Wat gebeurt er wanneer je de Veiligheidsmonitor kruist met de Misdaadmeter?
Vorige week bracht het Algemeen Dagblad de nieuwe misdaadmeter uit waarbij de krant Nederlandse gemeenten rangschikt op misdaadcijfers. Amsterdam staat dit jaar op 1 en het Twentse Tubbergen op 386.
I&O Research voert al geruime tijd – in nauwe samenwerking met het CBS- het veldwerk uit voor de landelijke Veiligheidsmonitor. Daarbij vragen we mensen onder meer hoe ze de veiligheid in hun buurt ervaren.
Wat gebeurt er wanneer je beide instrumenten tegen elkaar afzet? We deden dat voor 52 Nederlandse steden met 70.000 of meer inwoners waarvoor de rangscore voor beide instrumenten voor 2016 beschikbaar is. Elke gemeente kreeg twee posities (minimaal 1 en maximaal 52) op twee ranglijsten: de ene voor de misdaadmeter en de andere voor de onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt. Als voorbeeld Groningen: positie 10 in de misdaadmeter en positie 35 in de ranglijst van onveiligheidsgevoelens.
Op het oog is er een redelijk sterke samenhang tussen beide maten en die is statistisch gezien ook aanwezig (voor de liefhebbers de rangorde correlatie bedraagt 0,83). Niettemin zijn er zaken die opvallen. Naast het hierboven aangehaalde voorbeeld van Groningen, vallen enkele andere steden buiten de Randstad op, zoals Hoorn (+15 plekken), Arnhem (+14) en Den Bosch (+13). De steden die relatief hoger staan op de ranglijst voor onveiligheidsgevoelens dan in de Misdaadmeter vormen een diverse groep. Roosendaal heeft het grootste verschil in posities. Verder staan hier meerdere steden rondom G4, zoals Schiedam en Vlaardingen.
Welke lessen zijn te leren?
- Hoewel er een sterke samenhang is tussen perceptie en voorkomen van criminaliteit is dat zeker niet de enige factor die onveiligheidsgevoelens bij inwoners verklaart. Persoonlijk slachtofferschap zeker van een zogenaamd High Impact Crime speelt een belangrijke rol. Maar denk ook aan de fysieke en sociale omgeving en maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen.
- Er zijn meerdere bronnen beschikbaar die iets over veiligheid kunnen zeggen, elk met hun eigen voor en nadelen. Zolang dat in het achterhoofd wordt gehouden, kunnen de bronnen prima naast elkaar worden gebruikt.
- Want: geen enkele bron geeft een compleet beeld. Er is waarschijnlijk altijd sprake van een dark number als het gaat om registraties van delicten.
Gerben Huijgen
Algemeen directeur
Frank ten Doeschot
Onderzoeksadviseur