Nederland leeft mee met onschuldige slachtoffers in Israël en Gaza

De Nederlandse bevolking volgt het conflict tussen Israël en de Palestijnen en maakt zich zorgen. Hamas wordt doorgaans gezien als de aanstichter van het oplaaien van het geweld, maar men vindt ook dat de Nederlandse regering kritischer moet zijn op Israël. Ze vinden vooral dat de regering moet oproepen geen onnodige burgerslachtoffers te maken in Gaza. Zo blijkt uit onderzoek van I&O Research in samenwerking met de Volkskrant.
26 oktober 2023 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

Ruim zeven op de tien Nederlanders (72%) volgen het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Acht op tien maken zich zorgen over het conflict tussen Israël en de Palestijnen (79%).

Het valt in de eerste plaats op hoe genuanceerd mensen reageren. Men is vooral begaan met al de onschuldige slachtoffers die dit conflict maakt, aan beide kanten. Velen kijken naar de historie, het ontstaan van de staat Israël in 1948. Een NSC-kiezer zegt: ‘Ik ken erg bang voor escalatie, ook hier in het westen. De Jodenhaat neemt weer enorm toe’. Veel respondenten verwoorden deze angst. Uitsluitend zorg en uitzichtloosheid met betrekking tot een oplossing. (Al ziet 58% de twee-statenoplossing als enige manier om het voortdurende geweld tussen Israël en de Palestijnen te doorbreken.)

De reacties zijn als volgt samen te vatten:

  • Verschrikkelijk dat er zoveel onschuldige slachtoffers vallen, aan beide kanten;
  • Bang dat het escaleert, angst voor een wereldoorlog;
  • Beide kanten hebben schuld:
    • Hamas heeft met deze verschrikkelijke daad vlam weer in de pan doen slaan;
    • Angst voor toenemend antisemitisme
    • Begaan met lot Palestijnen, Israël onderdrukt de Palestijnen al (te) lang;
    • De rest van de wereld kijkt (al te lang) weg
  • Deze oorlog kan Poetin de gelegenheid geven kans te grijpen in Oekraïne

Veel Nederlanders (43%) missen de nuance in het Nederlandse debat over de kwestie Israël-Palestina en 61 procent vindt dat Nederlanders te snel denken in termen van goed en fout over de kwestie Israël-Palestina.

Betrokkenheid groot, maar iets minder dan bij oorlog in Oekraïne

In vergelijking met de oorlog in Oekraïne – met name toen deze uitbrak in maart 2022- volgt men de oorlog in Israël iets minder en maakt zich er ook iets minder zorgen om. Toen de oorlog tussen Rusland en Oekraïne uitbrak volgde 87 procent die (nu dus 72%) en maakte 90 procent zich zorgen (nu 79%).

Met name Hamas verantwoordelijk gehouden voor oplaaien conflict

De verantwoordelijkheid voor het oplaaien van het conflict wordt in de eerste plaats en in sterke mate gelegd bij Hamas: driekwart houdt Hamas verantwoordelijk. Bijna niemand (4%) zegt nauwelijks tot niet.   

Ruim de helft (53%) van de Nederlanders vindt dat er geen enkele rechtvaardiging is voor de aanval van Hamas, 13 procent is het daar niet mee eens. Alleen onder de DENK-aanhang is een groter deel het ermee oneens (41%) dan eens (32%).

Na Hamas houdt men Israël (45%) en meer nog premier Netanyahu (51%) verantwoordelijk.

De Palestijnse Autoriteit (dat de leiding heeft over delen van de Westelijke Jordaanoever, maar niet over de Gazastrook) dicht men, met 28 procent, beduidend minder verantwoordelijkheid toe.

Slechts 15 procent steunt Israël onvoorwaardelijk; weinig steun reactie Nederlandse regering

Slechts 15 procent vindt dat de Nederlandse regering Israël onvoorwaardelijk moet steunen (zoals premier Rutte aanvankelijk deed[1]). Het is dus niet verrassend dat slechts een kwart achter de reactie van de Nederlandse regering staat. Ruim de helft (55%) staat daar niet achter.

De vraag naar steun voor het regeringsoptreden stellen we sinds maart 2022 ook m.b.t. de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Er was en is er juist veel steun voor de manier waarop de regering hier mee omgaat (twee weken geleden: 55% steunt het, 20 procent niet).

Alleen onder kiezers van SGP, VVD, CU en CDA zien we dat de helft of meer de manier waarop de Nederlandse regering omgaat met het conflict tussen Israël en de Palestijnen steunt.

“Nederland moet kritischer zijn op Israël”  

Ruim de helft van de Nederlanders (55%) vindt dat de Nederlandse regering kritischer moet zijn op Israël dan het nu is. (Dit onderzoek vond plaats van zondagavond 22 oktober tot dinsdagochtend 24 oktober, grotendeels voor het bezoek van premier Rutte aan Israël en de Palestijnse Autoriteit. Tijdens zijn gesprek met Netanyahu drong hij erop aan dat Israël burgerslachtoffers probeert te voorkomen). 

Eén op vijf (21%) vindt de regeringsreactie goed, slechts 6 procent vindt dat Nederland meer steun moet bieden aan Israël.

Acht op tien: Israël, maak geen onnodige burgerslachtoffers in de Gazastrook

Het is niet zo dat een ruime meerderheid vindt dat Nederland meer voor de Palestijnen moet opkomen (43% vindt dat), wel vindt een zeer ruime meerderheid (78 procent) dat de Nederlandse regering Israël moet oproepen geen onnodige burgerslachtoffers te maken in de Gazastrook. 

Oorlog in Israël en Gaza heeft (nog) nauwelijks impact op verkiezingen

Met de stelling “Het conflict tussen Israël en de Palestijnen weegt zwaar mee bij mijn partijkeuze bij de Tweede Kamerverkiezingen” is 9 procent het eens. Vooral voor DENK-kiezers is het een belangrijk punt.

Toch zien we dit niet of nauwelijks terug in de zetelpeiling van 24 oktober. Er zijn wel kiezers die switchen van de ene naar de andere partij en daarbij het Israël-Palestina-conflict aanhalen, soms omdat men de manier waarop de partij ermee omgaat goed vindt, soms omdat ze dat juist niet vinden, maar per saldo is de invloed van het conflict op het voorgenomen stemgedrag te verwaarlozen. Ook op de vraag waar de verkiezingen over moeten gaan komen geen antwoorden die suggereren dat het conflict in het midden oosten het verloop van de verkiezingen op dit moment beïnvloedt. Dreiging van terrorisme en de oorlog in Israël/Palestina worden door respectievelijk 4 en 3 procent genoemd.

Verschillen naar leeftijd: jongeren minder kennis en iets minder zorgen

Staan jongeren en ouderen anders in deze kwestie? Ja, maar het is niet heel eenduidig.

In de eerste plaats zien we dat jongeren zelf vaak aangeven hooguit ‘een beetje’ (68%) te weten van het conflict tussen Israël en de Palestijnen, slechts 19 procent zegt er ‘veel’ van te weten. Van de ouderen (50+) zegt 30 procent er veel van te weten, de rest veelal minimaal een beetje (62%).

Verder maken jongeren zich iets minder zorgen dan ouderen. Van de 50-64-jarigen maakt 82 procent zich veel tot enige zorgen, onder 65-plussers is dat 93%. Onder jongeren ligt dat ook hoog (bijna 70%), maar duidelijk lager dan onder de ouderen.

Op de vraag in welke mate men achter de manier staat waarop de Nederlandse regering omgaat met het conflict tussen Israël en de Palestijnen zien we onder jongeren een nog kritischer beeld dan onder ouderen. Van de 65-plussers staat 35 procent achter de kabinetsreactie, van de jongeren is dat 17% (18-24 jaar) en 19 procent (25-34 jaar). Het aandeel dat er niet achter staat is ongeveer gelijk, jongeren weten het vooral vaker niet.

Jongeren minder onvoorwaardelijk achter Israël, maar niet vaker achter Palestijnen

Jongeren vinden nog minder vaak dan gemiddeld dat de Nederlandse regering Israël onvoorwaardelijk moet steunen (8 à 9%), ruim de helft van de jongeren vindt van niet.

Van de ouderen vindt ook maar een minderheid dit (18 à 22%), maar zij kiezen vaker een neutrale positie. 

Het is echter ook niet zo dat jongeren onvoorwaardelijk achter de Palestijnen staan. De stelling Nederland moet meer voor de Palestijnen opkomen (38% is het hier gemiddeld mee eens) wordt door jongeren niet vaker onderschreven dan door ouderen en ook vinden jongeren niet vaker dat de regering Israël moet oproepen geen onnodige burgerslachtoffers te maken in de Gazastrook (maar wel vaak: twee derde tot driekwart, gemiddeld: 78%).

Het verschil tussen jongeren en ouderen zit hem vooral in de kennis: jongeren zeggen op alle stellingen beduidend vaker het niet te weten, waarmee ze – per saldo wel minder vaak onvoorwaardelijk achter Israël staan, maar niet vaker achter de Palestijnen.

Verantwoording

Dit onderzoek vond plaats van zondagavond 22 oktober (21.30 uur) tot dinsdagochtend 24 oktober (9 uur). In totaal werkten 2.225 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 103 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.

I&O Research voerde dit onderzoek uit in samenwerking met de Volkskrant.


[1] Dit onderzoek vond plaats van zondagavond 22 oktober tot dinsdagochtend 24 oktober, grotendeels voor het bezoek van premier Rutte aan Israël en de Westelijke Jordaanoever. Bij dat bezoek heeft Rutte zijn steun voor Israël opnieuw uitgesproken, maar ook opgeroepen tot proportionaliteit en het niet schenden van het oorlogsrecht. 

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.