Niet op vakantie kunnen gaan: 17% van de Nederlanders blijft ‘gedwongen’ thuis
Tijdens de zomermaanden doet zich elk jaar opnieuw weer een schifting voor: wie gaan er op vakantie en wie blijven er thuis? Wie zijn al geweest en wie gaan er pas na de zomer? I&O Research bracht het vakantiegedrag van de Nederlanders in 2015 in kaart.
Van alle Nederlanders gaat 77% dit jaar op vakantie. Van deze groep vakantiegangers gaat 33% alleen tijdens de zomermaanden (juli/augustus) op vakantie. De groep vakantiegangers die alleen voor of alleen na de zomer op vakantie gaat is groter: vier op de tien.
Zowel voor als na de zomer op vakantie gaan doet 11% van de vakantiegangers, terwijl nog eens 11% een vakantie tijdens de zomer combineert met een vakantie voor of na de zomerperiode. 4% van de vakantiegangers gaat zowel voor, tijdens als na de zomermaanden op vakantie.
Bijna een kwart van de Nederlanders (23%) gaat dit jaar niet op vakantie. Van deze groep thuisblijvers geeft 20% aan er geen behoefte aan te hebben om op vakantie te gaan. 8% vindt het zelfs prettig om thuis te zijn als anderen met vakantie zijn.
Voor 38% van de thuisblijvers geldt echter dat zij er geen geld voor hebben en voor 14% dat zij door ziekte of ander ongemak niet weg kunnen. Andere redenen om ‘gedwongen’ thuis te blijven zijn het werk, de woning (klussen of verhuizen), het feit dat men alleenstaand is, familieomstandigheden/overlijden, of juist de komst of aanwezigheid van een baby.
Van de Nederlanders die ‘gedwongen’ thuisblijven – dit geldt omgerekend voor 17% van alle Nederlanders – vindt ruim de helft (55%) het jammer dat zij moeten thuisblijven, terwijl veel mensen met vakantie gaan. Een kwart vindt het zelfs ‘heel jammer’.
Dit blijkt uit een landelijk representatief onderzoek van I&O Research onder 8.975 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het veldwerk liep van 30 juni t/m 14 juli 2015.
Robbert Zandvliet
Senior onderzoeksadviseur