Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats
Gevoel van veiligheid niet toegenomen
Nederlanders hebben de afgelopen jaren geleidelijk minder last gekregen van criminaliteit. Eind 2008 gaf één op de vier Nederlanders aan in de daaraan voorafgaande twaalf maanden hiervan slachtoffer te zijn geweest; in 2005 was dit nog bijna één op de drie. Een kwart van de bevolking voelde zich eind 2008 wel eens onveilig. Hiermee zet de na 2005 ingezette daling van het gevoel van onveiligheid niet verder door. Dit zijn enkele resultaten uit de nieuwe Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de ministeries van Binnenlandse Za-ken en Koninkrijksrelaties en Justitie die op 31 maart zijn gepubliceerd.
Naar een integrale meting van veiligheidsbeleving
De Veiligheidsmonitor is een grootschalig onderzoek naar de gevoelens van (on)veiligheid bij de bevolking. Ook de leefbaarheid in de buurt, buurtproblemen, slachtofferschap, aangiftegedrag, respectloos gedrag, de beoordeling van het gemeentelijke veiligheidsbeleid en het functioneren van de politie worden gemeten. De Veiligheidsmonitor is gestart in 2008 en het onderzoek zal jaarlijks terugkeren. Voorheen werden verschillende meetinstrumenten voor de veiligheidssituatie naast elkaar gebruikt; de Politiemonitor Bevolking, het Permanent Onderzoek Leefsituatie van het CBS en de Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête voor het grote stedenbeleid. De Veiligheidsmonitor is ontstaan uit de samenvoeging van deze instrumenten.
Opzet Veiligheidsmonitor
Het meetinstrument van de Veiligheidsmonitor is een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. De landelijke enquête wordt jaarlijks in de periode van medio september tot eind december door het CBS uitgevoerd. Per veiligheidsregio worden 750 geslaagde enquêtes gerealiseerd. Met het doel de kosten te beperken en de respons te maximaliseren, worden verschillende methoden van ondervraging ingezet. Achtereenvolgens zijn dat: via internet, schriftelijk, telefonisch en eventueel face-to-face.
De vragenlijst is modulair opgebouwd. Een aantal vraagblokken wordt standaard opgenomen in alle vragenlijsten. Gemeenten en politieregio’s kunnen daarnaast zelf bepalen welke van de facul-tatieve vraagblokken zij in de vragenlijst opnemen. Tevens kunnen gemeenten en politieregio’s zelf vragen toevoegen in de zogenoemde vrije ruimte.
Lokaal ophogen
Via de landelijke Veiligheidsmonitor worden onvoldoende enquêtes afgenomen om op het niveau van gemeenten (of buurten/wijken) betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Daarom hebben (samenwerkende) gemeenten de mogelijkheid om de steekproef op te hogen. Als dit aanvullend veldwerk gelijktijdig en volgens dezelfde methodiek wordt uitgevoerd als de landelijke monitor, zijn resultaten van beide metingen eenvoudig te integreren en hierdoor onderling vergelijkbaar. Diverse regio’s bereiden zich momenteel voor op deelname aan de Veiligheidsmonitor eind 2009.