Eén op zes meisjes ervaart ongewenst seksueel gedrag op school
Onder meisjes en jonge vrouwen van 13 tot 25 jaar ervaart één op de zes seksueel ongewenst gedrag op school. Dit blijkt uit onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde voor Plan International. Deze ervaringen leiden tot onveiligheidsgevoelens, concentratieproblemen en verminderde schoolprestaties.
Omvang van het probleem
In opdracht van Plan International voerde Ipsos I&O onderzoek uit naar ervaringen van seksueel ongewenst gedrag op school onder 1.060 meisjes tussen 13 en 25 jaar oud. Een kwart (24%) van deze groep heeft wel eens ongewenst seksueel gedrag ervaren op school of twijfelt hierover. Eén op de zes (16%) is zeker van haar ervaring, terwijl 9 procent twijfelt of zij ongewenst seksueel gedrag heeft ervaren. De eerste confrontatie met dit gedrag vindt meestal plaats tussen de 13 en 18 jaar.
Vormen van ongewenst gedrag
Vaak gaat het om gedrag zonder fysieke aanraking, zoals seksueel getinte opmerkingen (63%) of seksueel getinte ‘grappen’ (52%), 85 procent maakte minimaal één van deze twee situaties mee. Bij 42 procent van de incidenten is er sprake van fysiek contact, waaronder onnodig lichamelijk contact (31%).
Figuur 1. Top 5 meest ervaren gedragsvormen (Basis: seksueel ongewenst gedrag ervaren; meerdere antwoorden mogelijk, n=258)

Eén op de vier vertoners is een mannelijke docent
De meeste incidenten (73%) worden veroorzaakt door medeleerlingen of -studenten, voornamelijk mannelijk. In een kwart (27%) van de gevallen is een mannelijke docent degene die het gedrag vertoont. Klaslokalen (36%), pauzes (39%) en tussenuren (30%) zijn de meest voorkomende settings voor dit gedrag.
Gebrek aan voorlichting en (kennis over) meldingsmogelijkheden
Een aanzienlijk deel (39%) van meisjes en vrouwen tussen de 13 en 25 jaar heeft nooit voorlichting gehad over ongewenst seksueel gedrag op school. Vier op de tien (43%) weten niet waar ze dergelijk gedrag kunnen melden.
Impact op meisjes en vrouwen
Een op de drie meisjes/vrouwen rapporteert een groter onveiligheidsgevoel (34%), toegenomen onzekerheid (29%), en gevoelens van schaamte (28%). In sommige gevallen leidt dit tot vermijdingsgedrag, zoals het uit de weg gaan van bepaalde schoolplekken (10%) of (sociale) schoolactiviteiten, of er ontstaan concentratieproblemen (10%).
Figuur 2. Top 5 meest genoemde effecten van het ervaren gedrag (Basis: seksueel ongewenst gedrag ervaren; meerdere antwoorden mogelijk, n=258)

Nauwelijks officiële meldingen gemaakt
Hoewel 67 procent van de slachtoffers de onaangename ervaring met iemand deelt, is dat meestal bij een vriend(in) of medeleerling. Een op de drie (29%) meldt het bij niemand. Een derde (33%) meldt het bij een volwassene, zoals een medewerkers van school, familielid of professional.
Redenen om niet te melden zijn onder andere het gevoel dat het incident niet ernstig genoeg is, of de overtuiging dat er toch niets aan gedaan kan worden.
Vier op de tien (42%) van de meisjes en vrouwen die hun ervaring bij een professional gemeld hebben, geven aan dat er daarna geen actie is ondernomen.
Mogelijke oplossingen voor een veiligere schoolomgeving
Meisjes en jonge vrouwen stellen zelf diverse acties voor om scholen en opleidingen veiliger te maken:
1. Verbeter de voorlichting en educatie over ongewenst seksueel gedrag
2. Stel laagdrempelige en duidelijke meldpunten in
3. Maak het onderwerp binnen schoolgemeenschappen bespreekbaar
4. Implementeer strengere maatregelen en consequenties voor daders
Daarnaast wordt de rol van jongens en mannen benadrukt: 90 procent van de ondervraagde meisjes en vrouwen denkt dat het helpt als zij meer leren over wat seksueel ongewenst gedrag is en zich vaker uitspreken tegen dit gedrag. Er wordt echter ook benadrukt dat alle genders een rol spelen bij de aanpak van dit probleem.
Verantwoording
Via het I&O Research Panel zijn 16- tot en met 25-jarige vrouwen direct benaderd. Daarnaast zijn 13- tot en met 15-jarigen via hun ouders, die panellid zijn van het I&O Research Panel, gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. Ook is gebruik gemaakt van een extern panel om aanvullend de doelgroep te benaderen. De vragenlijst is uiteindelijk ingevuld door 1.060 meisjes tussen 13 en 25 jaar oud. De resultaten zijn door weging representatief voor de populatie wat betreft de gewogen kenmerken op leeftijd, opleidingsniveau en regio.

Judith van Werkhooven
Onderzoeker

Roy van der Hoeve
Onderzoeksadviseur