Nederlanders verheugen zich op post-coronatijd
Leven zonder belemmeringen en erop uit
Men verheugt zich er vooral op weer normaal – zonder belemmeringen – te kunnen leven. “Geen mondkapje meer hoeven dragen” is met 67 procent het meest genoemd, “anderen weer kunnen aanraken of knuffelen” is een ander genot in deze categorie (door 52% genoemd). De helft zou het heel fijn vinden “niet meer steeds bij alles na te moeten denken” en 43 procent noemt “geen anderhalve meter afstand hoeven houden”. Verder wil men er vooral weer op uit: met vakantie naar het buitenland (59%) of in Nederland (28%). Of, dichter bij huis, naar een restaurant (65%), café (32%), theater of concert (45%), winkel (42%), museum of tentoonstelling (34%) kunnen gaan.
Jongeren (tot 25 jaar) hebben duidelijk een andere top 10 dan ouderen: ze willen het liefst met vakantie naar het buitenland, naar een theater, concert of festival, naar school, anderen weer kunnen aanraken of knuffelen en weer nieuwe mensen ontmoeten.
Steun voor coronamaatregelen neemt toe
Met het einde van de coronacrisis in zicht, maakt de steun voor de coronamaatregelen een fikse opleving door. Op dit moment staat 67 procent van de Nederlanders achter de coronamaatregelen (de manier waarop het kabinet in het algemeen omgaat met de coronamaatregelen), begin mei was dat 56 procent.
De steun voor de economische maatregelen is nog steeds lager, maar steeg eveneens: van 48 procent naar 56 procent. Deze indicator zit al langer in de lift.
Twee derde wil verder versoepelen
Een maand geleden zagen we nog sterke verdeeldheid met betrekking tot de versoepelingen (ruim de helft wilde een pas op de plaats maken, 41% wilde verder versoepelen). Nu wil bijna de helft verder versoepelen (47%) of de maatregelen helemaal loslaten (18%). Samen twee derde (65%). Maar heel weinig mensen (4%) willen weer strengere maatregelen.
Steun versoepeling concrete maatregelen groot
Alle versoepelingen die sinds 5 juni gelden kunnen – in meerderheid – rekenen op steun.
In vergelijking met een maand geleden is de steun voor de versoepelingsmaatregelen toegenomen en die voor enkele belangrijke maatregelen die gehandhaafd blijven juist afgenomen.
Het (verder) openen van cafés, restaurants, terrassen, musea, bioscopen, poppodia en theaters kan rekenen op de steun van driekwart van de Nederlanders. Een maand geleden was nog ‘slechts’ 54 procent het eens met het openen van de terrassen van 12-18 uur, nu mogen ze tot 22 uur openblijven en vindt 75 procent dat goed.
Steun voor anderhalve-meter-maatregel en mondkapjes neemt af
De steun voor de anderhalve-meter-maatregel is nog steeds hoog, maar neemt wel af (van 80% in mei naar 68% in juni). Ook de noodzaak van het mondkapje in winkels en het ov is voor minder mensen evident.
Nederlanders houden zich veel minder aan de maatregelen
Nederlanders doen nog van alles om de coronamaatregelen te respecteren. Ze dragen mondkapjes in winkels, in het ov als ze daar komen en niezen in elleboog of zakdoek. Men houdt zich echter beduidend minder aan de belangrijkste coronamaatregelen. Men houdt duidelijk minder vaak afstand (van 94% naar 69%) en men draagt het mondkapje buitenshuis minder vaak (van 67% naar 38%[1]).
Verantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 4 juni tot maandag 7 juni 2021. I&O Research voerde dit onderzoek uit in opdracht van de NOS. Er werkten in totaal 2.004 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Een deel van de vragen is voorgelegd aan random de helft van de steekproef. Dit is bij de betreffende vragen aangegeven.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Download hier het volledige rapport.
[1] Het verschil kan vergroot zijn doordat in juni 2021 “buitenshuis een mondkapje dragen” in één scherm stond met de categorieën “in een winkel een mondkapje dragen” en “in het ov een mondkapje dragen”, waardoor men ‘buitenshuis’ gelezen kan hebben als ‘buiten’. In januari en daarvoor werden alleen de vier gedragingen aangeboden.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Laurens Klein Kranenburg
Senior onderzoeker