Gemeenten zijn niet klaar voor invoering Omgevingswet
Ruim een derde van de gemeentelijke contactpersonen geeft aan dat hun gemeente onvoldoende personeel heeft om de vereisten van de Omgevingswet te vertalen in een goed werkend digitaal stelsel en om de werking ervan te testen. Invoering per 1 januari heeft volgens zo’n 40 procent van de contactpersonen ernstige gevolgen voor de dienstverlening aan burgers. Bij invoering verwacht 48 procent nieuwe vertraging op essentiële dossiers zoals de woningbouwopgave.
De Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
De Omgevingswet bundelt en moderniseert 26 wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Deze regelgeving omvat ook de zogenaamde bruidsschat, een veelheid aan tot nu toe landelijk geldende regels voor bijvoorbeeld toegestane geluidshinder, waar gemeenten hun eigen locatiespecifieke afweging in mogen maken. De wet is al wel aangenomen maar nog niet in werking getreden. De Eerste Kamer besluit in oktober 2022 over de inwerkingtreding. Het DSO is een digitale loket (Omgevingsloket) waar initiatiefnemers, overheden en belanghebbenden snel kunnen zien wat is toegestaan in de fysieke leefomgeving. Het DSO vervangt bij de inwerkingtreding van de wet de bestaande toepassingen: Omgevingsloket online, Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) en ruimtelijkeplannen.nl. Als je als burger of als ontwikkelaar een vergunning wil aanvragen voor bijvoorbeeld het bouwen van een woning (een omgevingsvergunning), dan vindt binnen het DSO zowel de indiening, de beoordeling als de besluitvorming plaats. Dit betekent dat je via het DSO de status van je aanvraag kunt volgen, maar ook dat de gemeente binnen dat stelsel kan beoordelen of de vergunningaanvraag compleet is en of die aan de voorwaarden van het omgevingsplan voldoet. Soms zijn daar ook voorwaarden en processen van andere partijen bij betrokken (bijvoorbeeld de omgevingsdienst, de provincie of het waterschap). Ook zij moeten de aanvraag binnen dat stelsel kunnen beoordelen. Die andere partijen heten ketenpartners.
Eerste Kamer besluit in oktober over invoering
De Omgevingswet zou (na eerder uitstel) eigenlijk per 1 januari 2021 in werking treden. De Eerste Kamer had destijds te veel bezwaren om de inwerkingtreding definitief vast te stellen. De belangrijkste bezwaren betroffen de werking van het DSO. De Eerste Kamer debatteert op 1 november 2022 of de bezwaren die zij had, voldoende zijn weggenomen om de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2023 definitief vast te stellen.
Het DSO functioneert nog niet naar verwachting
Bijna alle contactpersonen zien resterende uitdagingen voor het DSO. De belangrijkste is volgens twee derde dat de keten van concept–omgevingsplanwijzigingen tot en met vastgestelde omgevingsplanwijziging onvoldoende getest is. Daarnaast is ook het systeem volgens hen nog onvoldoende stabiel (volgens zes op de tien) en is de keten van omgevingsplanwijziging – toepasbare regels – vergunningverlening nog onvoldoende getest (ook zes op de tien). Twee procent geeft aan dat hun gemeente klaar is voor de aansluiting op het DSO en ziet geen resterende uitdagingen.
Figuur 1 – Wat zijn voor de aansluiting op het DSO de belangrijkste resterende uitdagingen? (n=177)
Twee citaten van respondenten illustreren de problemen:
“We zijn te veel tijd kwijt aan het ‘hoe’, zelfs samen met de VNG in een wekelijkse werkplaats, en we komen niet toe aan het ‘wat’. (…) We moeten over elk ruimtelijk beleidsthema gaan nadenken en de regels opnieuw uitvinden. Beleidsneutraal is eigenlijk geen optie omdat de Omgevingswet verlangt dat je je afvraagt welke activiteiten vind ik op welke plek aanvaardbaar en dat is bij een bestemmingsplan alleen heel plaatselijk beoordeeld. Dan vertalen naar het omgevingsplan, annoteren (compleet nieuw vak) en zorgen dat het op de juiste manier in het DSO verschijnt.”
“(…) Bovendien zijn vragenbomen van gemeente, waterschap, provincie, rijk nog helemaal niet op elkaar afgestemd. Het oefenen met ketenpartners, inclusief de gemaakte regionale samenwerkingsafspraken, begint nu eindelijk een beetje te lopen. De resterende tijd is te kort.”
Resterende uitdagingen zo wezenlijk dat uitstel nodig is
Zijn de resterende uitdagingen dermate ernstig dat dit zou moeten leiden tot uitstel van invoering van de Omgevingswet? Bijna 70 procent van de respondenten vindt dat de Omgevingswet niet ingevoerd moet worden per 1 januari 2023. Daarnaast geeft 16 procent aan dat de Omgevingswet wel ingevoerd zou moet worden per 1 januari 2023. Vijftien procent geeft aan dit nog niet te weten. Er zijn hierbij geen significante verschillen tussen contactpersonen van kleine en grotere gemeenten.
Figuur 2 – Zou de Omgevingswet per 1 januari 2023 ingevoerd moeten worden? (n=177)
En wat zou het betekenen voor de dienstverlening aan burgers op het gebied omgevingsplanwijzigingen, vergunningverlening, toezicht en handhaving als de Omgevingswet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd? Bijna geen contactpersoon verwacht dat de dienstverlening aan burgers stabiel is en op niveau van voor de invoering. Ongeveer een kwart van de respondenten geeft aan dat er enkele hick-ups zullen zijn, maar in het algemeen is de dienstverlening op orde. Circa 40 procent geeft aan een aantal serieuze problemen in de dienstverlening te verwachten. Daarnaast geeft 14 procent aan dat de dienstregeling sterk ontregeld zal zijn en er geen oplossing op korte termijn voorhanden is. Tot slot verwacht ongeveer een kwart van de respondenten dat het chaos wordt.
Figuur 3 – Hoe schat u de situatie in in uw gemeente als de Omgevingswet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd (n=177)
Bijna de helft van de contactpersonen (45%) verwacht dat invoering op 1 januari 2023 leidt tot nieuwe vertraging op essentiële dossiers zoals de woningbouwopgave. Een respondent formuleert dat als volgt:
“Het totale pakket aan wijzigingen is te omvangrijk om overal voldoende op voorbereid te kunnen zijn, er is nog onvoldoende kunnen oefenen met DSO en eigen software. De niet-overheidspartijen (bouwprofessionals, architecten, stedenbouwkundigen, particulieren) zijn nog totaal niet voorbereid op deze ingrijpende wijziging van het hele stelsel.”
Verantwoording
I&O Research peilde in opdracht van Binnenlands Bestuur hoe gemeenten aankijken tegen invoering van de Omgevingsweg per 1 januari 2023 en hoe zij vinden dat het DSO werkt in hun gemeente. De vragenlijst is verspreid onder de gemeentelijke contactpersonen van twee softwareleveranciers van het DSO, waaronder Tercera die de grootste leverancier is. In de periode van 22 augustus tot en met 11 september vulden 219 gemeentelijke contactpersonen de vragenlijst in. Na beoordeling van de input bleek dat de vragenlijst met name in de laatste onderzoeksweek verder is verspreid, wat selectiviteit in de beantwoording kan opleveren. Om die selectiviteit uit te sluiten, zijn alleen de 177 respondenten die in de periode van 22 augustus tot en met 4 september deelnamen meegenomen in de verdere analyse. De uitkomsten zijn gewogen naar gemeentegrootte.
Het rapport
Download hier het volledige rapport Invoering Omgevingswet: is iedereen er klaar voor?
Ester Hilhorst
Onderzoeksadviseur
Thijs Lenderink
Senior onderzoeksadviseur