Immigratie blijft electorale verhoudingen bepalen; ten faveure van de PVV
De eerste aflevering van Ipsos I&O Peilpraat vindt u hier.
Zetelpeiling: weinig verschuivingen na APB
In de Ipsos I&O-zetelpeiling van maandag 23 september is de PVV wederom veruit de grootste partij. De partij van Geert Wilders kan nu rekenen op 41 virtuele zetels, vier meer dan in de Tweede Kamer. Hoewel degenen die de APB volgden duidelijk aangeven wie het goed (Schoof, Wilders, Timmermans, Bontenbal en Jetten) en niet goed (wederom Timmermans en Schoof en ook Van Vroonhoven) deden, zien we geen significante wijzigingen ten opzichte van de meting voor Prinsjesdag en de APB (publicatie op 16 september).
Ten opzichte van de verhoudingen in de Tweede Kamer staan naast de PVV ook het CDA (11, +6), de Partij voor de Dieren (7, +4) en Volt (5, +3) op winst. Regeringspartijen NSC (6, -14) en VVD (18, -6) leveren juist in ten opzichte van november. De coalitiepartijen staan op een gezamenlijk verlies van 18 zetels sinds november vorig jaar en verliezen 4 zetels na de Algemene Politieke Beschouwingen.
Tabel 1: Peiling Tweede Kamerverkiezingen 23 september 2024 (zetels)
“Op welke partij zou u op dit moment stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?”
Basis: heeft partij van eerste voorkeur (n = 1.950).
Bron: Ipsos I&O, 27 september 2024
Immigratie blijft electorale verhoudingen bepalen; ten faveure van de PVV
Immigratie is nog steeds het leidende thema. Een derde (34%) noemt immigratie/asiel het belangrijkste thema voor de partijkeuze. Dit houdt de PVV in het zadel: veel sterker dan voorheen concentreert de anti-immigratie stem zich bij de PVV.
Twee derde noemt immigratie dus niet als electoraal thema. Een kwart (24%) noemt wonen, klimaatverandering is voor 21 procent van en gezondheidszorg (18%) is ook een belangrijk thema.
Opvallend is dat immigratie nu zo dominant is, terwijl het pas sinds een jaar (terugkijkend tot 2016) in de kiezerstop 3 staat. In 2016 (kort na 2015, het jaar dat veel vluchtelingen naar Nederland kwamen), 2017 en 2019 was immigratie het 4e of 5e onderwerp. De jaren daarna stond immigratie zelfs op plek 6 en 7. In 2023 begon het thema aan relevantie te winnen. Uit de nameting van de verkiezingen van november 2023 bleek dat immigratie het belangrijkste onderwerp was geweest voor de kiezers – en dat is het nu nog steeds.
PVV wint immigratiekritische stem
In oktober 2023 voerden we, in opdracht van de Volkskrant, een uitgebreid onderzoek uit naar de houdingen van kiezers ten opzichte van immigratie. Destijds vond bijna de helft (46%) dat een volgend kabinet veel meer zou moeten doen om immigratie naar Nederland te verminderen. Nog eens 19 procent (in totaal dus 65%) pleitte voor meer actie.
Inmiddels pleit 57 procent voor veel meer (37%) of meer (20%) actie om immigratie te verminderen. Deze daling kan een gevolg zijn van de strengere beleidsplannen die het huidige kabinet heeft voorgesteld en dat kiezers deze plannen als voldoende beschouwen.
Onderstaande figuur toont de stemvoorkeur van kiezers die pleiten voor veel meer actie vanuit de overheid om immigratie tegen te gaan. Bijna een jaar geleden werd dit geluid nog verwoord door verschillende kiezersgroepen. Een kwart (24%) van de kiezers die pleitten voor veel meer actie had een voorkeur voor NSC, een vijfde ging naar VVD (20%) of PVV (18%) en BBB kon rekenen op 13 procent van kiezers met deze wens.
Inmiddels is de immigratiekritische stem veel geconcentreerder. De meerderheid van deze kiezersgroep (53%) heeft inmiddels een voorkeur voor de PVV. NSC (3%) en BBB (5%) zijn niet meer in trek. De VVD trekt nog 13 procent van deze groep.
Figuur 1: Stemvoorkeur van kiezers die willen dat kabinet veel meer doet om immigratie te verminderen. Basis: wil dat kabinet veel meer doet om immigratie te verminderen (n=768).
Wat willen kiezers als het gaat om migratie?
Er is brede consensus dat migratie beperkt moet worden, slechts 9 procent wil dit expliciet niet. Kiezers willen vooral minder asielzoekers uit veilige landen in Nederland. Over de overige typen migratie zijn Nederlanders verdeeld, er is geen sterke consensus over de vraag welk type migratie moet worden verminderd. Slechts een minderheid van 22 procent wil de asielmigratie uit onveilige gebieden verminderen.
Immigratie ‘koste wat kost’ verminderen?
Bovendien willen Nederlanders migratie niet ‘koste wat kost’ verminderen. De steun voor het snel invoeren van strenge asielmaatregelen neemt fors af zodra dat betekent dat het zonder goedkeuring van Eerste en Tweede Kamer zou gebeuren. Dit effect treedt bij kiezers van alle partijen op, het sterkst bij NSC-kiezers. Maar niet bij de PVV-achterban.
Figuur 2: Split-run stellingen over het snel beperken van asielmigratie, naar politieke voorkeur
Getoond in de figuur: percentage mee eens. Basis: allen (split-run: n = 1.038 en n = 959).
Bron: Ipsos I&O, 27 september 2024
Ook de steun voor afschaffing van de Bed-bad-brood laat een sterke voorwaardelijkheid zien: zodra in de vraagstelling expliciet wordt gemaakt dat dit kan leiden tot overlast door uitgeprocedeerde asielzoekers die niet meer kunnen worden opgevangen, neemt steun af.
NSC: flink verlies t.o.v. november; optreden Van Vroonhoven splijt de kiezers
NSC laat sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 een verlies van 14 zetels zien: van 20 naar 6. Kiezers die NSC sinds november de rug toe keerden zijn teleurgesteld in partijleider Pieter Omtzigt. Het feit dat hij de politieke arena voor onbepaalde tijd heeft moeten verlaten vanwege gezondheidsredenen draagt bij aan het beeld van een ‘instabiele partij’.
Verder vallen twee tegengestelde argumentatielijnen op die blootleggen dat NSC aan beide politieke flanken kiezers verliest. Aan de ene kant verliest NSC aan links-progressieve partijen zoals GL-PvdA en in mindere mate Volt, SP en D66. Deze kiezers verwijten NSC dat ze in zee zijn gegaan met de PVV.
Aan de andere kant verliest NSC ook kiezers aan rechts, vooral aan de PVV. Deze kiezers verwijten NSC dat ze de formatie onnodig hebben bemoeilijkt en nu dwarsliggen op het migratie-dossier. “NSC deed veel te moeilijk bij de formatie. De PVV wil de migratie echt aanpakken”, aldus een kiezer.
De Algemene Politieke Beschouwingen (APB) werden gedomineerd door de discussie over het voornemen van het kabinet om een asielcrisis[1] uit te roepen. NSC speelde hierin een belangrijke rol. Plaatsvervangend fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven steunde de oppositie in haar verzoek om adviezen aan ministers omtrent die wet in te mogen zien. NSC levert ten opzichte van vorige week maar 1 zetel in (geen significante daling) omdat we twee volledig van elkaar verschillende percepties zien. De overgebleven NSC-kiezers vinden dat ze het er goed vanaf heeft gebracht, dat ze ondanks de korte voorbereidingstijd goed voet bij stuk hield, de principes van NSC goed naar voren bracht en dat ook nog eens helemaal alleen moest doen. NSC-kiezers geven haar nu een 7,2 waar dat vorige week nog een 6,9 was en een kwart roemt haar APB-optreden juist.
De overall waardering voor Van Vroonhoven daalde echter met bijna een vol punt: van een 5,6 naar een 4,7, vooral doordat de kiezers van de drie andere coalitiepartijen – PVV, VVD en BBB –haar nu beduidend slechter waarderen dan een week geleden. Weinig niet-NSC-kiezers vinden dat ze het goed heeft gedaan bij de APB en onder de mensen die de APB op de voet volgden wordt ze het vaakst genoemd als iemand die het niet goed deed. Zij vinden dat Van Vroonhoven de andere coalitiepartijen heeft laten vallen, of sterker, zoals een DENK-kiezer het uitdrukt: “Staan voor rechtsstaat, maar ze wil alleen maar dat het kabinet niet valt. De 3 extreemrechtse partijen hebben haar in de tang.”
Discussie over asielcrisis legt verschillen in opvatting over democratie bloot
De Algemene Politieke Beschouwingen (APB) werden dus gedomineerd door de discussie over het voornemen van het kabinet om een asielcrisis[2] uit te roepen. Aan deze discussie ligt een verschil van opvatting over het concept democratie ten grondslag. Sommige partijen benadrukken dat het bij het democratisch proces gaat om het vertalen van de voorkeuren van kiezers naar beleid. Andere partijen hameren juist op de grenzen waaraan politieke besluitvorming gebonden is, bepaald door de rechtsstaat en de Grondwet.
Een kwart (25%) van alle kiezers onderschrijft die eerste visie en vindt dat wat een meerderheid van de kiezers wil het belangrijkste in een democratie is. Een even grote groep (24%) kiest voor de tweede visie: de grenzen van de politiek, zoals bepaald door de rechtsstaat en de Grondwet is het belangrijkst in een democratie. De grootste groep, bijna de helft (46%) van alle kiezers, vindt beide overwegingen even belangrijk.
Onder kiezers van PVV is een meerderheid (60%) van mening dat de wil van de kiezer het belangrijkste is in een democratie. Daarmee zijn PVV-kiezers de groep kiezers die het sterkst naar één kant neigen in dit democratisch dilemma. Een kwart (28%) van de PVV-kiezers vindt beide elementen even belangrijk. Kiezers van BBB (38%) en FVD (51%) zijn ook relatief vaak van mening dat de wil van de meerderheid van de kiezers het belangrijkste is.
Kiezers van de links-progressieve partijen (Volt, D66, GL-PvdA) kiezen zelden voor de optie ‘In een democratie is het belangrijkste wat de meerderheid van de kiezers wil’. Zij vinden belangrijk ‘wat de grenzen van de politiek zijn, zoals bepaald door de rechtsstaat en de Grondwet’ of ze vinden beide zijn even belangrijk.
Kiezers van NSC, CDA, VVD en SGP vinden overwegend beide belangrijk. Opvallend is de verdeeldheid onder de NSC-kiezers: 57 procent vindt beide belangrijk, 29 procent laat de rechtsstaat prevaleren, slechts 12 procent vindt dat de meerderheid het voor het zeggen heeft.
Tabel 2: Opvatting over democratie
‘Wat vindt u? In een democratie is uiteindelijk het belangrijkste…’ Basis: allen (n=2.024).
Bron: Ipsos I&O, 27 september 2024
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 20 september tot maandagochtend 23 september 2024. Er was geen opdrachtgever. In totaal werkten 2.024 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Een deel (n = 257) deed mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren en respondenten met een niet-westerse en laagopgeleide achtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
[1] Het kabinet wil een asielcrisis uitroepen door middel van activering van de uitzonderingsbepalingen uit de Vreemdelingenwet en door middel van invoering van een tijdelijke asielcrisiswet.
[2] Het kabinet wil een asielcrisis uitroepen door middel van activering van de uitzonderingsbepalingen uit de Vreemdelingenwet en door middel van invoering van een tijdelijke asielcrisiswet.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker