Katholieken niet optimistisch over de toekomst van hun kerk
De verbondenheid die katholieken ervaren met de kerkelijke instituten is laag. Vaak zijn ze het ook niet eens met de standpunten die de kerk aanhoudt. Voor veel voormalig katholieken waren dit ook redenen de kerk te verlaten, maar van de huidige actieve katholieken is maar een klein deel dat van plan. Het geloof belijden en het gemeenschapsgevoel blijven voor hen belangrijke redenen om naar de kerk te gaan, hoewel de verwachting wel is dat de kerkgang na de coronacrisis verder zal afnemen. Aangezien er uit Nederland weinig nieuwe aanwas is, worden priesters uit het buitenland, ondanks de taalbarrière, met open armen ontvangen. In actie komen om de kerk te redden als deze nog meer in nood raakt, lijkt bij de gelovigen niet hoog op de agenda te staan. Veel katholieken kijken dan ook niet optimistisch naar de toekomst van hun kerk. Dit alles blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van dagblad Trouw.
Verbondenheid katholieken met kerkelijke instituten laag
We zien dat de verbondenheid die de katholieken met hun kerk voelen vergeleken met andere verenigingen laag is. Dat zien we onder andere wanneer dat wordt vergeleken met verenigingen waar men lid van kan zijn zoals de sportvereniging en een politieke partij. De huidige paus krijgt bijvoorbeeld maar een 5,6 en de eigen priester een 5,4. De sportvereniging daarentegen scoort bijna een ‘goed’: 7,8. Voor parochies kan dit alarmerend zijn. Bij een instituut waarbij verbondenheid en samenkomen zo belangrijk is, zou je verwachten dat de binding hoger is.
Wel voelen frequente kerkgangers meer verbondenheid: katholieken die wekelijks of vaker naar de kerk gaan geven een 8,5 aan de verbondenheid met de parochie en een 7,6 aan hun verbondenheid met de katholieke kerk in Nederland.
Weinig trots, maar ook geen massale uitloop
Daarnaast lijken de katholieken ook niet zo bevlogen in hun eigen geloof. Slechts vier op de tien katholieken vertellen trots aan anderen dat ze katholiek zijn. En de actie- en geefbereidheid – in het geval de kerk in de problemen komt – is niet al te hoog. Slechts één op de zes katholieken denkt dat Nederlanders vertrouwen hebben in de katholieke kerk. De vraag is dus nog maar of een verandering in de standpunten ook een nieuwe energie naar de kerk zal brengen.
Een troost is dat maar weinig katholieken (8%) echt overwegen om de kerk te verlaten. Dat wordt mogelijk verklaard door de redenen waarom katholieken naar de kerk gaan: niet om bevestigd te worden in hun opvattingen, maar om hun geloof te belijden, de traditie voort te zetten, en voor het gemeenschapsgevoel.
Zorgen om de toekomst
Hoewel de bevlogenheid in het geloof matig is, maken de katholieken zich wel zorgen om te toekomst van de kerk: twee derde maakt zich een beetje of veel zorgen. De zorgen gaan over verschillende dingen: het voortbestaan van het geloof, het aantal katholieken, het behoud van de gebouwen, de standpunten van de kerk en de opkomst van andere geloven. Lang niet alle katholieken kijken dan ook positief naar de toekomst van de katholieke kerk in Nederland. Van hen denkt bijna een kwart dat de katholieke kerk over 25 jaar waarschijnlijk of zeker niet meer van betekenis is.
De verwachting is dat na corona de kerkgang verder zal teruglopen. Op dit moment gaat ongeveer een op zeven katholieken – hoewel ze zich actief katholiek noemen – nooit fysiek naar de kerk. Hoe hoger de leeftijd, hoe frequenter de kerkgang nog is. Na corona denkt een kwart minder vaak te gaan of helemaal niet meer. Vooral de nu al weinig frequente kerkgangers verwachten straks helemaal niet meer naar de kerk te gaan.
Er zijn ook financiële zorgen. Van de actieve katholieken die geld schenken aan de kerk zegt een derde in de afgelopen 10 jaar (veel) meer te zijn gaan geven. Dit is een groter aandeel dat het percentage dat zegt (veel) minder te zijn gaan geven (een vijfde). Toch is het zorgelijk dat ook deze noemenswaardige groep katholieken hun donaties terugschroeft: Slechts een derde van de actieve katholieken denkt dat hun parochie over (ruim) voldoende middelen beschikt om haar voor de komende tien jaar te onderhouden.
Priester uit buitenland positief ontvangen
Actieve katholieken gaan nu vooral nog naar de kerk om hun ‘geloof te belijden’, een ‘traditie voort te zetten’, vanwege ‘het gemeenschapsgevoel’ en om ‘inspiratie op te halen’. Er zijn wel zorgen over het aantal beschikbare priesters om de mis te doen. Daarom zijn de meeste katholieken ook blij met de komst van priesters uit het buitenland, zoals India, Zuid-Amerika of Oost-Europese landen, hoewel er soms wel sprake is van een taalbarrière. Sommige katholieken ervaren van de priester een grote betrokkenheid met de parochie en/of de Nederlandse cultuur, en sommigen ervaren juist het tegenovergestelde. Daarbij is het soms zo dat de buitenlandse priester veel conservatiever is dan de Nederlandse katholieken.
Voormalig katholieken, die vroeger naar de kerk gingen, gingen om geheel andere redenen. Vooral ‘uit gewoonte’, om een ‘traditie voort te zetten’ of ‘omdat het zo hoorde’. Zij gingen dus overwegend niet naar de kerk uit intrinsieke motivatie, en deze redenen waren voor hen kennelijk onvoldoende om de kerkgang voort te zetten. Daarnaast zijn zij ook afgehaakt vanwege de standpunten van de kerk over verschillende thema’s, zoals vrouwenrechten en homoseksualiteit.
Katholieken progressiever dan de leiding
Een meerderheid van de katholieken is progressiever dan de kerkleiding. Ze denken eigenlijk net zo progressief als gemiddeld Nederland. Zo vindt 78 procent van de katholieken dat vrouwen ook priester moeten kunnen worden en 75 procent vindt dat relaties van homoparen moeten kunnen worden ingezegend. Slechts een op de zeven katholieken vindt dan ook dat de leiding van de kerk met de tijd meegaat.
In sommige opzichten zijn de jongere katholieken (18-35 jaar) zelfs iets conservatiever dan de ouderen. Volgens Stijn Fens, journalist bij opdrachtgever Trouw, is dat niet gek, aangezien katholiek zijn voor jongeren vaak een bewuste keuze is, en niet meer iets wat je doet omdat het van je wordt verwacht. We zien dat ook terug in het percentage jongeren dat in de hemel en de hel gelooft, respectievelijk 74 en 29 procent, tegenover 45 en 10 procent van de 65-plussers.
Rapport
Download hier het hele rapport.
Verantwoording
Het I&O-rapport ‘Katholicisme in Nederland’ is onderdeel van het onderzoek van Trouw naar de staat van katholiek Nederland.
I&O Research heeft de vragenlijst samen met de redactie van Trouw opgesteld. De enquête is uitgezet onder het I&O Research Panel. 894 mensen die zich als katholiek beschouwen hebben gereageerd (actief katholieken), net als 1.029 mensen die katholiek zijn opgevoed maar zijn afgehaakt. De groep actieve katholieken is qua geslacht, leeftijd en opleiding representatief voor de katholieken in Nederland.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Charlotte van Miltenburg
Senior onderzoeker