Deelvervoer in Nederland: wie gebruikt het?

19 mei 2025 | Stan Groenhuis & Bram Wolf | #duurzaamheid #mobiliteit
In opdracht van het programma Natuurlijk!Deelmobiliteit heeft Ipsos I&O in het najaar van 2024 het eerste Landelijk Gebruikersonderzoek Deelmobiliteit uitgevoerd. Dit onderzoek centraliseert onderzoek naar deelvervoer in Nederland en geeft antwoord op de vraag: Wie gebruiken deelvervoer in Nederland?
Deelvervoer in Nederland: wie gebruikt het?

Klik hier voor het volledige rapport.

Deelvervoer stelt gebruikers in staat om gemakkelijk vervoermiddelen zoals de auto, fiets en scooter te huren die dichtbij staan, op elk gewenst moment/tijdstip en voor elke gewenste tijdsduur. Het vervoermiddel wordt gedeeld met anderen. Dat is de definitie van deelvervoer in dit onderzoek.

Gebruikers zijn jong, autoloos, hoogopgeleid, wonen in de stad….

Gebruikers van deelvervoer zijn jonger dan gemiddeld, hebben vaker dan gemiddeld zelf geen auto, zijn relatief hoog opgeleid en wonen vaak in de Randstad. Ook hebben zij vaker een huishoudinkomen boven modaal. Gebruikers maken vooral gebruik van deelvervoer in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. De meeste gebruikers gebruiken deelvervoer in hun eigen woonplaats.

…gebruiken meerdere deelvervoermiddelen…

Vier op de tien gebruikers van deelvervoer gebruiken één deelvervoermiddel, de rest maakt gebruik van twee of meerdere deelvervoermiddelen. Deze laatste groep is bijvoorbeeld gebruiker van een deelfiets, maar maakt daarnaast ook gebruik van een deelauto en deelscooter.

…vooral voor bezoek vrienden/familie, dagje uit of evenementen

De voornaamste reden om gebruik te maken van een deelvervoermiddel is het bezoeken van vrienden/familie, een dagje uit of het bezoeken van evenementen (Figuur 1). De deelauto en deelbakfiets worden daarnaast relatief vaak gebruikt voor het halen en brengen van goederen. Voor woon-werkverkeer zijn de deelscooter en (elektrische) deelfiets populair.

Figuur 1 – Wat zijn voor u doorgaans de belangrijkste reisdoelen om gebruik te maken van deelvervoer?
Meerdere antwoorden mogelijk

Openbaar vervoer belangrijke terugvaloptie…

Is er geen deelvervoermiddel beschikbaar, dan vallen gebruikers vaak terug op de trein, tram, bus en de metro. Zeven op de tien gebruikers bezitten zelf geen auto, daarom is de auto vaak geen terugvaloptie.

…deelvervoer vervangt eigen auto, niet het OV…

Vaak wordt gedacht dat deelvervoer het openbaar vervoer vervangt en dus concurreert, zoals ook de terugvaloptie doet vermoeden. Maar dat is niet waar. Deelvervoer heeft de meeste invloed op omgang met een eigen auto. Als gevolg van deelvervoer hebben zeven op de tien gebruikers de aankoop van de auto uitgesteld, zijn zij niet meer van plan om een auto aan te schaffen of hebben zij de auto reeds weggedaan. 

…deelvervoer zet juist aan tot meer actieve mobiliteit

Omdat gebruikers kunnen beschikken over deelvervoer (en ze de eigen auto wegdoen) gebruiken ze minder passieve vervoermiddelen (zoals de eigen auto) en worden ze aangezet om meer actieve vervoermiddelen te gebruiken. Gebruikers van deelvervoer fietsen en lopen vaker.

Grootste barrière is prijs

Gebruikers van deelvervoer zijn enthousiast, toch worden zij in het gebruik van deelvervoer onder andere weerhouden door de prijs.Naast de prijs worden het aanbod, de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van deelvervoer als barrières genoemd voor de verdere acceptatie van deelvervoer.

En de niet gebruiker?

Dit onderzoek richt zich op de gebruiker van deelmobiliteit, die is enthousiast, maar hoe zit het dan met de niet gebruiker? Het Landelijk Reizigersonderzoek 2024 helpt bij het in perspectief plaatsen van de resultaten. De belangrijkste reden voor Nederlanders om geen gebruik te maken van de deelauto is dat ze een eigen auto hebben. Voor andere vervoermiddelen is dat omdat men deelvervoer nog nooit nodig heeft gehad. De uitdaging blijft, zorgen dat niet-gebruikers wel gaan gebruiken, bijvoorbeeld door ze de voordelen te laten zien, wellicht door ervaringen van gebruikers te delen, een zo laag mogelijke prijs en zorgen voor voldoende aanbod en beschikbaarheid van deelvervoer.

Onderzoeksverantwoording

Het gebruik van deelvervoer in Nederland neemt elk jaar toe, afgelopen jaar maakten twee op de tien Nederlanders gebruik van deelvervoer. In steeds meer gemeenten zijn aanbieders van deelvervoer actief. Om informatie over de gebruikers van deelvervoer op te halen voerden gemeenten en aanbieders van deelvervoer los van elkaar gebruikersonderzoek uit. Het programma Natuurlijk!Deelmobiliteit heeft Ipsos I&O gevraagd om het gebruikersonderzoek naar deelmobiliteit te centraliseren. Daarmee worden gebruikers niet overvraagd en ontstaat er één landelijk onderzoek, over de jaren heen brengen we op die manier de trends en ontwikkelingen van het gebruik van deelvervoer in Nederland in kaart.

In 2023 ontwikkelde Ipsos I&O in opdracht van het programma Natuurlijk!Deelmobiliteit samen met gemeenten en aanbieders van deelmobiliteit een standaard vragenlijst voor centraal georganiseerd gebruikersonderzoek. In het najaar van 2024 werd het onderzoek voor het eerst uitgevoerd. Aanbieders van deelvervoer verspreidden het onderzoek onder hun gebruikers. In totaal namen 5.733 gebruikers deel aan het onderzoek.

De respons op het onderzoek is bepaald door de aanbieders van deelvervoer die het onderzoek hebben uitgestuurd. De resultaten zijn daarmee niet representatief voor het gebruik van deelvervoer in Nederland. Het is van belang om hier rekening mee te houden bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Er is voorzichtigheid geboden bij het verbinden van conclusies aan de resultaten van het onderzoek. In mei start Ipsos I&O het onderzoek van 2025 op. Ook volgt binnenkort een dashboard met daarin de uitkomsten van het onderzoek van 2024. Meer weten? Neem contact met ons op!

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Stan Groenhuis

Onderzoeker

afbeelding

Bram Wolf

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.