Nederlanders positief over topsport, maar gaan niet vaker sporten

Maatschappelijke waarde van topsport

In topsport staat de prestatie vaak centraal. Maar de laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de maatschappelijke waarde van topsport. In het ‘Strategisch kader topsport 2032’ heeft de Rijksoverheid, samen met andere partners van Sportakkoord II, vastgelegd dat ze de maatschappelijke waarde van topsport zo groot mogelijk willen maken (Ministerie van VWS, 2023). In juni 2025 heeft het Mulier instituut onderzoek laten uitvoeren door Ipsos I&O naar deze maatschappelijke waarde. Dit onderzoek is eerder uitgevoerd in 2020 (Nederlanders positief over maatschappelijke waarde van topsport – Ipsos I&O Publiek) en brengt de bijdrage en de betekenis van topsport in kaart. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een online vragenlijst onder 1.733 Nederlanders waarbij Ipsos I&O de dataverzameling heeft verzorgd.

Topsport zorgt voor trots en verbondenheid

Het onderzoek laat zien dat topsport vooral waarde heeft als het gaat om nationale trots, verbondenheid en plezier. De Nederlandse bevolking is overwegend positief over de maatschappelijke waarde van topsport. De helft (54%) vindt dat topsport vooral positief bijdraagt aan de samenleving, terwijl slechts 8 procent vooral negatieve effecten ziet. Het meest positief zijn Nederlanders over wat topsport doet voor ons collectieve gevoel. Driekwart (75%) vindt dat topsport bijdraagt aan een gevoel van nationale identiteit en trots – denk aan het bekende ‘oranjegevoel’ tijdens grote toernooien. Ook zorgt topsport volgens een vergelijkbaar deel voor geluk en passie.

Zorgen over gelijkheid en sportiviteit

Er zijn ook kritische geluiden. Ongeveer een kwart van de Nederlanders (23%) vindt dat topsport sociale gelijkheid en inclusie tegengaat en een negatief effect heeft op ethiek en fair play. Vergeleken met vijf jaar geleden is men hier nu negatiever over. Mogelijk spelen recente gebeurtenissen rond supportersgeweld, discriminatie en discussies over transgendersport hierbij een rol.

Topsport inspireert niet tot meer bewegen

Topsport krijgt mensen nauwelijks in beweging. Slechts 18 procent van de Nederlanders geeft aan door topsporters (vaker) zelf te gaan sporten of bewegen (het ‘trickle-down-effect’). Vooral de niet-sporters worden zelden geïnspireerd: van de niet-sporters komt slechts 4 procent door topsport in beweging. Dit staat in contrast met de verwachtingen: 62 procent van de Nederlanders denkt namelijk wel dat topsport de samenleving in het algemeen aanzet tot meer sporten.

Bereidheid tot investeren

Ondanks de gemengde gevoelens is ongeveer de helft van de Nederlanders (49%) bereid extra belasting te betalen om topsport in stand te houden. Mannen, wekelijkse sporters en mensen met een hoger inkomen zijn vaker bereid om (meer) voor topsport te betalen dan anderen.

Meer informatie

De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in de factsheet ‘Topsport: meer dan medailles: de maatschappelijke waarde van de Nederlandse topsport in 2025, Mulier Instituut’ en te vinden via deze link: Mulier Instituut.
De maatschappelijke waarde van topsport maakt ook onderdeel uit van De monitor Topsport in Nederland (TiN). Een monitor met ontwikkelingen op de belangrijkste indicatoren binnen de Nederlandse topsport en onlangs gepubliceerd: Topsport in Nederland (TiN) geeft inzicht in ontwikkelingen in de Nederlandse topsport – Mulier Instituut.

Onderzoeksverantwoording

Voor dit onderzoek is een vragenlijst uitgezet onder 1.733 Nederlanders van 18 jaar of ouder in het I&O Research Panel. In de vragenlijst is de maatschappelijke waarde in kaart gebracht met behulp van het MESSI-model – ‘Mapping Elite Sports’ potential Societal Impact’. De resultaten zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, regio en migratieachtergrond en representatief voor wat betreft deze kenmerken voor de Nederlandse bevolking.