Een ruime voldoende voor het werk van de Waarderingskamer
De Waarderingskamer is het zelfstandig bestuursorgaan (zbo) dat toeziet op de uitvoering van de Wet WOZ (Wet waardering onroerende zaken). Elke woningbezitter krijgt jaarlijks te maken met de Wet WOZ, op basis waarvan de hoogte van de te betalen gemeentebelasting bepaald wordt. Die waardebepaling is complex en toezicht hierop door een onafhankelijk orgaan is essentieel.
Een groot aantal taken en verantwoordelijkheden rondom de WOZ-uitvoering is belegd bij gemeenten, al dan niet opererend in een samenwerkingsverband. Daarnaast heeft de Waarderingskamer onder andere te maken met afnemers van waarderingsgegevens, belangenorganisaties van burgers en bedrijven, WOZ-dienstverleners en beheerders van andere basisregistraties. Een goed beeld van de perceptie en toekomstverwachtingen van de WOZ-uitvoerders en stakeholders, ten aanzien van de Waarderingskamer, is onmisbaar voor het bepalen van de juiste strategie. I&O Research heeft eind 2021 voor de tweede keer een stakeholdersonderzoek uitgevoerd onder organisaties en partijen in het directe netwerk van de Waarderingskamer.
Sterke eigenschappen: integer, samenwerkend, meedenkend, duidelijk en adviserend
De waarderingskamer wordt ervaren als integer, samenwerkend, meedenkend, duidelijk en adviserend. Aan deze sterke eigenschappen van de Waarderingskamer wordt door WOZ-uitvoerders tevens veel belang gehecht. Deze vormen daarmee de kracht van de Waarderingskamer en mogen meer worden benadrukt in de externe communicatie. De WOZ-uitvoerders zien de Waarderingskamer, in lijn met het vorige onderzoek, ook als WOZ-expert, gezaghebbend en onafhankelijk. Dit zijn kernwaarden die de Waarderingskamer in de basis moet borgen (en dat ook doet). De stakeholders zien de Waarderingskamer verder als professioneel, deskundig en meedenkend. Het persoonlijke contact ervaren zij als erg prettig. WOZ-uitvoerders zijn – net als in 2015 – erg tevreden over de inspecties en bezoeken op de (digitale) werkplek. De deskundigheid van de onderzoekers van de Waarderingskamer wordt zeer hoog gewaardeerd.
Door de jaren heen krijgt de Waarderingskamer voor haar werk een ruime voldoende (7+) van de WOZ-uitvoerders. Dit is een steun in de rug voor de organisatie en is het stabiele rapportcijfer passend bij een toezichthoudend orgaan dat gebaat is bij rust en stabiliteit, en langjarige relaties onderhoudt met het veld. Anderzijds biedt dit rapportcijfer ook ruimte voor verbetering.
Minder passend: transparantie, belangenbehartiging, empathie, slagvaardig en verbindend
Deze eigenschappen worden door WOZ-uitvoerders als minder bij de Waarderingskamer passende kwalificaties gezien, maar betreffen wel eigenschappen waaraan belang wordt gehecht. Niet alle WOZ-uitvoerders vinden het duidelijk op basis van welke criteria de Waarderingskamer toezicht houdt. Ondanks het vertrouwen dat de Waarderingskamer bij WOZ-uitvoerders geniet, is de tevredenheid voor de wijze waarop de Waarderingskamer haar toezicht uitoefent, afgenomen ten opzichte van 2015. Dit wordt toegeschreven aan de verdere professionalisering die het toezicht van de Waarderingskamer heeft doorgemaakt, waardoor – in de ogen van WOZ-uitvoerders – meer en gedetailleerdere gegevens aangeleverd moeten worden.
Spanningsveld 1: belangenbehartiging versus toezichthouder
We zien dat driekwart (74%) van de WOZ-uitvoerders vindt dat de Waarderingskamer hen benadert als gelijkwaardige gesprekspartner. Ook vindt een meerderheid (55%) dat de Waarderingskamer hen proactief informeert over (voor hen) relevante ontwikkelingen. Een substantiële minderheid van 35-40 procent van de WOZ-uitvoerders is van mening dat de Waarderingskamer voldoende aan belangenbehartiging voor gemeenten doet en/of duidelijk positie inneemt. Ook vinden maar weinig WOZ-uitvoerders dat de stem van gemeenten goed doorklinkt bij de Waarderingskamer.
Er lijkt enerzijds sprake te zijn van een verkeerde verwachting aan de kant van de WOZ-uitvoerders, dat de Waarderingskamer de belangen van gemeenten behartigt. Een voorbeeld uit de praktijk is de verwachting bij een deel van de WOZ-uitvoerders dat de Waarderingskamer een duidelijker standpunt moet innemen en meer invloed moet uitoefenen ten aanzien van no cure no pay bureaus die namens burgers bezwaar indienen tegen de taxatie van de woningwaarde. Anderzijds is sprake van tegengestelde belangen tussen de WOZ-uitvoerders en andere stakeholders. Bijvoorbeeld afnemers van waarderingsgegevens zien toezichthouden als de primaire taak van de Waarderingskamer. Andere rollen die de Waarderingskamer vervult, mogen van hen niet ten koste gaan van deze primaire taak.
Spanningsveld 2: kwaliteit versus efficiëntie van het toezicht
Een tweede spanningsveld dat naar voren komt is enerzijds de noodzaak vanuit de toezichthoudende rol van de Waarderingskamer om hoge eisen te stellen aan de WOZ-uitvoering, en anderzijds de wens tot een (kosten)efficiënte uitvoering aan gemeentezijde. Drie op de tien WOZ-uitvoerders vinden dat de Waarderingskamer eisen stelt waaraan men niet kan voldoen. Ook krijgen WOZ-uitvoerders soms het gevoel dat veranderingen eenzijdig worden opgelegd, terwijl het de gemeenten veel tijd en geld kost. Het doel van de verandering is hierbij niet altijd vooraf duidelijk. Een voorbeeld uit de praktijk is de vragenlijst/voortgangsinventarisatie. WOZ-uitvoerders ervaren het invullen als een flinke belasting waarbij men het tijdsbeslag niet in verhouding vindt staan tot het nut.
Gewenste rol Waarderingskamer bij nieuwe ontwikkelingen hangt sterk af van eigen belangen
Stakeholders (inclusief WOZ-uitvoerders) hebben behoorlijk verschillende opvattingen over de rol die de Waarderingskamer volgens hen moet innemen ten aanzien van (nieuwe) ontwikkelingen. Dit verschil heeft te maken met de relatie die men met de Waarderingskamer heeft, en hoe de organisatie waarin men werkzaam is zich verhoudt tot de WOZ. WOZ-uitvoerders zien bij de belangrijke ontwikkelingen in het werkveld vooral een rol weggelegd voor de Waarderingskamer als kenniscentrum. Terwijl afnemers er juist belang bij hebben dat de Waarderingskamer goed toezicht houdt op gemeenten en in de toekomst blijft houden, omdat deze partijen baat hebben bij een correcte WOZ-waarde. De Waarderingskamer moet zich dus in haar werkzaamheden zien te verhouden tot deze wisselende belangen.
Tot slot
De uitkomsten van het onderzoek leggen het spanningsveld bloot van de verschillende rollen die de Waarderingskamer heeft. Belangenbehartiging en empathie/verbinding kunnen in sommige situaties op gespannen voet staan met onafhankelijk toezicht. Hetzelfde geldt voor kwaliteit en efficiëntie. De uitdaging voor de Waarderingskamer ligt in het vinden van een balans tussen rekening houden met de pragmatische leefwereld van gemeenten, het onderhouden van prettige contacten, en het bewaken van voldoende afstand en objectiviteit voor de toezichthoudende rol.
Verantwoording
Dit onderzoek is uitgevoerd door de inzet van verschillende methoden: oriënterende diepte-interviews, een online enquête onder alle Nederlandse gemeenten, verdiepende interviews met 20 professionals en een focusgroep met WOZ-uitvoerders. Aan de online vragenlijst namen 121 WOZ-uitvoerders van gemeenten en samenwerkingsverbanden deel. Zij vertegenwoordigen naar schatting 266 Nederlandse gemeenten.
Het rapport
Het rapport, alsmede de reactie van de Waarderingskamer, is hier te vinden.
Frank ten Doeschot
Onderzoeksadviseur