Opinie: ‘Waarom wij peilen’
Een verkorte versie van dit stuk is vandaag verschenen in de Volkskrant.
Je kunt er de klok op gelijk zetten: zodra de verkiezingen naderen worden de zetelpeilingen ter discussie gesteld. Op verkiezingsdag, 22 november 2023 schreef, dagblad Trouw: ‘Peilingen domineren meer dan ooit de slotfase van de verkiezingen’. Er wordt soms beweerd dat er meer wordt gepeild dan ooit en dat peilingen een dynamiek op gang brengen die het stemgedrag beïnvloeden. Bovendien zouden peilingen ‘er altijd naast zitten’. Al snel daarna volgt de suggestie de peilingen te verbieden of, toch minstens de laatste anderhalf of twee weken geen zetelpeilingen meer te publiceren.
Voor al deze kritiek zijn wij – peilers van Ipsos I&O – niet ongevoelig. En ook niet doof. Maar waaróm we ook al weer peilen wordt wel eens uit het oog verloren. We zetten dit graag nog eens op een rijtje.
Het nut van zetelpeilingen is drieledig. 1) Het geeft kiezers informatie bij het maken van hun keuze op verkiezingsdag, 2) het helpt media te bepalen over wat en wie ze (kritisch) moeten berichten en wie er aan debatten mee mogen doen en 3) het geeft politieke partijen strategische informatie over de kiezersvoorkeuren. We lopen deze drie voordelen langs en gaan in op de kritiek die hierbij wordt gegeven.
Peilingen geven kiezers informatie die ze kunnen gebruiken bij strategisch stemgedrag. Sommige mensen vinden dit niet goed, kiezers zouden moeten afgaan op de plannen van de partijen en – zo puur mogelijk – hun stem moeten bepalen. Maar waarom zou dat moeten? Het klopt dat sommige kiezers op basis van strategische overwegingen kiezen. Bijvoorbeeld door niet de partij van hun eerste voorkeur te kiezen maar nummer twee op hun keuzelijstje, omdat die partij een volgende regering een gewenste kant op kan trekken. Om die keuze te kunnen maken kijken ze naar de peilingen. Kiezers hebben in Nederland weinig invloed op regeringsvorming. Met de strategische stem kan de kiezer de regeringsvorming toch een beetje sturen.
Andere kiezers hebben sympathie voor een nieuwkomer of kleine partij – denk aan BIJ1 of BBB in 2021 of 50PLUS nu – maar vragen zich af of die partij de kiesdrempel gaat halen. Deze kiezer wil zijn stem niet ‘verloren’ laten gaan. Ook dan kan een blik op de peilingen uitsluitsel geven. Wij hebben een zeer open kiesstelsel – er is geen kiesdrempel – en het is een democratisch verworvenheid dat nieuwe geluiden zo in het parlement vertegenwoordigd worden. Peilingen dragen hier aan bij.
De strategische stem moet overigens niet worden overschat. In 2023 stemde uiteindelijk 19 procent van de kiezers deels op strategische gronden. Belangrijker waren de standpunten (61% noemde dit als reden voor hun stemkeuze), de ideologie (40%) en de lijsttrekker (26%) van de gekozen partij.
Peilingen helpen media. In lijn met voorgaande: het is belangrijk dat de mening van kiezers wordt gehoord, ze moeten zich vertegenwoordigd voelen in het parlement. Ook nieuwe zorgen moeten aandacht krijgen. Als er geen zetelpeilingen waren, zouden media alleen afgaan op de verhoudingen in de Tweede Kamer van dat moment. Dat – bijvoorbeeld – de NSC van Pieter Omtzigt in 2023 veel steun genoot in de samenleving, zouden media zonder peilingen niet kunnen weten. De aandacht zou dan (weer) vooral uitgaan naar de VVD, D66, GroenLinks-PvdA en PVV. Dit geldt nu voor het CDA: door de peilingen weten we dat de kans groot is dat deze partij een rol gaat spelen in een volgende regering. Dus weten media dat Bontenbal kritisch bevraagd moet worden. Het helpt ook bij de keuze wie er aan debatten mee mogen doen. Zo kunnen media recht doen aan de voorkeuren en zorgen van kiezers.
Peilingen geven politieke partijen strategische informatie. Veel critici zullen zeggen: van al die peilingen krijg je een wij-vragen-zij-draaien-democratie, een peilocratie! Dat risico bestaat, er zijn politieke partijen die hun oren wel erg laten hangen naar wat de kiezers willen. Maar wat deze critici vergeten is: de grote politieke partijen doen eigen kiezersonderzoek en kunnen dat hoe dan ook. Ook als wij niet peilen. Nu voeren wij peilingen uit die we – zonder kosten – openbaar maken, iedereen kan ze lezen en ervan profiteren. Ook de kleinere partijen.
Wat is dan wel terechte kritiek? Politicologen wijzen er vaak op dat de peilingen zelf geen (ongewenste) dynamiek veroorzaken, maar dat de manier waarop media ze vertalen dat wel kan doen. Bijvoorbeeld door partijen ten onrechte of te snel te bestempelen als verliezers of winnaars. Dat gebeurt als een journalist bij een verschil van slechts 1 of 2 zetels spreekt van een daling of stijging of als dat maar in één peiling te zien is. De stelregel is daarom: spreek pas van een trend als dat in meerdere peilingen over een langere periode zichtbaar is. Wij betrachten deze voorzichtigheid in onze rapportages, sommige media negeren dit en dat is jammer. Het is terechte kritiek die zowel de peilers als nieuwsmedia ter harte zouden moeten nemen.
Een ander belangrijk element is de voorspellende waarde van zetelpeilingen. Wij stellen altijd dat onze peiling geen voorspelling van de uitslag is, maar de stand van zaken van dat moment. We hebben te maken met onzekerheidsmarges (zoals die altijd gelden in de statistiek) en de kiezer maakt tussen de slotpeiling en de stembusgang nog van alles mee: debatten, talkshows, stemhulpen, krantenartikelen, interviews met de lijsttrekkers en – inderdaad – peilingen. Je mag ervan uitgaan dat een partij die vijf dagen voor de verkiezingen op 30 zetels staat er geen 10 gaat halen. Omgekeerd idem dito. De stand in de zetelpeiling zegt iets over de krachtsverhoudingen. Maar de precieze uitslag voorspellen we er niet mee, omdat een behoorlijk deel van het electoraat pas op de dag van de verkiezingen of zelfs in het stemhokje de keuze bepaalt.
Trekken we ons dan niks aan van de kritiek? Zeker wel, maar we geloven ook in wat we doen. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 hadden we een goed gesprek met de nieuwsmedia waar we veel mee werken, twee gerenommeerde politicologen en een vertegenwoordiger van het ministerie van BZK. Bij deze relevante partijen was er veel steun voor de manier waarop wij peilen. De suggestie ‘overweeg een peilingverbod in de slotfase van de campagne’, vond nauwelijks weerklank. Ook vanuit de overheid wordt niet overwogen de publicatie van peilingen te beperken. Als overheid of media die wens wel hebben, zijn wij zeker bereid één of twee weken voor verkiezingsdag geen peilingen meer te publiceren. Maar we zien niet in wat de winst is als wij – Ipsos I&O – dat als enige zouden doen.
Een ander punt dat we terecht vinden: alleen maar praten over peilingen in termen van ‘horse race’ (wie wordt de grootste? Kan de nummer twee er nog bij komen?) slaat de campagne plat. Hoewel dit element ook aan bod mag komen – het heet tenslotte een verkiezingsstrijd – mag er meer aandacht zijn voor de inhoud. Onze peilingen zijn daarom nooit alleen zetelpeilingen. We koppelen de stemvoorkeuren altijd aan het waarom: door welke onderwerpen laten kiezers zich leiden bij hun stemgedrag? Welke elementen van dat onderwerp steunen of verwerpen ze en waarom? Welke andere stemmotieven hebben ze? Ook deze informatie stellen we vrij beschikbaar aan iedereen.
Een derde advies waar we gehoor aan geven: laat ook de twijfel bij kiezers zien. We rapporteren welk aandeel van plan is te gaan stemmen, hoeveel kiezers al zeker zijn van hun keuze, hoeveel er nog twijfelen, waartussen en waarom.
Tot slot iets over de veelheid aan peilingen. ‘We worden suf gepeild’ en ‘peilingen vliegen je om de oren’ was eind 2023 te lezen en horen, maar het heeft met de waarheid niet zoveel van doen. Tenminste als het om zetelpeilingen gaat. Politicoloog Tom Louwerse rekende uit dat er in 2017 in de laatste vier weken nog 32 zetelpeilingen werden geproduceerd door zes bureaus, in 2021 waren dat er 17 door vier bureaus en in 2023 13 peilingen door drie bureaus. Toen Ipsos en I&O Research begin 2024 bekend maakten samen verder te gaan, was ineens de zorg te lezen dat er nu misschien te weinig kwalitatief goede peilingen gepubliceerd zouden worden.
We leveren betrouwbaar, representatief onderzoek en doen dat transparant, methode, vraagstelling en uitkomsten zijn in detail na te lezen op onze website. Bedenk ook wat er zou gebeuren als dit betrouwbare onderzoek niet voor handen zou zijn, dan zou het publiek moeten afgaan op oncontroleerbare uitspraken aan de talkshowtafels.
Betrouwbaar kiezersonderzoek is een belangrijke schakel tussen politiek, media en kiezers. We menen de democratie er een dienst mee te bewijzen. Daarom peilt Ipsos I&O ook tijdens deze verkiezingscampagne. Wij zouden zeggen: doe er uw voordeel mee! (En feedback blijft altijd welkom).
Het peilteam van Ipsos I&O: Asher van der Schelde, Maartje van de Koppel, Sjoerd van Heck, Harm Hartman en Peter Kanne
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Senior onderzoeker