Tevredenheid met kabinet op dieptepunt
Aankomende dinsdag staat Prinsjesdag op het programma. Traditiegetrouw de start van het politieke jaar. Om te analyseren hoe de kiezer op dit moment denkt over de Nederlandse politiek voerde I&O Research in samenwerking met NRC een opinieonderzoek uit.
Vier op vijf kiezers ontevreden over Rutte IV
Een ruime meerderheid van de Nederlandse kiezers (78%) is inmiddels ontevreden met het kabinet Rutte IV. Dat is duidelijk meer dan voorheen. Ook het kabinet Rutte III kreeg nooit zo’n lage tevredenheidsscore.
Iedere kiezersgroep, behalve VVD-kiezers, ontevreden
De meeste VVD-kiezers zijn nog altijd tevreden over Rutte IV. De andere coalitiepartijen hebben inmiddels een minderheid aan tevreden kiezers. Voor de CDA- en D66-achterban is het de eerste keer dat zij in de minderheid tevreden zijn over het kabinet. Vooral het verschil onder D66-kiezers is opvallend. In juli was 61 procent van deze kiezersgroep nog tevreden. Inmiddels betreft dit 36 procent.
Kiezer vooral ontevreden door onvermogen crises op te lossen
Aan kiezers die aangeven ontevreden te zijn over het kabinet Rutte IV (78% van de bevolking) vroegen wij waarom zij deze mening zijn toegedaan. Velen verwijten Rutte IV een gebrek aan visie en leiderschap waardoor men problemen vooruit blijft schuiven en niet in staat is om crises daadkrachtig aan te pakken.
Crises die het meest worden genoemd zijn de asielopvang/vluchtelingenbeleid, stikstof en de oplopende energieprijzen en inflatie. Voor asielopvang geldt dat een deel vindt dat Nederland ruimhartiger moet opvangen terwijl anderen van mening zijn dat de grenzen gesloten moeten worden.
Ook wat betreft stikstof komt de kritiek van beide kanten. Aan de ene kant vindt men juist dat het stikstofreductie snel van de grond moet komen terwijl anderen vinden dat de landbouw onnodig hard wordt aangepakt door het kabinet. Over oplopende energiekosten en inflatie is men meer eensgezind: er moet daadkrachtiger worden opgetreden om te voorkomen dat nog meer mensen in de financiële problemen raken. Kiezers zien de stijgende energiekosten op dit moment als de belangrijkste crisis die het kabinet moet aanpakken .
Andere kiezers verwijten het kabinet dat het haar beloftes niet is nagekomen of onvoldoende sociaal beleid. Tot slot richt de kritiek zich op specifieke politici waarbij premier Rutte en minister Kaag het vaakst worden genoemd.
Pieter Omtzigt veruit populairste ‘politiek leider’
Als we kiezers vragen een cijfer te geven aan prominente politici krijgen slechts twee politici een voldoende: Pieter Omtzigt (7,0) en Caroline van der Plas (5,8). Rutte krijgt inmiddels een 4,5 terwijl minister Kaag is gezakt naar een 4,1.
Populariteit Rutte op laagste niveau in zes jaar
De populariteit van premier Mark Rutte is sinds september 2016 (beginpunt meting) niet zo laag geweest. Van vier kiezersgroepen krijgt hij nog een voldoende: VVD-kiezers (8,1), CDA-kiezers (6,7), D66-kiezers (5,8) en ChristenUnie-kiezers (5,5).
Zeven op tien kiezers: Rutte is over houdbaarheidsdatum heen
Zeventig procent van de Nederlandse kiezers vinden dat premier Rutte over ‘zijn houdbaarheidsdatum heen’ is. De meerderheid van iedere kiezersgroep, behalve VVD’ers (22%) en CDA’ers (40%), deelt deze mening.
Driekwart (73%) van de VVD-kiezers ziet nog geen geschikt alternatief voor Rutte. Ook CDA- (42%) en JA-21-kiezers (39%) zeggen dit relatief vaak.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek – uitgevoerd in samenwerking met NRC -vond plaats van vrijdag 9 tot maandag 12 september. In totaal werkten 2.684 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Een deel van de vragen zijn aan een willekeurige helft van de steekproef (n=1.327) voorgelegd. Dit staat altijd vermeld boven de grafiek of tabel.
Het grootste deel van de steekproef (n=2.497) is afkomstig het I&O Research Panel, 187 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent.
[1] De percentages voor FvD zijn indicatief vanwege het beperkte aantal waarnemingen (n=32)
Asher van der Schelde
Onderzoeker