I&O Zetelpeiling: nieuwe dynamiek in verkiezingsstrijd
Opgaande lijn VVD gestopt; D66 en CDA groeien
De VVD gaat van 45 naar 39 zetels in de I&O-peiling van juli 2020. Hiermee komt een einde aan de stijging van de VVD sinds maart dit jaar. De afstand tussen de VVD en de andere partijen is nog steeds groot, maar het verschil is duidelijk kleiner geworden.
Van de groep achtervolgers zien we dat twee partijen een stijging van drie zetels: D66 (van 11 zetels in juni naar 14 zetels nu) en CDA (van 14 naar 17 zetels).
Stemmotieven: stabiel bestuur en leiderschap belangrijker
De inhoud (het partijprogramma, 52%; de ideologie, 40%) zijn voor kiezers nog steeds het belangrijkst, maar op dit moment zijn leiderschap en stabiliteit belangrijke voorwaarden voor succes. In vergelijking met de vorige keer dat deze vraag is opgenomen (begin maart, vóór de coronacrisis), zien we dat ‘een stabiel bestuur van Nederland’ (van 23% naar 29%) en ‘de leider of lijsttrekker van deze partij’ (van 12 naar 25%) belangrijker stemmotieven zijn geworden. VVD, CDA en D66 profiteren hiervan.
VVD: Rutte nog meer gezien als betrouwbare premier
Op beide punten (leiderschap en stabiel bestuur) heeft de VVD de beste papieren. De tevredenheid met het kabinet Rutte III is stabiel hoog: 66 procent is tevreden met de prestaties van het kabinet-Rutte III, van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, 32 procent is dat niet of minder. Vooral de VVD krijgt hiervoor de credits. De VVD wordt door 58 procent van haar kiezers gekozen vanwege het stabiele bestuur dat ze biedt. De leider of lijsttrekker – Mark Rutte – geeft hier bij de VVD nog meer dan in maart de doorslag voor.
Mark Rutte kreeg in mei en juni al veel lof van de kiezers, dat is nog steeds zo: hij krijgt een 7,3 (was een 7,2), waarmee hij de hoogst gewaardeerde politicus is (gevolgd door Hugo de Jonge, Pieter Omtzigt en Sigrid Kaag).
En maar liefst 74 procent vindt Rutte “betrouwbaar als minister-president”. Begin maart, voor de corona-crisis, was dit 52 procent, waarmee hij ook al als beste scoorde.
Ook bij de vraag of politici “een goede visie hebben op waar het met het land naartoe moet”, staat Rutte bovenaan, met een duidelijk beter score dan in 2017 (van 49 naar 69%).
Ook voor VVD heeft regeren met Forum risico’s
De positie van de VVD is echter niet onaantastbaar. De groei van CDA en D66 – mede dankzij de rumour around the brand met lijsttrekkersverkiezing en benoeming van Kaag – laat zien dat ook de concurrentie zich positioneert en dat dit iets losmaakt. Een mogelijke samenwerking met Forum in een nieuwe regering – iets wat wel ter discussie staat bij het CDA maar veel minder bij VVD – kan eveneens een electoraal risico worden, ook voor de VVD. Als de VVD-leiding vooraf zou zeggen (eventueel) met FvD te willen regeren, neemt voor 35 procent (van degenen die nu op VVD zeggen te stemmen) de kans op een VVD-stem af en nog eens 6 procent zou zeker niet op VVD stemmen: bij elkaar opgeteld zou het negatieve effect dus 41 procent kunnen zijn. Het aandeel secundaire VVD-kiezers dat bij samenwerking met FvD dan juist op de VVD zou stemmen is groter dan bij het CDA (23% van de 2de voorkeur VVD-kiezers). Dit zijn vooral kiezers van FvD, CDA en PVV. Maar per saldo kan de VVD er meer kiezers mee verliezen dan winnen.
D66: Kaag-effect
D66 stijgt voor de tweede keer op rij met drie zetels: van 8 zetels in mei naar 14 zetels nu. Sinds mei is de nieuwe leider, Sigrid Kaag, beduidend bekender geworden. Nu kent 63 procent van de kiezers haar, dit was 45 procent in mei. Toch is zij nog steeds een van de minder bekende lijsttrekkers. De leider geeft beduidend vaker de doorslag bij D66: in maart dit jaar zei 7 procent op D66 te stemmen vanwege de leider (toen was dat nog Jetten), nu – met Kaag – is dat 34 procent. Sigrid Kaag wordt met een 6,6 goed gewaardeerd. Ze bezet een derde plaats – achter Rutte en De Jonge – als mogelijk ‘betrouwbare minister-president’: ze stijgt op dit onderdeel van 35 naar 54 procent.
CDA: Hugo de Jonge kan kiezers bij VVD, CU en GL weghalen
Bij het CDA – waar momenteel drie politici strijden om het leiderschap (Pieter Omtzigt, Mona Keijzer en Hugo de Jonge) – heeft De Jonge electoraal duidelijk de beste papieren. Hugo de Jonge kan het kiezerspotentieel voor het CDA vergroten en zal het nauwelijks verkleinen. Van de huidige primaire CDA-kiezers zegt 35 procent dat de kans nog groter wordt dat hij of zij op het CDA gaat stemmen en nog eens 54 procent zegt dat die kans even groot is als nu. 8 procent van de primaire CDA-kiezers zegt dat de kans zou afnemen. Van de secundaire CDA-kiezers zegt maar liefst 43 procent dat de kans dat ze op het CDA zouden stemmen zal toenemen als De Jonge de leider wordt. Dit geldt voor 38 procent van degenen die nu VVD zeggen te stemmen, 32% van de ChristenUnie-kiezers, 22% van de GroenLinks-kiezers en 18% van de PVV-kiezers.
Keijzer en Omtzigt: minder wervingskracht
Mona Keijzer en Pieter Omtzigt doen het onder primaire kiezers zeker niet slecht, maar minder goed dan De Jonge. Ze hebben vooral minder wervingskracht bij kiezers van andere partijen. Van de secundaire CDA-kiezers zou 17 procent het CDA sterker overwegen als Pieter Omtzigt de lijsttrekker wordt. Dit zijn vooral kiezers van CU (29%), D66 (20%) en PvdA (17%). Mona Keijzer maakt het CDA aantrekkelijker voor 9 procent van de kiezers. Alleen onder VVD-kiezers (11%) en PVV-kiezers (13%) is hier enige sprake van (verschillen met gemiddelde niet significant).
Regeren met Forum heeft ook voor CDA risico’s
Als het CDA zou aangeven open te staan voor regeren met FvD zou voor 32 procent (van degenen die nu CDA zouden stemmen) de kans op een CDA-stem afnemen, 16% zou zeker niet op CDA stemmen: samen 48 procent.
Van degenen die het CDA als tweede voorkeur hebben zegt 15 procent dat de kans dat ze dan over zouden stappen op het CDA toeneemt. Dit zijn vooral kiezers van FvD en VVD, maar de winst die dit zou kunnen opleveren is veel kleiner dan het aandeel kiezers dat zegt af te haken. Vooral degenen die enthousiast worden van Hugo de Jonge als lijsttrekker haken af bij mogelijke samenwerking met FvD.
Samenvattend CDA: met Hugo de Jonge heeft het CDA een betere kans de strijd met het VVD van Rutte aan te gaan, maar dit zal wel gevolgen hebben op de CDA-koers. Om succesvol te zijn zou dat een iets linksere (centrum-linkse) koers dienen te zijn en kan ze beter niet met FvD in een coalitie stappen.
Verantwoording
I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek uit onder 2.112 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek vond plaats van donderdag 3 tot maandag 6 juli 2020. Het grootste deel van de deelnemers (1.984) is afkomstig uit het I&O Research Panel. Daarnaast vulden 128 Nederlanders de vragenlijst in via het panel van Panelclix.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Bronvermelding
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron (I&O Research) duidelijk wordt vermeld.
Het volledige rapport
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur