Hoe Nederlanders denken over fietsen
De fiets scoort goed op bijna alle aspecten van fietsgebruik onder Nederlanders. Alleen op het aspect verkeersveiligheid scoort de fiets een beetje minder goed. Dat blijkt uit de Fietsmonitor Nederland 2020, een nationaal onderzoek naar de stand van zaken rondom subjectieve aspecten van fietsgebruik in Nederland. Het is een samenwerking tussen I&O Research, de Dutch Cycling Embassy en de Fietsersbond. De monitor is dit jaar geïnitieerd om de tevredenheid over fietsen in Nederland in kaart te brengen, met de intentie het onderzoek jaarlijks te herhalen. In de Fietsmonitor werd aan ruim tweeduizend Nederlanders gevraagd wat zij van fietsen in Nederland vinden. Daarnaast voerde I&O Research een onderzoek op eigen initiatief uit om de fiets met andere vervoersmiddelen, zoals de auto en het openbaar vervoer, te vergelijken.
Fiets hoogst gewaardeerde vervoermiddel
De fiets (rapportcijfer 8,3) wordt van alle vervoersmiddelen het best gewaardeerd door Nederlanders, gevolgd door de auto (rapportcijfer 7,5) en het openbaar vervoer (rapportcijfer 6,7). De fiets krijgt van 96 procent van de Nederlanders een 7 of hoger, de auto en het openbaar vervoer krijgen een 7 of hoger van 85 en respectievelijk 67 procent van de mensen.
Het maakt bij de waardering van de verschillende vervoermiddelen wel uit aan wie je het vraagt. Zo geven frequente OV-reizigers (tenminste 1 dag per week het openbaar vervoer gebruiken, wat geldt voor 13% van de Nederlanders) het OV een 7,5, ongeveer een heel punt hoger dus dan de niet-ov-gebruikers.
Tekst loopt door onder figuur.
Waardering wekelijkse fietsers
Zeven op de tien Nederlanders (69%) geven aan tenminste één dag per week te fietsen. Voor niet-wekelijkse fietsers blijken slecht weer, een te lange reistijd en een te grote afstand de belangrijkste redenen om minder vaak of niet te fietsen.
Aan de wekelijke fietsers is gevraagd om de volgende aspecten van fietsgebruik in Nederland te waarderen met een rapportcijfer.
• Sociale veiligheid: Hoe veilig wordt de omgeving tijdens het fietsen ervaren.
• Verkeersveiligheid: Hoe veilig fietsritten van A naar B kunnen worden afgelegd.
• Snelheid: Hoe snel bestemmingen op de fiets bereikt kunnen worden.
• Gemak: Hoe gemakkelijk bestemmingen op de fiets gevonden kunnen worden.
• Comfort: De lichamelijke inspanning die tijdens fietsritten moet worden gedaan.
• Aantrekkelijkheid: De positieve emoties die fietsritten prettig maken.
Tekst loopt door onder figuur.
Groen & natuur zijn fijn; andere weggebruikers storen
Wekelijkse fietsers geven aan dat aspecten die verband houden met de natuur (groengebieden en natuurgeluiden) veel invloed hebben op de aantrekkelijkheid van het fietsen. Verder worden autoluwe fietsroutes ervaren als ontspannend door negen op de tien wekelijkse fietsers. Bromfietsers, wielrenners en automobilisten zijn de belangrijkste bronnen van ergernis voor wekelijkse fietsers. Hun hoge snelheid wordt hierbij het vaakst genoemd. Ten slotte geeft de helft van de gebruikers van een elektrische fiets aan dat ze de auto minder vaak gebruiken sinds de aanschaf van een elektrische fiets.
De fiets vergeleken met andere vervoersmiddelen
Ook vergeleken we de fiets met andere vervoersmiddelen. We kijken in dit onderzoek ook hoe de tevredenheid over verschillende vervoermiddelen varieert tussen bevolkingsgroepen.
Als we kijken naar alle Nederlanders wordt fietsen (met een gemiddelde rapportcijfer van 8,3) van alle vervoermiddelen het best gewaardeerd (Figuur 1), gevolgd door de autorijden (7,5) en reizen met het openbaar vervoer (6,7). Opmerkelijk is dat de meningen over het reizen met het openbaar vervoer veel meer verdeeld zijn dan over reizen met de auto of fiets.
Is die waardering echter afhankelijk van achtergrondkenmerken? In dit artikel kijken we hoe verschillende achtergrondkenmerken, namelijk opleiding, leeftijd, geslacht, regio, stedelijkheid, huishoudomvang en inkomen van invloed zijn op de gemiddelde rapportcijfers (in Tabel 1). Alle beschreven verschillen zijn significant, wat betekent dat verschillen groot genoeg zijn en niet aan toeval te wijten zijn.
Hoger opgeleiden relatief tevreden over het OV en de fiets; lager opgeleiden over de auto
Onze resultaten laten zien dat de mate van tevredenheid van hoger opgeleiden met betrekking tot fietsen en het reizen met het openbaar vervoer hoger is dan in vergelijking met midden en lager opgeleiden. Lager opgeleiden geven hogere cijfers voor reizen met de auto in vergelijking met hoger opgeleiden.
Senioren waarderen reizen met het openbaar vervoer en de auto hoger
We zien verschillen naar leeftijd en de mate van tevredenheid met verschillende vervoermiddelen: oudere Nederlanders (65+) waarderen het reizen met het openbaar vervoer meer en zijn ook vaker te spreken over reizen met de auto. Leeftijd lijkt het gemiddelde rapportcijfer voor fietsen in Nederland niet significant te beïnvloeden.
Mannen en vrouwen waarderen vervoermiddelen soortgelijk
De resultaten laten zien dat geslacht geen effect heeft op de mate van tevredenheid met verschillende vervoermiddelen in Nederland.
Inwoners in het Noorden van het land relatief positief over de auto
Onze resultaten laten zien dat vooral de mate van tevredenheid van West-Nederlanders ten opzichte van het reizen met het openbaar vervoer hoger is dan die van Nederlanders in het oosten en zuiden van het land. Inwoners in het Noorden van het land zijn relatief positiever over de auto dan inwoners in andere regio’s. We zien, per regio in Nederland, geen significant verschil in de gemiddelde rapportcijfers voor fietsen.
Stedelingen naar verhouding positief over het OV en negatief over de auto
We zien dat inwoners in zeer sterk stedelijk gebied vaker tevreden zijn over reizen met het openbaar vervoer dan andere Nederlanders. Inwoners van sterk stedelijke gebieden zijn daarentegen minder tevreden over reizen met de auto dan Nederlanders in niet-stedelijke gebieden.
Meerpersoonshuishoudens minder vaak tevreden over het OV
We zien ook dat er een significant verschil in de mate van tevredenheid is tussen het aantal personen per huishouden bestaat (huishoudomvang). Meerpersoonshuishoudens (alle huishoudens die uit drie of meer personen bestaan) zijn minder tevreden over het reizen met het openbaar vervoer dan een- en tweepersoonshuishoudens. Een mogelijke verklaring is dat reizen in het openbaar vervoer als gezin met kinderen relatief duur is. Tussen eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens is geen significant verschil in de mate van tevredenheid met het openbaar vervoer gevonden.
Huishoudens met een inkomen dat hoger of lager is, waarderen vervoermiddelen soortgelijk
Ten slotte, als we Nederlanders op basis van inkomen indelen, zien we geen significant verschil in de gemiddelde rapportcijfers. Deze resultaten suggereren dat inkomen geen effect heeft op de mate van tevredenheid met verschillende vervoermiddelen in Nederland.
Iets om over na te denken
Alhoewel we relevante verschillen observeren (boven 0,5) tussen verschillende groepen mensen, observeren we ook kleinere verschillen (kleiner dan 0,5) die statistisch significant zijn. Men kan zich afvragen of deze verschillen in de praktijk ook relevant zijn. In dit nieuwsbericht, gaan we hier niet dieper op in, maar we vinden het belangrijk om de lezer hierover te informeren om erover na te denken.
Fietsmonitor 2020 factsheet
Wilt u meer resultaten van de fietsmonitor 2020 inzien? Een volledig overzicht vindt u in deze factsheet.
Over de Fietsmonitor
Het doel van de jaarlijkse Fietsmonitor is het genereren en analyseren van gegevens over de verschillende subjectieve aspecten van fietsgebruik in Nederland. Nieuwe inzichten uit dit onderzoek zijn van groot belang voor de Dutch Cycling Embassy en de Fietserbond. Op basis van de ontwikkelingen in Nederland, kan de Dutch Cycling Embassy buitenlandse partijen nog beter adviseren. Hetzelfde geldt voor de Fietsersbond en zijn Nederlandse relaties.
Verantwoording
I&O Research voerde dit onderzoek in samenwerking met de Dutch Cycling Embassy en de Fietsersbond, onder 2.029 Nederlanders (18 jaar en ouder). Het online-onderzoek is uitgevoerd van 6 tot 19 april 2020. Het onderzoek vond dus plaats tijdens de intelligente lockdown vanwege de coronapandemie. Na weging zijn de resultaten representatief voor de Nederlandse bevolking (18+) voor de kenmerken leeftijd en geslacht. De steekproef is getrokken in het I&O Research Panel.
Thijs Lenderink
Senior onderzoeksadviseur