Nederlanders kritischer over opstelling kabinet inzake Israël/Gaza

22 april 2025 | Peter Kanne & Maartje van de Koppel
Sinds de grootschalige aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 is er oorlog in de Gazastrook. Steeds minder Nederlanders staan achter het Nederlandse beleid t.a.v. het conflict, zien we in de vierde meting over deze oorlog.
Bekijk het rapport (PDF)

Sinds de grootschalige aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 is er oorlog in de Gazastrook, de thuisbasis van Hamas. Sinds maart voert Israël – na een staakt-het-vuren – weer aanvallen uit op doelen in Gaza.

Sinds oktober 2023 vragen we Nederlanders hoe ze aankijken tegen dit militaire conflict waarbij nog steeds veel slachtoffers vallen. In dit rapport doen we verslag van de vierde meting, uitgevoerd van 11 tot 14 april 2025 onder 1.056 Nederlanders van 18 jaar of ouder.

Aandacht voor conflict stabiel; zorgen nemen gestaag af

De helft van de Nederlanders (50%) zegt het conflict tussen Israël en de Palestijnen op de voet of op hoofdlijnen te volgen. Dat is vergelijkbaar met september 2024, maar lager dan eind 2023.

Aanvankelijk maakten circa vier op vijf Nederlanders (79%) zich (veel of enige) zorgen over het conflict, eind 2024 was dat gedaald naar 67 procent, nu is dat nog 62 procent.

Zorgen gaan vooral uit naar de vele burgerslachtoffers die er vallen en het leed dat door de oorlog wordt veroorzaakt. Er is flinke kritiek op de wijze waarop Israël zich opstelt in het conflict en het geweld dat wordt gebruikt. Een deel van de respondenten – circa één op tien van degenen die de open vraag invulden, circa één op twintig van alle respondenten – zegt spontaan dat Israël genocide pleegt. Dit laatste in een open vraag naar waarover men zich zorgen maakt, de term ‘genocide’ is in de vraag niet expliciet voorgelegd. Velen spreken in de open vraag hun onbegrip en frustratie uit over het ‘wegkijken’ en de ‘passiviteit’ van Nederland, Europa en de Verenigde Staten in reactie hierop. Ook Hamas wordt nog steeds veroordeeld.  Een respondent:

“Er is een genocide gaande en er wordt niets gedaan om Israël te stoppen. Ze lijken ongehinderd hun gang te kunnen gaan. Israël houdt blijkbaar de steun van Amerika en Europa wat ze ook doen. Ik vind dat onbegrijpelijk en het maakt me boos.”

Daarnaast maakt vreest men dat het conflict verder zal escaleren of zich zal uitbreiden in de regio en/of in Europa. Veel respondenten zijn pessimistisch over een mogelijk einde aan het conflict. Tot slot maakt een deel van de respondenten zich zorgen over toenemend antisemitisme en polarisatie in Nederland als gevolg van het conflict.

Steeds minder Nederlanders staan achter Nederlands beleid

Steeds minder Nederlanders staan achter het Nederlandse beleid t.a.v. het conflict. In oktober 2023 betrof dit 29 procent, een jaar later (september 2024) was dat nog 21 procent en nu is dat verder gedaald naar 15 procent. Het aandeel dat ‘helemaal niet’ achter het regeringsbeleid op dit punt staat groeide het afgelopen halfjaar van 19 naar 27 procent.

Figuur 1: In welke mate staat u achter de manier waarop de Nederlandse regering omgaat met het conflict tussen Israël en de Palestijnen? Basis: allen (n=1.056)

VVD- en CDA-kiezers kritischer
De dalende steun voor het overheidsbeleid zien we over de hele linie. D66- en GL-PvdA-kiezers waren niet positief en zijn dat nog steeds niet. Van de VVD- en CDA-kiezers, die eerst in meerderheid achter de benadering van het kabinet stonden, staat nu nog maar respectievelijk 32 en 20 procent hier achter. Onder PVV-kiezers is dat 23 procent.

Nederlanders willen kritischer opstelling Nederland t.a.v. van Israël

Bijna zes op de tien (57%) Nederlanders vinden dat de militaire reactie van Israël op de aanvallen van Hamas buitenproportioneel is. In september 2024 was dat nog 46 procent.

Ruim de helft (54%) vindt nu dat de Nederlandse regering zich kritischer moet opstellen t.a.v. van Israël dan het nu doet. Dit was 47 procent eind vorig jaar. Het aandeel dat de huidige opstelling van het kabinet met betrekking tot het conflict goed vindt, daalt: van 21 procent in oktober 2023, via 16 procent in september 2024 naar 13 procent nu. Veel mensen weten het niet: 25 procent.

Verantwoordelijkheid primair bij Hamas, Israël en Netanyahu

De verantwoordelijkheid voor het oplaaien van het conflict tussen Israël en de Palestijnen wordt vooral gelegd bij Hamas, de staat Israël en premier Netanyahu. Andere partijen die bij het conflict betrokken zijn (de VS, de Palestijnse Autoriteit of Iran) worden beduidend minder vaak genoemd, maar de aandelen ‘weet ik niet’ zijn hier ook veel groter. 

In vergelijking met het begin van het conflict zien we nu dat Hamas iets minder vaak verantwoordelijk wordt gehouden. Waarmee Hamas en premier Netanyahu nu even vaak genoemd worden, terwijl daar aanvankelijk 23 procentpunt tussen zat. 

Figuur 2: In hoeverre houdt u de volgende spelers verantwoordelijk voor het oplaaien van het conflict?
Getoond in de figuur: alleen % volledig + grotendeels verantwoordelijk. Basis: allen (n=1.056).

Ongeveer de helft pleit (nog steeds) voor een twee-statenoplossing: nu 49 procent, dat was 48 procent eind 2024 en 57 procent in 2023. 

Vier op tien (44%) zeggen: Ik mis de nuance in het Nederlandse debat over de kwestie Israël -Palestina. Dit was 37 procent in september 2024.

Eén op drie Nederlanders zeggen te snappen dat Israël doorgaat met oorlog voeren in Gaza, zolang Hamas gijzelaars blijft vasthouden. Een zelfde aandeel (31%) is het daar niet mee eens.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 11 tot maandagochtend 14 april 2025. Er was geen opdrachtgever.

In totaal werkten 1.056 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Ruim honderd deden mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren, lager opgeleiden en respondenten met een niet-westerse achtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=1.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 3,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Maartje van de Koppel

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.