Politieke peiling: in surplace naar de finish
VVD blijft aan kop, achtervolgd door PVV en D66
Al met al – zeker als we naar de afgelopen 4 à 5 weken kijken – verandert er niet veel in het electorale parcours. De VVD behoudt de koppositie met 24 zetels (was 25) in de I&O-peiling van 7 maart. De PVV gaat van 22 naar 20 zetels en ook D66 staat virtueel op 20 zetels (was 17). GroenLinks (van 20 naar 17 zetels), CDA (van 15 naar 16), SP (van 12 naar 14) en PvdA (stationair op 14) vormen het peloton daar direct achter.
Driekwart kiezers zweeft nog
Het aandeel zwevers neemt maar heel langzaam af. Nu twijfelt nog 73 procent van degenen die van plan zijn te gaan stemmen, waar dat midden januari 78 procent was. Eén op de zes kiezers (16%) weet helemaal nog niet op welke partij ze moeten stemmen (was 26% eind januari), 57% twijfelt tussen meerdere partijen.
Vooral linkse kiezers twijfelen
Kiezers aan de linkerkant van het spectrum twijfelen meer dan kiezers aan de rechterkant. Vooral 50 Plus-kiezers zijn zelden zeker van die keuze (14%), gevolgd door de PvdA (29% zegt zeker voor deze partij te gaan kiezen), GroenLinks (30%), D66 (31%), PvdD (32%) en SP (33%). Degenen die wel gaan stemmen, maar nog geen partij kunnen noemen (16% van alle kiezers) overwegen meerdere partijen en ook dit zijn vooral de links/progressieve partijen.
Grote veranderingen in het peloton zijn dus nog steeds mogelijk, vooral aan de linkerkant.
Carré-debat: volgens kijker was Krol winnaar, volgens de rest Klaver
Het Carré-debat van zondag 5 maart werd volgens een peiling van RTL gewonnen door Jesse Klaver, al zaten Klaver, Pechtold, Rutte en Krol in percentages heel dicht bij elkaar. Uit onze peiling blijkt dat van degenen die Carré-debat zelf gezien hebben 26% Henk Krol het best vond, gevolgd door Jesse Klaver met 24%. Van degenen die het debat niet zelf zagen, maar er wel over hoorden of lazen, vond (of dacht) verreweg het grootste deel (19%) dat Klaver het het best deed. Slechts 4% noemt Krol hier.
Het effect op het stemgedrag lijkt – een dag na het debat – klein.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur