onderzoeken hoe alle Nederlanders naar kansspelen en de daar aanverwante thema’s kijken. Er wordt dus niet alleen het perspectief van (online en niet-online) spelers besproken, maar ook het perspectief van niet-spelers. Spelers zijn in dit onderzoek Nederlanders die in het afgelopen jaar een kansspel speelden, niet zijnde een loterij. Niet-online spelers zijn degenen die uitsluitend op een fysieke locatie speelden, onder online spelers worden spelers verstaan die online speelden én spelers die zowel on- als offline speelden.
Winnen van geld of prijzen belangrijkste motief voor spelen
Spelers van kansspelen doen hier vooral aan mee om prijzen of geld te winnen (53%). De spanning die het spelen met zich meebrengt is voor een derde (34%) een argument om deel te nemen. Voor niet-online spelers is ook het samenzijn met anderen belangrijk. Zij spelen dan ook vaker dan online spelers in het gezelschap van bekenden. Online spelers spelen vaker om zich niet te vervelen, en doen dat vaker alleen.
Legaal spelen belangrijk voor online spelers, maar: slechts een minderheid let hierop
De meeste online spelers (81%) vinden het belangrijk om op een legale website te spelen. Toch let slechts een minderheid hierop bij het kiezen voor een online kansspelaanbieder (42%). Mogelijk heeft dit te maken met hoe goed ze een legale website kunnen onderscheiden van een illegale website: een relatief grote groep zegt daar moeite mee te hebben (38%).
Vijf procent spelers had naar eigen zeggen (risico op) problemen door kansspelen
Twee procent van de spelers van kansspelen zegt in de problemen te zijn gekomen door het spelen, nog eens drie procent zegt daar risico op te hebben gelopen. Lager opgeleiden kwamen vaker in de problemen (of liepen dat risico) door het spelen van kansspelen dan gemiddeld. Dat geldt ook voor Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
In dit onderzoek werd ook aandacht besteed aan (kleinere) negatieve gebeurtenissen die spelers mogelijk meemaakten als gevolg van het gokken, bijvoorbeeld qua prestaties op werk of school of in het onderhouden van sociale relaties die zij mogelijk niet als probleem classificeren. Een op de vijf kansspelers (22%) gaf aan één of meer van deze gevolgen te herkennen. Vooral ‘spijt hebben’ en ‘minder geld uitgeven aan leuke dingen’ werden naar verhouding veel genoemd. Online spelers ervaren in grotere mate zowel problemen als negatieve gebeurtenissen dan spelers die alleen op fysieke locaties speelden.
Spelers onbekend met organisaties die helpen bij problemen door gokken
De meeste spelers zijn onbekend met de verschillende organisaties waar mensen terechtkunnen voor problemen met gokken. Denk aan het Loket Kansspel, het Centraal Register voor Uitsluiting van Kansspelen (CRUKS) of de Stichting AGOG (Anonieme Gokkers Omgeving Gokkers). Het Loket Kansspel geniet relatief gezien de meeste bekendheid: een op de vijf spelers kent die organisatie. Online spelers zijn beter bekend met deze hulpbronnen dan niet-online spelers en mensen die niet aan kansspelen meedoen.
Spelers denken vaker dan niet-spelers dat gokken maatschappelijk wordt geaccepteerd
Dit onderzoek laat, ten slotte, zien dat de perceptie ten aanzien van gokken en gokgedrag verschilt tussen spelers en niet-spelers, verschillende leeftijdsgroepen, opleidingsniveaus en migratieachtergrond. Spelers (53%) denken bijvoorbeeld vaker dan niet-spelers (40%) dat gokken door de meeste mensen in Nederland wordt geaccepteerd. Jongeren (18-24-jarigen) hebben een andere kijk op het verslavingspotentieel van (online) gokken. Zij denken vaker dan 25-plussers dat gokken op een fysieke locatie verslavender is dan online. Opleidingsniveau speelt onder andere een rol in de perceptie op de winstkans bij kansspelen; lager opgeleide online spelers verwachten in grotere mate geld te winnen met het spel dat zij het vaakst spelen. Hoger opgeleiden verwachten juist dat ze op lange termijn geld zullen verliezen.
U kunt hier het volledige rapport downloaden.
Verantwoording
Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Voor dit onderzoek is een vragenlijst ontwikkeld die is gebaseerd op kennisbehoeften en -lacunes van experts en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Er zijn 7.000 Nederlanders van 18 jaar en ouder benaderd uit het I&O Research Panel. De dataverzameling liep van 18 februari tot en met 29 april 2024. Uiteindelijk namen 3.667 Nederlanders deel aan het onderzoek, een respons van 52 procent. Op de data is een weging toegepast op de kenmerken geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, regio en migratieachtergrond, zodat de uitkomsten op die kenmerken representatief zijn voor de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder. Verschillen tussen groepen zijn getoetst op significantie (p<.05).
Dewi Hollander
Onderzoeker
Charlotte van Miltenburg
Senior onderzoeker