I&O-zetelpeiling: GL-PvdA, VVD en PVV gelijk aan kop

GroenLinks-PvdA en PVV maken een duidelijke groei door en komen gelijk met VVD. NSC verliest steun, evenals BBB en Volt. Zo blijkt uit de I&O Research-zetelpeiling van maandag 20 november.
20 november 2023 | Peter Kanne & Asher van der Schelde

In de I&O-zetelpeiling van 20 november maken PVV en GroenLinks-PvdA een duidelijke groei door. GroenLinks-PvdA stijgt van 23 naar 27 zetels, terwijl de PVV zelfs zes zetels wint ten opzichte van vorige week (nu 26). De VVD blijft stabiel op 27 zetels waardoor deze drie partijen nu statistisch even groot zijn. NSC verliest, net als verleden week, vier zetels en komt daarmee uit op 21 virtuele zetels.

Zowel de BBB (nu 6) als Volt (nu 3) verliezen twee zetels ten opzichte van vorige week. Bij de andere partijen vinden geen significante wijzigingen plaats.

Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Khalid en Sophie.

Onderstaande figuur illustreert de electorale ontwikkelingen van de afgelopen 2,5 jaar. Duidelijk is dat de PVV sinds het eind van de zomer aan een flinke opmars bezig is. Destijds peilden wij de PVV op 13 zetels, nu is dat verdubbeld. GroenLinks-PvdA herstelt zich naar het niveau van toen de samenwerking werd aangekondigd. NSC levert nu gestaag in, terwijl VVD al lange tijd stabiel is.

Waarom wint de PVV?

De PVV is de afgelopen weken bezig aan een flinke opmars en kan inmiddels op net zoveel steun rekenen als de VVD en GroenLinks-PvdA. De partij heeft deze week vooral kiezers weggehaald bij NSC en kiezers die tot voor kort nog geen partijvoorkeur hadden overtuigd. Als we kiezers vragen waarom zij switchen naar de PVV, zeggen ze vaak dat Geert Wilders heeft overtuigd bij het SBS-debat. Een kiezer die overstapt vanuit NSC zegt: “Nadat ik het debat heb gezien op SBS6 ben ik meer dan zeker van mijn keuze.” Ook zijn nieuwe PVV-kiezers ervan overtuigd dat de PVV kan aansluiten in het kabinet en zodoende het regeringsbeleid naar rechts kan laten opschuiven. Een strenger immigratiebeleid is daarbij de grootste wens. Tot slot is de PVV aantrekkelijk voor kiezers die willen voorkomen dat GroenLinks-PvdA gaat meeregeren.

Waarom wint GroenLinks-PvdA?

GroenLinks-PvdA wint vier zetels ten opzichte van vorige week. Het gros van de nieuwe kiezers had vorige week nog geen voorkeurspartij. Zij neigen nu naar GroenLinks-PvdA vanwege strategische overwegingen. Zo zegt een kiezer die in 2021 op de PvdA stemde maar vorige week nog geen voorkeur had: “Een strategische stem om een volledig rechts kabinet te voorkomen.”

Ook slaagt de partij erin plukjes kiezers weg te trekken die verleden week nog een voorkeur hadden voor een andere linkse of progressieve partij zoals Volt, D66 of SP. Ook zij stappen vooral over om “links tegenwicht” te bieden.

De partijen die in deze peiling winnen (PVV en GroenLinks-PvdA) zijn dus elkaars spiegelbeeld. Kiezers trekken uit strategische overwegingen naar deze partijen uit angst dat de ander een belangrijke rol zal spelen in de volgende regering.

Waarom verliest NSC?

Nieuw Sociaal Contract slaagt er steeds minder goed in om kiezers vast te houden. Inmiddels peilen wij de partij van Pieter Omtzigt op 21 zetels, dat zijn er vier minder dan vorige week en acht minder dan twee weken geleden. NSC verliest vooral kiezers aan de PVV en de VVD (en in mindere mate aan linkse partijen). De onduidelijkheid van Omtzigt over zijn ambities als premier komt vaak naar voren als reden om niet meer op NSC te willen stemmen. De dataverzameling verliep grotendeels vóór het interview bij Buitenhof waar Omtzigt aangaf toch premier te willen worden van een kabinet met ‘vakministers’. Andere ex-NSC-kiezers bekritiseren niet zozeer het feit dat Omtzigt zelf vaag is over zijn rol na de verkiezingen, maar vinden dat de standpunten van NSC onvoldoende duidelijk zijn.

Potentie NSC doet nog steeds niet onder voor concurrentie

In augustus gaf bijna de helft (45%) van de kiezers aan op NSC te willen stemmen of een stem op NSC te overwegen. Inmiddels is dat fors gedaald naar 26 procent. Daarmee is de totale potentie van NSC gelijk aan die van de concurrenten GL-PvdA (25%), VVD (25%) en PVV (26%). De VVD heeft de meeste zekere kiezers- acht procent van alle kiezers is van plan te stemmen op VVD en overweegt geen andere partijen. De totale potentie voor PVV is in twee weken tijd gestegen van 19 naar 26 procent.

Zorg en klimaat onvoldoende belicht tijdens campagne

Het thema waar kiezers het meeste belang aan hechten, de woningmarkt, vinden de meesten voldoende belicht tijdens de verkiezingscampagne (49% wel, 40% niet). Dat geldt ook voor immigratie en asiel, voor armoede ziet men net zo vaak voldoende als onvoldoende aandacht. Voor de andere twee belangrijke thema’s – klimaat en zorg – geldt dat de meerderheid vindt dat er onvoldoende aandacht voor is (respectievelijk 56% en 65%).

Vrouwelijke lijsttrekker geen reden om van voorkeur te veranderen

De meeste kiezers vinden het belangrijk dat er vrouwen vertegenwoordigd zijn in de politiek. Ruim een derde zegt dat het hoog tijd wordt dat we een vrouwelijke premier krijgen (37%). Van de vrouwen vindt 43 procent dat, van de VVD-kiezers 49 procent.

Een kwart zegt altijd op een vrouw te stemmen. Vooral bij de links-progressieve partijen is dat vaak het geval. Van de vrouwen zegt 37 procent dat te doen.

Maar de stelling “Ik stem op een andere partij dan mijn eerste voorkeur, omdat ik een vrouwelijke premier wil” wordt door slechts 3 procent onderschreven. Onder VVD-kiezers is dat 5 procent.

Kortom: de vrouw is belangrijk in de politiek, een groot deel wil een vrouwelijke premier en/of stemt op een vrouw, maar het is nauwelijks een reden om van partij te veranderen.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 17 november tot maandagochtend 20 november. In totaal werkten 2.473 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 112 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.

I&O Research voerde dit onderzoek uit in samenwerking met Khalid en Sophie.

Rolling panel

In de politieke peilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat een deel van de respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling wordt uitgenodigd. Op die manier kunnen we scherp meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen. Aan deze peiling namen 1.310 respondenten deel die ook deelnamen aan de peiling van vorige week.

Weging en marges

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.