Weerbaarheid Nederlanders in noodsituaties houdt niet over

13 juni 2025 | Peter Kanne & Asher van der Schelde
In het licht van de geopolitieke spanningen besteedt Trouw aandacht aan de weerbaarheid van de Nederlanders. Ipsos I&O voerde hiertoe een representatief onderzoek uit. Vandaag de eerste uitkomsten. Twee op de drie Nederlanders maken zich zorgen om hybride oorlogsdreiging; 45 procent vreest een conventionele oorlog in Nederland. Als er echt een noodsituatie uitbreekt zijn we niet heel weerbaar. Zaken in of om huis kunnen de meeste mensen nog wel. Maar zodra mensen in de natuur voor zichzelf moeten zorgen – zonder digitale middelen – wordt het lastiger.
Bekijk het rapport (PDF)

Oorlogen niet belangrijkste zorg voor Nederlanders

De belangrijkste zorg voor Nederlanders is het gebrek aan woningen. Ook de polarisatie en digitale onveiligheid zijn voorname bronnen van zorg.
Oorlogen baren mensen ook zorgen, maar minder dan die eerste drie. Meer mensen maken zich zorgen om Oekraïne (72%) dan om Gaza (56%). De kans op een hybride oorlog houdt meer mensen bezig (64%) dan de kans op een conventionele oorlog (45%) oorlog.

Figuur 1: In hoeverre maakt u zich zorgen om de onderstaande zaken en ontwikkelingen in de samenleving?
Basis: gehele steekproef (n=1.488).

Zijn we voorbereid op noodsituaties?

De overheid adviseert ieder huishouden om een zogeheten noodpakket in huis te hebben. Middels dit pakket zouden Nederlanders zichzelf 72 uur in leven moeten kunnen houden in noodsituaties (bijvoorbeeld bij uitvallende stroom).
In februari had 24 procent van de Nederlanders een noodpakket in huis. Inmiddels is dat 28 procent (geen significante stijging). Ook op dit vlak zien we forse verschillen tussen leeftijdsgroepen. Eén op de vijf (20%) jongvolwassenen (18-34 jaar) heeft thuis een noodpakket. Onder 65-plussers ligt dit aandeel fors hoger (36%).

Doorgaans onvoldoende water in huishouden

Onderstaande figuur toont de zaken die huishoudens volgens de overheid in huis zouden moeten hebben bij noodgevallen. De meeste huishoudens, ook de huishoudens zonder noodpakket, hebben het grootste deel van de lijst in huis. Dat geldt echter niet voor voldoende water (3 liter per dag per persoon) en een radio (op FM, opwindbaar of op batterijen). Vier op tien (39%) hebben dit in huis.
Mensen die zeggen over een noodpakket te beschikken hebben veel daadwerkelijk in huis, maar zeker niet alles. Een waarschuwingsfluitje ontbreekt bij de meeste Nederlanders met een noodpakket bijvoorbeeld (32% heeft dit wel in huis, twee derde dus niet). Ook batterijen, isolatiedekens, een radio die zonder netstroom werkt, een plattegrond of waterfilter ontbreken relatief vaak.

Figuur 2: Een noodpakket kan bestaan uit meerdere zaken. Welk van onderstaande heeft u in huis?
Basis: gehele steekproef (n=1.488).

Meesten kunnen huis niet verwarmen zonder stroom

Als we in Nederland lange tijd zonder stroom, gas en internet zouden zitten, denken de meeste mensen dat ze een aantal zaken nog wel kunnen. Schoonmaken (95% denkt dat dit lukt), boodschappen doen (90%), contant betalen (86%) en het huis verlichten (85%) moet allemaal lukken volgens de ruime meerderheid. Koken (68%) en het nieuws volgen (66%) wordt voor een deel ingewikkelder, maar ook hier denken de meesten dat het zal lukken.
Dat geldt niet voor voedsel koel houden en huis verwarmen: vier op tien (42%) denken dat zij (of iemand in hun huishouden) hier tot in staat zouden zijn.

Weinig redzaamheid buitenshuis

Als er echt een noodsituatie uitbreekt zijn we niet heel weerbaar. Zaken in of om huis kunnen de meeste mensen nog wel. Denk aan een maaltijd koken, de weg vinden, een fietsband plakken, kleding repareren, EHBO verlenen.

Maar zodra mensen in de natuur voor zichzelf moeten zorgen – zonder digitale middelen – wordt het lastiger. Een maaltijd bij elkaar zoeken, op een dier jagen en het slachten, water zuiveren of vuur maken kan bijna niemand. Zichzelf verdedigen tegen geweld is ook weinigen gegeven.

Bij het repareren van kleding is er sprake van een generatiekloof. Een derde (36%) van de jongvolwassenen (18-34) zegt dit nooit te hebben gedaan tegenover 16 procent van de ouderen (65+). Verder zijn generatieverschillen zeer beperkt.

Figuur 3: Kunt u voor elke activiteit  zeggen of u dit wel eens gedaan heeft of tegenwoordig nog doet?
Basis: gehele steekproef (n=1.488).

Onderzoeksverantwoording

Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van Trouw. Trouw besteedt de komende weken aandacht aan de weerbaarheid van de Nederlanders. Lees hier de artikelen van Trouw over het onderzoek en het thema weerbaarheid.

Dit onderzoek vond plaats van 2 tot en met 8 mei 2025. In totaal werkten 1.488 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Senior onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.