Regionale verschillen in openbaar bestuur beperkt
Verdiepende analyse Staat van het Bestuur 2018 (BZK) door I&O Research
De Staat van het Bestuur 2018
Om inzicht te krijgen in het functioneren van het decentrale openbaar bestuur onderzoekt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) elke twee jaar wat de trends zijn in het decentrale openbaar bestuur. Deze inzichten worden gebundeld in een trendrapport onder de naam de Staat van het Bestuur. Voor de editie van 2018 heeft het ministerie van BZK aan I&O Research gevraagd verdiepende analyses uit te voeren op bestaande regionale en lokale data. De vragen die hierbij centraal stonden, waren: In hoeverre varieert de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur tussen regio’s? Zijn inwoners in bepaalde regio’s van het land meer of minder tevreden over het functioneren van het openbaar bestuur dan elders? Zijn hierin patronen te onderscheiden? En welke factoren hangen hiermee samen? Deze analyses zijn verwerkt in hoofdstuk 5 van de Staat van het Bestuur 2018.
Regionale verschillen beperkt en niet eenduidig
Inzicht in het functioneren van de lokale en regionale overheid is van groot belang. Onderzoekers Laurens Klein Kranenburg, Wouter Andringa en Peter Kanne van I&O Research onderzochten in opdracht van het ministerie van BZK of er regionale verschillen zijn in de inrichting en het functioneren van het decentrale openbaar bestuur. Hierbij is een groot aantal onderwerpen en indicatoren die relevant zijn voor de relatie tussen inwoners en het bestuur geanalyseerd: opkomst bij verkiezingen, politieke fragmentatie in gemeenteraad en college van B&W, de sterkte van lokale partijen en de tevredenheid met het lokale bestuur en de democratie. Als we de balans opmaken over alle onderwerpen, moeten we concluderen dat deze relatie beperkt is en niet consistent. Patronen en ontwikkelingen die in heel Nederland waarneembaar zijn, zijn niet specifiek toe te wijzen aan bepaalde regio’s. Voor zover er regionale verschillen zijn, kunnen we die soms koppelen aan specifieke kenmerken van de betreffende gemeenten of de bevolkingssamenstelling. Regionale patronen die we wel zien voor de opkomst of de sterkte van lokale partijen lopen soms parallel, maar niet altijd, en hebben geen consistente relatie met politieke fragmentatie of de tevredenheid met het bestuur.
Hogere opkomst en sterkere lokale partijen in kleine gemeenten
Een voorbeeld waarbij een kenmerk van de gemeente een rol speelt, is de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen. Hier zien we een duidelijke relatie met de omvang van de gemeente (in aantallen inwoners). In kleine gemeenten is de opkomst doorgaans hoger dan in grote gemeenten. Zo ging in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners 64 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018. In grote gemeenten (met minstens 100.000 inwoners) lag de opkomst op 52 procent. Eenzelfde patroon waarbij de invloed van de gemeentegrootte zichtbaar is, betreft de sterkte van lokale partijen. Hoe kleiner de gemeente, hoe groter het aandeel van lokale partijen in de gemeenteraad.
Symposium ‘Blik op samenspel’
De Staat van het Bestuur 2018 is officieel gepresenteerd op het symposium ‘Blik op samenspel: Veranderende verhoudingen in bestuur en democratie’. Dit symposium vond plaats op donderdag 28 maart in Nieuwegein. Klik hier voor meer informatie over het symposium.
Het volledige rapport
Het volledige rapport en het onderliggende analysedocument zijn te downloaden via de Kennisbank Openbaar Bestuur.
Laurens Klein Kranenburg
Senior onderzoeker
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur