Helft woningzoekenden heeft grote moeite met vinden woning
Betaalbare woningen moeilijk te vinden
Een kwart van de Nederlanders is op zoek naar een andere woning. Met name de groep die nu particulier huurt, thuiswonende jongeren en huurders bij corporaties die meer dan 750 euro huur per maand betalen, zijn op zoek naar een andere woning. Huurders van een sociale huurwoning zijn vaak op zoek naar een ander huis in dezelfde categorie of naar een koophuis van onder de 400.000 euro. Mensen met een koopwoning tot 400.000 euro (een grote groep in Nederland) die willen verhuizen zoeken ook vaak een woning onder de 400.000 euro. De helft van de woningzoekenden ervaart veel problemen bij het vinden van de gewenste woning. De problemen die zij noemen hebben betrekking op zowel de beschikbaarheid als de betaalbaarheid van woningen. Na gezondheidszorg is wonen dan ook voor kiezers het belangrijkste thema voor de Tweede Kamerverkiezingen.
Woningcorporaties belangrijk voor huisvesten lage inkomens
Het belang van de rol die corporaties in de maatschappij hebben, wordt breed onderkend. Ruim negen op de tien Nederlanders (94%) vinden de taak van corporaties (zeer) belangrijk. Naast sociale huurwoningen vinden Nederlanders het van belang dat corporaties zorgen voor middenhuur en gemengde, leefbare wijken. Twee derde van de Nederlanders is van mening dat sociale huurders die te veel verdienen meer huur moeten gaan betalen. Onder sociale huurders zelf ligt dat percentage op 55 procent. Vier op de tien Nederlanders vinden dat mensen die wat meer verdienen dan de inkomensgrens ook in aanmerking moeten komen voor een sociale huurwoning.
Verantwoording
I&O Research voerde een landelijk representatief onderzoek uit onder 2.135 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het I&O Research Panel was de steekproefbasis. Het onderzoek vond plaats van woensdag 17 tot maandag 22 februari 2021. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op leeftijd, woonsituatie en mate van stedelijkheid. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,0 procent.
Het volledige rapport
Ester Hilhorst
Onderzoeksadviseur