Nederlandse scholieren in voortgezet onderwijs scoren onder basisniveau digitale geletterdheid
In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) voerde Ipsos I&O vorig jaar in samenwerking met het Kohnstamm Instituut en de Universiteit van Amsterdam het onderzoek ICILS uit. ICILS staat voor: International Computer and Information Literacy Study. In ICILS is de digitale geletterdheid van Nederlandse leerlingen in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs onderzocht en vergeleken met die van 34 andere landen. Dit onderzoek geeft inzicht in het niveau van digitale geletterdheid, en de rol van het onderwijs in de ontwikkeling van vaardigheden als computer- en informatiegeletterdheid en computationeel denken.
Computer- en informatiegeletterdheid onder basisniveau
Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse leerlingen gemiddeld onder het basisniveau* scoren van Computer- en informatiegeletterdheid. Dit aspect van digitale geletterdheid, dat onder andere mediawijsheid omvat, is bij Nederlandse leerlingen beperkt ontwikkeld. Veel leerlingen missen de essentiële vaardigheden om de betrouwbaarheid van digitale informatie te kunnen verwerken en beoordelen. Ook hebben veel leerlingen slechts basale vaardigheden om met computers om te gaan. Eén op de drie leerlingen kan niet goed een computer bedienen.
Computationeel denken op basisniveau
Nederlandse leerlingen scoren gemiddeld op het basisniveau van Computationeel denken. Dit is een vaardigheid die draait om probleemoplossend vermogen en algoritmisch denken. Het gaat bijvoorbeeld om het opsplitsen van complexere problemen in kleinere deelproblemen, om zo stapsgewijs tot een oplossing te komen die een persoon of computer kan uitvoeren. Computationeel denken wordt gezien als een cognitief proces dat de basis vormt voor programmeren.
Verschillen tussen leerlingen
Meisjes scoren hoger dan jongens op Computer- en informatiegeletterdheid, terwijl beide groepen gelijk scoren op Computationeel denken. Er zijn duidelijke verschillen tussen onderwijstypes. Op het vwo halen de meeste leerlingen het basisniveau voor digitale geletterdheid, maar dat geldt niet voor het praktijkonderwijs of het vmbo.
Internationale vergelijking
Leerlingen uit het Nederlandse voortgezet onderwijs presteren rond het gemiddelde van alle landen die hebben deelgenomen aan ICILS als het gaat om Computer- en informatiegeletterdheid. Maar voor Computationeel denken liggen de scores significant lager dan het internationale gemiddelde. Nagenoeg alle OESO-landen behalen hogere scores dan Nederland. Dit duidt op een aanzienlijke behoefte aan verbetering.
Dataverzameling op scholen
Ipsos I&O verzorgde de dataverzameling van ICILS 2023, waaronder de werving van scholen en afname van digitale opdrachten bij leerlingen op school, in de periode februari tot juli 2023. Een steekproef van 155 Nederlandse middelbare scholen (en reservescholen) is benaderd voor dit onderzoek. Deze steekproef is getrokken uit een lijst van scholen die is opgesteld op basis van openbaar beschikbare data van DUO. Er hebben 47 scholen deelgenomen, met 1.288 leerlingen en 300 leraren. Ook zijn 31 schoolleiders en 32 ICT-coördinatoren bevraagd door middel van een online vragenlijst.
Over ICILS
ICILS (International Computer and Information Literacy Study) onderzoekt elke vijf jaar de digitale geletterdheid van jongeren wereldwijd. Het biedt waardevolle inzichten in de rol van het onderwijs bij de ontwikkeling van deze vaardigheden. De resultaten geven beleidsmakers, scholen en leraren handvatten om digitale geletterdheid verder te ontwikkelen en in het onderwijs te integreren. Nederland deed voor de tweede keer mee, na deelname aan het eerste ICILS-onderzoek in 2013.
Meer informatie
Zie hier de publicatie en het volledige rapport van ICILS 2023.
* De gemiddelde behaalde score voor Computer- en informatiegeletterdheid in Nederland komt overeen met niveau 1 (op een vastgestelde vaardigheidsschaal van 1 tot 5), terwijl niveau 2 wordt gezien als het basisniveau om effectief deel te kunnen nemen aan een digitale maatschappij.
Kimberly Farzan
Senior onderzoeker
Rosan Nijkamp
Onderzoeker