Burgemeester Halsema verantwoordelijk, maar aftreden hoeft niet
Bijna iedereen kreeg iets mee van de Amsterdamse demonstratie
Op maandag 1 juni (2de pinksterdag) was er een demonstratie op de Dam in Amsterdam tegen racisme, onder andere naar aanleiding van Amerikaans racistisch politiegeweld. De politie verwachtte slechts enkele honderden demonstranten, maar dat bleken er duizenden te zijn. De betogers konden daardoor geen 1,5 meter afstand houden. Burgemeester Femke Halsema werd er om bekritiseerd.
Maar liefst 85 procent van de Nederlanders kreeg dit mee en zegt ook inhoudelijk goed op de hoogte te zijn; nog eens 14 procent kreeg het zijdelings mee. Slechts 1 procent wist er niets van. Van de Amsterdammers blijkt maar liefst 93 procent goed op de hoogte.
Minderheid vindt dat Halsema moet aftreden
Bijna vier op tien Nederlanders (39%) vinden dat burgemeester Halsema moet aftreden, 45 procent vindt van niet en 16 procent weet het niet.
Van de Amsterdammers vindt 22 procent dat burgemeester Halsema moet aftreden, 70 procent vindt van niet. Al met al kunnen we stellen dat er noch in Amsterdam, noch in de rest van Nederland een meerderheid is voor het aftreden van Halsema.
Tekst loopt door onder figuur.
Vooral kiezers van Forum voor Democratie, PVV en SGP vinden dat Halsema moet opstappen. Kiezers van GroenLinks, D66, PvdA en PvdD vinden in ruime meerderheid dat dat niet hoeft.
Meerderheid: Halsema valt iets te verwijten
Bijna negen op de tien Nederlanders (86%) vinden dat burgemeester Halsema wel iets te verwijten valt (43% volledig, 43% ten dele). Bijna zes op de tien (57%) vinden dat van Ferdinand Grapperhaus, maar duidelijk minder vaak volledig (9%) dan ten dele (48%).
Ook van de Amsterdammers vindt een ruime meerderheid (78%) dat Femke Halsema iets te verwijten valt, al is het aandeel ‘volledig’ iets lager (32%) dan in de rest van Nederland (44%).
Uit gegeven toelichtingen (open vraag) komt een aantal verwijten naar voren:
- De als naïef beoordeelde inschatting dat er slechts enkele honderden demonstranten zouden komen opdagen
- Het feit dat ze niet ingreep, volgens velen had dit wel gekund
- De schijn dat ze niet boven de partijen stond, eerder leek ze aan de kant van de demonstranten te staan
- De schijn dat ze de inhoud van de demonstratie belangrijker vond dan de gezondheid
- Dat ze het met dit laatste lastig maakt voor anderen (mensen in de zorg, handhavers, winkel- of horeca-ondernemers) wel de 1.5 meter afstand te handhaven
- De schijn dat ze de verantwoordelijkheid probeerde af te schuiven op minister Grapperhaus
De 14 procent die vindt dat Halsema niets te verwijten valt, licht dit als volgt toe:
- Ze wist niet dat de opkomst zo groot zou worden en had dat ook niet kunnen weten
- Anderen om haar heen (politie, justitie) gaven haar niet de juiste informatie
- Het was een gemeenschappelijke beslissing
- Het was (ook) de verantwoordelijkheid van de demonstranten
- Demonstreren is een grondrecht
- Racisme is te belangrijk om een demonstratie niet door te laten gaan
- Afblazen met politiegeweld was veel erger geweest (een SP-kiezer: “Als ze het wilde stoppen met een politiemacht dan was het hek echt van de dam geweest”)
Nederlanders én Amsterdammers: vooral Halsema en organisatie verantwoordelijk
Als een lijst wordt voorgelegd met de vraag: “Wie is volgens u vooral verantwoordelijk voor de te drukke demonstratie tegen racisme op de Dam van 1 juni?” worden burgemeester Halsema (65%) en de organisatie (62%) als hoofdverantwoordelijken aangewezen. Op afstand volgen de Amsterdamse politie (25%), minister Grapperhaus (15%) en iemand anders (vooral de betogers; 16%). Ook Amsterdammers wijzen burgemeester Halsema (47%) en de organisatie (48%) vooral aan als de hoofdverantwoordelijken.
Verantwoording
I&O Research voerde dit landelijk representatief onderzoek uit onder 3.152 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek vond plaats van vrijdag 5 tot maandagochtend 8 juni 2020. In de steekproef zaten 149 personen uit Amsterdam.
Het volledige rapport
Download het rapport voor alle uitkomsten van het onderzoek.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur