Motivatie voor sport vooral persoonlijk van aard

30 juni 2025 | Roy van der Hoeve & Teije ten Den
Samen met het Mulier Instituut onderzocht Ipsos I&O motieven en belemmeringen voor deelname aan sportieve activiteiten. Dit onderzoek richtte zich specifiek op achterblijvende groepen, zoals mensen met een motorische beperking, met een lage sociaaleconomische status (SES) en ouderen (65 tot 80 jaar). De belangrijkste verklaring voor sportdeelname is de ontwikkeling van sportieve gewoonten. Als deze niet zijn ontwikkeld dan heeft financiële ondersteuning of een beweegvriendelijke omgeving nauwelijks meerwaarde.
Motivatie voor sport vooral persoonlijk van aard

Motieven en belemmeringen om te sporten

Een belangrijke doelstelling van de overheid is het stimuleren van deelname aan sport en bewegen vanwege de grote gezondheidswinst van deze activiteiten. Om in kaart te brengen waarom sommige groepen achterblijven in sportdeelname heeft Mulier Instituut een grootschalig onderzoek uitgevoerd, waarbij Ipsos I&O de dataverzameling verzorgde. Met dit onderzoek zijn achtergronden van motieven en belemmeringen voor sportieve activiteiten inzichtelijk gemaakt.

Sportsocialisatie, gezondheidseffecten en fysieke belemmeringen belangrijkste verklaringen

In het onderzoek zijn diverse bouwstenen van motieven en belemmeringen onderzocht om sportief gedrag te verklaren. Het opgroeien met het beoefenen van sport in de jeugd en de sportdeelname van de ouders wordt ook wel sportsocialisatie genoemd. Deze socialisatie lijkt de belangrijkste verklaring voor het (blijven) beoefenen van sport (of juist niet).
Bij weinig actieve mensen met een motorische beperking, of lage sociaaleconomische status (SES), of 65-plussers is dit vaker negatief dan positief. Daarop volgt de overtuiging van gezondheidseffecten. Sportieve mensen zijn vaker overtuigd van de positieve effecten van sportieve activiteiten op de gezondheid. Ten derde spelen fysieke belemmering een belangrijke rol om geen sportieve activiteiten te beoefenen. Hoe sterker de fysieke beperking, hoe lager de deelname aan sportieve activiteiten.

Figuur.1 Verklaring sportdeelname (Mulier Instituut, 2025) [1]


[1] Op basis van Theorie van gepland gedrag; Fishbein en Azjen (1975).

Beperkt in mogelijkheden

Mensen met een motorische beperking beoefenen het minst vaak sportieve activiteiten. Het hebben van een fysieke beperking is de belangrijkste verklaring voor deze groep. Ook weten zij minder goed hoe ze sportieve activiteiten kunnen beginnen (drempelvrees), hebben minder andersoortige beweging, zijn minder overtuigd van de gezondheidseffecten en hebben minder sportsocialisatie ervaren in de kindertijd.

Minder overtuigd van belang, minder ervaring en minder motivatie

Nederlanders met een lage sociaaleconomische status scoren laag op de overtuiging van gezondheidseffecten van sport. Ook hebben ze vaak minder andere beweegactiviteiten en vaker een gebrek aan motivatie en drempelvrees

Ouderen sporten voor gezondheid

Voor ouderen is de belangrijkste verklaring voor sportief gedrag de overtuiging van gezondheidseffecten. Daarnaast speelt de sociale steun van de omgeving mee, net als de fysieke beperkingen en drempelvrees.

Financiën niet doorslaggevend

Financiële beperkingen zijn niet doorslaggevend voor de deelname aan sportieve activiteiten, blijkt uit het onderzoek. Dit is wel vaker een drempel bij mensen met een lage SES, maar ook voor hen is deze niet bepalend.

Persoonlijke factoren meest bepalend; lastig te beïnvloeden door beleid

De motieven en belemmeringen voor de deelname aan sportieve activiteiten zijn volgens de uitkomsten van dit onderzoek vooral persoonlijk van aard. Denk aan motivatie, gebrek aan tijd en een stimulerende omgeving. Deze (persoonlijke) factoren zijn nauwelijks via beleidsmaatregelen te beïnvloeden. Wel zijn de gevolgen te verzachten: bijvoorbeeld via het beschikbaar stellen van sporthulpmiddelen bij fysieke belemmeringen. Financiële belemmeringen zijn ook te verminderen, bijvoorbeeld met subsidies. Maar zelfs voor mensen met een lage sociaaleconomische status zijn die belemmeringen niet doorslaggevend voor of ze wel of niet sporten.

De fysieke omgeving speelt ook geen serieuze rol voor of mensen sporten of niet. Vooral niet als mensen al geen vanzelfsprekende sportieve gewoonte hebben of het belang van sport voor de gezondheid niet zien.

Zie voor meer informatie en de publicatie van dit onderzoek op de website van het Mulier instituut. Link: Vooral persoonlijke redenen bepalen of mensen wel of niet sporten – Mulier Instituut.

Onderzoeksverantwoording

De dataverzameling vond in mei 2023 plaats in het Ipsos iSay-Panel. Allereerst is er een selectieonderzoek uitgevoerd onder ongeveer 37.000 panelleden. Hieruit zijn vervolgens mensen geselecteerd op basis van hun sportgedrag en achtergrond. Uiteindelijk hebben 3.009 panelleden tussen de 25 en 80 jaar aan het hoofdonderzoek deelgenomen. De resultaten zijn gewogen op de leeftijd, geslacht, opleiding en regio en op deze manier representatief op basis van deze kenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Roy van der Hoeve

Onderzoeksadviseur

afbeelding

Teije ten Den

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.