Werknemers: minder blij met werk en baas
Jaarlijkse Arbeidsmarkmonitor I&O Research
De tevredenheid van werknemers over hun baan en over hun werkgever is begin 2014 afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Vooral over het toekomstperspectief en de ontwikkelmogelijkheden zijn veel werknemers kritischer en geven hiervoor lage cijfers. Deels zal dit komen doordat als gevolg van de recessie werkgevers terughoudender zijn in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer. Ook zorgt de huidige economie er voor dat de arbeidsmarkt minder dynamisch is. Werknemers blijven zitten op hun plek, en durven minder gauw te switchen. En dat draagt er toe bij dat ook ontevreden werknemers langer bij de huidige werkgever in dienst blijven.
Uit recent gepubliceerde cijfers van I&O Research blijkt dat de landelijke arbeidsmarktverwachtingen minder somber zijn dan vorig jaar. Dit geldt in mindere mate voor de eigen arbeidsmarktsituatie. Hoe verhoudt deze terughoudendheid zich tot de tevredenheid van werknemers met hun baan?
Lagere rapportcijfers voor werk en werkgever
De ruim 1.500 ondervraagde werkenden geven hun baan een 7,6 als rapportcijfer, een jaar geleden was dit nog een 7,7. Het rapportcijfer waarmee werknemers hun werkgever beoordelen is sterker gedaald, namelijk van een 7,2 in 2012 naar een 6,9 in 2013.
De rapportcijfers die werknemers aan afzonderlijke aspecten van het werk hebben toegekend, vallen in 2013 zonder uitzondering lager uit dan in 2012. Opvallend is dat in vergelijking met 2012 de rangorde qua rapportcijfers identiek is, met als verschil dus dat alle cijfers in 2013 lager uitvallen. De medewerkerstevredenheid staat onder invloed van de economische crisis onder druk.
Werkenden zijn nog steeds het meest tevreden over de collega’s. Ook vergelijkbare aspecten als de werksfeer en werkplek scoren relatief hoog. Ten opzichte van het jaar ervoor is de tevredenheid over collega’s van alle aspecten het minst gedaald.
Werkenden zijn het minst tevreden over de loopbaan- en ontwikkelingsmogelijkheden. De beoordeling over dit aspect is het afgelopen jaar bovendien het sterkst afgenomen, van een 6,2 naar een 5,8. De ontevredenheid zit hem vooral in de doorgroeimogelijkheden die door de werkgever worden geboden, die volgens 32 procent van de ondervraagden onvoldoende zijn. Dat deze meer ‘conjunctuurgevoelige’ aspecten van het werk een lagere beoordeling krijgen, is redelijk in lijn met de verwachte effecten van hoe werkgevers anticiperen op de economische crisis (meer hand op de knip).
Minder voor de hand liggend is de sterke afname van de tevredenheid van werkne-mers over communicatie en informatievoorziening. Mogelijk hangt dit meer samen met het gegeven dat in deze economisch meer onzekere periode werknemers veel belang hechten aan tijdige en volledige informatie (hoe staan we er voor, staan er nog maatregelen op stapel, et cetera). De vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer wordt dan in belangrijke mate gedragen door de wijze van communiceren.
figuur 1: beoordeling verschillende aspecten van het huidige werk.
Baantevredenheid neemt met name af bij werk onder niveau
In het onderzoek is ook gevraagd of men op het niveau werkt waarvoor men is opgeleid. In totaal geeft 72 procent aan te werken op het niveau waar men voor is opgeleid; 17 procent werkt onder en 11 procent boven opleidingsniveau. Dit verschilt nauwelijks met vorig jaar. Het aandeel werknemers dat aangeeft onder hun opleidingsniveau werkzaam te zijn, is dus vooralsnog niet groter geworden.
Wanneer we voor deze drie groepen de rapportcijfers voor het werk op een rij zetten, zijn duidelijke verschillen zichtbaar. Werknemers die onder hun niveau werken, zijn met uitzondering van de werkdruk over alle aspecten van het werk minder tevreden dan werknemers die op of boven niveau werkzaam zijn. Vooral als het gaat om het toekomstperspectief, de loopbaan- en ontwikkelingsmogelijkheden en interne begeleiding en coaching zijn werknemers die een baan hebben die niet aansluit bij hun opleidingsniveau fors meer ontevreden.
Ook als we kijken naar de ontwikkeling ten opzichte van 2012 zijn het met name de werknemers die onder hun niveau werkzaam zijn degenen die aanzienlijk lagere waarderingscijfers geven. Zo valt het gemiddeld gegeven cijfer voor toekomstperspectief 0,8 punt lager uit (2012: 5,5; 2013: 4,7). Ook de ontwikkelingsmogelijkheden, informatievoorziening en communicatie zijn meer dan 0,5 punt gedaald. Juist de groep die onder hun niveau werkt, wordt getroffen door arbeidsvraaguitval. De mogelijkheden om ‘over te stappen’ naar een baan op niveau zijn kleiner, waardoor men vaker genoegen zal moeten nemen met een minder goed passende baan. Bij een (verder) herstel van de arbeidsmarkt zullen met name binnen deze groep veel transfers gemaakt worden.
figuur 2: baantevredenheid naar werk op/boven/onder niveau.
Ook leidinggevenden kritischer over werk en werkgever
Inzoomend op het type functie van werknemers (leidinggevend, uitvoerend of ondersteunend) blijken op veel aspecten de leidinggevenden het meest tevreden. Echter, de door leidinggevenden gegeven waarderingscijfers in 2013 zijn vergeleken met 2012 wel het sterkst gedaald. Vooral de werkdruk heeft een lager cijfer gekregen.
In zijn geheel geldt overigens dat een toenemend aandeel werknemers een grotere werkdruk ervaart. Zo zegt 39 procent te vaak meer werk te hebben dan men aan kan (in 2012 34 procent) en 24 procent vindt dat te vaak moet worden overgewerkt om het werk af te krijgen (2012: 20 procent). Werkgevers zijn in het huidige klimaat meer terughoudend in het aannemen van nieuw personeel of zijn genoodzaakt te kiezen voor inkrimping van het personeelsbestand, wat gevolgen kan hebben voor de werkdruk van het zittend personeel.
Onderzoeksverantwoording
I&O Research heeft, net als in 2012, in december 2013 een grootschalig online arbeidsmarkt- en medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder ruim 1.500 werkenden in Nederland. Het onderzoek biedt inzicht actuele meningen en ervaringen van werkenden op tal van onderwerpen.