Helft jongeren maakt online seksueel misbruik of intimidatie mee
De helft van de Nederlandse jongeren van 12-25 jaar oud heeft ooit te maken gehad met online seksueel misbruik en/of online seksuele intimidatie. Dit gebeurt het meest op Snapchat, Instagram en WhatsApp. De top drie van gevolgen die jongeren hierna het meest ervaren, bestaat uit angst voor het oordeel van anderen, minder vertrouwen in anderen en niet over de gebeurtenis durven vertellen tegen mensen om hen heen. Er heerst vooral behoefte aan begrip en erkenning, en aan steun van familie en vrienden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Fonds Slachtofferhulp.
De helft van de Nederlandse jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud heeft ooit te maken gehad met online seksueel misbruik en/of online seksuele intimidatie. Dit blijkt uit onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde in opdracht van Fonds Slachtofferhulp. In de afgelopen twaalf maanden werd een kwart van de jongeren slachtoffer van online seksueel misbruik en/of online seksuele intimidatie. Het gaat hiermee naar schatting om 700.000 tot 800.000 jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud. Jongeren van 19 tot 20 jaar oud kregen er in de afgelopen 12 maanden het meest mee te maken (30%). Volgens Nathalie Gaal-Franse, expert online seksueel misbruik bij Fonds Slachtofferhulp, laten de aantallen zien dat “het een structureel maatschappelijk probleem is waarvoor we als samenleving gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen”.
Van ongewenste sexting tot seksuele deepfakes en wraakporno
Online seksueel misbruik en intimidatie is een breed fenomeen waaronder veel verschillende vormen vallen – van ongewenste sexting tot sextortion en seksuele deepfakes.[1] De meeste jongeren maken online seksuele intimidatie (exclusief ongewenste sexting) mee (ooit: 45%, afgelopen 12 maanden: 21%), zoals ongewenste seksuele opmerkingen of herhaalde verzoeken om seksueel getinte foto’s/filmpjes.[2] Een kleiner deel van de jongeren maakt een vorm van online seksueel misbruik zoals photoshop sexting mee (ooit: 4%, afgelopen 12 maanden: 1%).[3] In aantallen gaat het om 28.000 tot 55.000 jongeren van 12 tot 25 jaar oud in de afgelopen 12 maanden.
Vooral op platforms als Snapchat, Instagram en WhatsApp krijgen jongeren te maken met online seksueel misbruik of intimidatie. Bij een meerderheid is het onbekend wie de dader is (57%). In gevallen waarin de dader wel bekend is, is een klasgenoot of schoolgenoot de meest genoemde dader.
Hoe vaak maken jongeren online seksueel misbruik en online seksuele intimidatie mee, voor ‘ooit’ en ‘de afgelopen 12 maanden’. Indeling naar 12 categorieën. Basis: jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud (n=2.723).

Angst voor het oordeel van anderen en verminderd vertrouwen
Een ervaring met online seksueel misbruik of online seksuele intimidatie heeft impact op jongeren. Zeven op de tien jongeren die online seksueel misbruik of intimidatie hebben meegemaakt, ervaarden direct na de gebeurtenis één of meerdere gevolgen. Vier op de tien ervaren nu nog steeds gevolgen. De meest voorkomende gevolgen zijn angst voor het oordeel van anderen, niet over de gebeurtenis durven vertellen en minder vertrouwen in anderen. Onder de jongeren is met name behoefte aan begrip en erkenning, en aan steun, zowel van vrienden als familie. Dit geldt niet alleen voor de periode direct na de gebeurtenis, maar ook daarna.
Ruim een derde praat niet over wat ze meemaken
Ruim een derde van de jongeren die online seksueel misbruik of intimidatie hebben meegemaakt, praat niet met anderen over hun ervaring. Zes op de tien doet dit wel. De jongeren die wel iemand anders vertellen over de gebeurtenis, doen dit vooral aan een vriend(in) of aan hun ouders. Een klein deel (4%) doet aangifte of melding bij de politie.
Aan wie heb je het verteld? Basis: jongeren die ooit te maken hebben gehad met online seksueel misbruik en/of online seksuele intimidatie (n=1.346), meerdere antwoorden mogelijk.

Van alle jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud, zeggen zes op de tien dat er in hun omgeving wel eens over online seksueel misbruik wordt gepraat. Dit gebeurt het meest op school (37%).[4] Het gaat dan vooral over wat online seksueel misbruik is en hoe je veilig gebruik maakt van het internet. Een kwart van de jongeren van 12 tot 25 jaar praat thuis over online seksueel misbruik.
Aanbevelingen vanuit Fonds Slachtofferhulp
In de eigen publieksvertaling ‘De Onzichtbare Werkelijkheid Blootgelegd’ die Fonds Slachtofferhulp heeft gemaakt van het rapport, doet de organisatie verschillende aanbevelingen. Zo pleit Fonds Slachtofferhulp bijvoorbeeld voor betere voorlichting en meer bewustwording over gevolgen onder de directe omgeving van jongeren en voor integratie van online veiligheid in het onderwijscurriculum.
Onderzoeksverantwoording
Ipsos I&O heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van Fonds Slachtofferhulp. Voor het onderzoek is een online vragenlijst uitgezet onder jongeren van 12 tot 25 jaar oud in het I&O Research Panel en in de panels van Norstat en PanelClix. Dit gebeurde in december 2024 en januari 2025. In totaal deden er 2.723 jongeren mee aan het onderzoek. Jongeren tussen de 12 en 15 jaar oud werden via hun ouders of verzorgers benaderd voor deelname. Op de data is een weging toegepast naar geslacht en leeftijd, conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef op deze achtergrondkenmerken representatief voor Nederlandse jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud.
[1] Bij ongewenste sexting ontvangt een jongere seksueel getinte foto’s, video’s of berichten terwijl hij of zij hier niet om vroeg. Bij sextortion wordt iemand gedwongen om dingen te doen tegen zijn of haar wil, onder de dreiging dat er seksueel beeldmateriaal verspreid wordt. In het geval van seksuele deepfakes worden met behulp van AI-technologie foto’s van iemand gegenereerd of aangepast, om er naakt of seksueel getint uit te zien.
[2] In dit geval hebben de afgelopen 12 maanden betrekking op de 12 maanden voorafgaand aan de dataverzameling van het onderzoek, die plaatsvond in december 2024 en januari 2025.
[3] Photoshop sexting betekent dat beelden van iemand met photoshop worden bewerkt, zodat het lijkt alsof die persoon naakt is of seksuele handelingen uitvoert (zonder dat dit echt is gebeurd).
[4] Een kanttekening hierbij is dat een deel van de jongeren in het onderzoek niet (meer) naar school gaat.

Frank ten Doeschot
Senior onderzoeksadviseur

Jente Wolberink
Onderzoeker