Nederlanders bezorgd over tekort aan vakmensen
Acht op de tien Nederlanders ervaren een tekort aan vakmensen in hun omgeving, blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de initiatiefnemers van de Week van het Vakmanschap. Negen op de tien Nederlanders beschouwen dit als groot probleem. Zij pleiten daarom voor meer waardering voor praktische beroepen.
Het tekort aan vakmensen
Een grote meerderheid van de Nederlanders (82%) herkent het tekort aan vakmensen in hun eigen omgeving. De gevolgen zijn vooral merkbaar in de bouw, installatie, gezondheidszorg, energievoorziening en horeca, met lange wachttijden, hogere kosten en moeilijk vervulbare vacatures als gevolg. Een oorzaak ligt volgens Nederlanders in de afnemende interesse in praktische beroepen onder jongeren. Zij lijken steeds vaker te kiezen voor een kantoorfunctie en een hbo- of universitaire opleiding. Dit draagt bij aan breed gedeelde zorgen over de toekomst van vakmanschap in Nederland. Negen op de tien Nederlanders beschouwen het tekort als een groot probleem (90%) en vinden dat er meer geïnvesteerd moet worden in vak- en beroepsopleidingen (91%).
Figuur 1.1 Stellingen over het tekort aan vakmensen (Basis: algemeen Nederlands publiek, n=2026)

Onderwaardering praktisch onderwijs
Negen op tien Nederlanders (88%) vinden dat praktisch onderwijs als minder belangrijk wordt gezien dan theoretisch onderwijs. Vier op tien Nederlanders (44%) vinden dat beroepsopleidingen een negatief imago hebben. Deze perceptie leeft met name onder theoretisch opgeleiden en ouders van havo- en vwo-leerlingen. Ouders van havo- en vwo-leerlingen stimuleren vaker een doorstroom naar havo of hbo, omdat ze denken dat deze opleidingen betere carrièremogelijkheden bieden (84% van de havo-ouders en 67% van de vwo-ouders). Ook het aanzien van de opleiding (65% resp. 75%) en verwachtingen van de omgeving (48% resp. 54%) spelen een rol. Vakmensen zelf zien dat het moeilijker is om jongeren enthousiast te krijgen voor een beroepsopleiding (64%) en dat mensen een slecht beeld van de carrièremogelijkheden hebben (67%).
Figuur 1.2 Stellingen over de waardering van vakmanschap (Basis: algemeen Nederlands publiek, n=2026)

De meeste Nederlanders zien oplossingen in betere waardering en beloning van vakmensen. Het verhogen van salarissen (68%), betere voorlichting over beroepsopleidingen op middelbare scholen (62%) en het combineren van werk en opleiding (57%) worden het vaakst genoemd als maatregelen. Eén op de tien Nederlanders is zelf bereid een vakopleiding te volgen of zich om te scholen. Nog eens 29 procent geeft aan hier mogelijk voor open te staan, mits er baangarantie (43%), een hoger salaris (41%) of de mogelijkheid om werk en studie te combineren (39%) wordt geboden. Daarnaast is meer dan de helft van de Nederlanders (56%) voorstander van een naamsverandering van “middelbaar” en “hoger” beroepsonderwijs naar “praktisch” en “theoretisch” onderwijs, om gelijkheid te bevorderen.
Figuur 1.3 Het is veel beter om te spreken over theoretisch opgeleiden en praktisch opgeleiden dan over middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs. (Basis: algemeen Nederlands publiek, n=2026)

Structurele veranderingen nodig
Naast praktische maatregelen pleiten veel Nederlanders voor structurele veranderingen, zoals een betere beeldvorming en maatschappelijke erkenning van vakmanschap. Denk daarbij aan het stimuleren van leerwerktrajecten en het verbeteren van de voorlichting op middelbare scholen over de carrièremogelijkheden binnen het praktisch onderwijs. De perceptie dat theoretisch onderwijs meer carrièremogelijkheden biedt, lijkt diepgeworteld, vooral onder theoretisch opgeleiden.
Week van het Vakmanschap
Het onderzoek wordt gepresenteerd tijdens de Week van het Vakmanschap. Dit is een vijfdaags loopbaanoriëntatie-evenement voor vmbo- leerlingen en havisten. Door te laten zien hoe waardevol en toekomstbestendig vakmanschap is, hoopt de Week van het Vakmanschap een nieuwe generatie vakmensen te inspireren. Het programma is ontwikkeld door verschillende scholen in samenwerking met diverse bedrijven en instellingen. De Week van het Vakmanschap loopt van 17 tot en met 21 maart 2025[1].
[1]Vakmensen zijn onmisbaar in vitale sectoren zoals de zorg, transport, detailhandel, hospitality en de techniek. Zij dragen bij aan onze economische welvaart, maar ook aan onze veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. De groeiende vraag naar vakmensen benadrukt het belang van waardering en investeringen in het mbo.
Onderzoeksverantwoording
We vroegen Nederlanders wat zij vinden van vakmanschap en waar zij zelf mogelijke oplossingen zien voor het tekort. In totaal namen 2.026 Nederlanders deel aan het onderzoek, onder wie 566 mensen die zichzelf als vakman of –vrouw zien. Het onderzoek vond plaats in februari 2025. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Het onderzoek is daarmee representatief op deze kenmerken.
Opdrachtgevers:
Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van de initiatiefnemers van de Week van het Vakmanschap: MBO Raad, WorldSkills Netherlands, Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), ROC van Amsterdam – Flevoland, Dunamare onderwijs, Wij Techniek, ondersteund door het ministerie van OCW, FME, Gemeente Amsterdam en ORAM – Ondernemend Amsterdam.
Tijdens de Week van het Vakmanschap presenteert Ipsos I&O dit onderzoek.

Leon Heuzels
Onderzoeksadviseur

Emma van der Heijden
Onderzoeker