Draagvlak voor strengere handhaving vuurwerk gegroeid

De steun van Nederlanders voor een verdere aanscherping van het vuurwerkbeleid is op een aantal punten toegenomen. Het aandeel Nederlanders dat pleit voor een verdere beperking van de afsteektijden is in het afgelopen jaar gegroeid van 29 naar 33 procent.
07 december 2017 | Laurens Klein Kranenburg & Frank ten Doeschot

Peiling I&O Research vuurwerk en de jaarwisseling 2017

De steun van Nederlanders voor een verdere aanscherping van het vuurwerkbeleid is op een aantal punten toegenomen. Het aandeel Nederlanders dat pleit voor een verdere beperking van de afsteektijden is in het afgelopen jaar gegroeid van 29 naar 33 procent. Deze stijging doet zich met name voor onder mensen die geen vuurwerk afsteken. Daarnaast is het draagvlak voor strengere handhaving van het verbod op illegaal vuurwerk toegenomen. De steun onder Nederlanders was hiervoor al ruim, maar deze is verder gestegen van 72 naar 77 procent. Opvallend is dat vooral vuurwerkafstekers deze maatregel vaker zijn gaan steunen. Was in 2016 54 procent hier voorstander van, inmiddels vindt een ruime meerderheid (63 procent) van de vuurwerkafstekers dat er strenger mag worden gehandhaafd op illegaal vuurwerk. ‘Keurige vuurwerkafstekers’ pleiten dus voor strenger optreden tegen degenen die zich niet aan de regels houden.

Toename vuurwerkoverlast, maar lage meldingsbereidheid

De overlast die Nederlanders ervaren, is sinds 2015 toegenomen. Het aandeel Nederlanders dat ‘altijd’ of ‘meestal’ overlast ervaart, is gestegen van 28 procent in 2015 naar 36 procent in 2017. Tegelijkertijd is de bereidheid om melding te doen van overlast laag: slechts 15 procent van degenen die weleens overlast hebben ervaren, maakt hiervan melding. Als mensen overlast melden, doen zij dat vooral bij de politie of het online Meldpunt Vuurwerkoverlast.

Meerderheid wil vuurwerkverbod in combinatie met centrale vuurwerkshow

Een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren kan rekenen op de steun van 47 procent van de Nederlanders. Als een algemeen verbod wordt gecombineerd met een vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente komt het aandeel voorstanders uit op een meerderheid van 53 procent.
De steun voor vuurwerkvrije zones is sinds 2015 onverminderd groot (70 procent of meer).

Links-rechtstegenstelling zichtbaar in mening over vuurwerkverbod

De mening over een particulier vuurwerkverbod wordt sterk beïnvloed door partijvoorkeur. Kiezers van linkse partijen (Partij voor de Dieren, GroenLinks, SP en PvdA) zijn per saldo voorstander van een algeheel vuurwerkverbod voor particulieren. Ter rechterzijde zien we dat kiezers van de PVV, FvD, CDA en VVD per saldo tegen zijn.

Professionele vuurwerkshow blijft populairste alternatief bij particulier vuurwerkverbod

Als er een verbod zou komen op het afsteken van vuurwerk door particulieren, geeft 63 procent de voorkeur aan een professionele vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente (en betaald door diezelfde gemeente). Ook in eerdere jaren stond dit evenement met stip op nummer één. De andere alternatieven, zoals een groot vreugdevuur, popconcert of gezamenlijk eten, volgen op grote afstand. Voor een op de zeven Nederlanders is er geen alternatief nodig.

Gedragseffecten vuurwerkshow en –verbod stabiel

Ruim een kwart van de vuurwerkafstekers zou ‘zeker’ of ‘waarschijnlijk’ stoppen met vuurwerk afsteken als er een professionele vuurwerkshow op een centrale plaats wordt georganiseerd. Komt er een algeheel verbod, dan stijgt dit percentage tot 57 procent. Dit beeld is sinds 2014 stabiel.

Stadsdialoog: prima initiatief, maar minderheid zou zelf deelnemen

In enkele steden is geëxperimenteerd met verschillende participatievormen om burgers mee te laten praten (en beslissen) over het vuurwerkbeleid. Zo is in Enschede gewerkt met een Stadsdialoog Vuurwerk, waarbij inwoners konden meepraten over de omgang met vuurwerk en de beperking van overlast tijdens oud en nieuw. Degenen die door loting waren aangewezen, hebben zelf gestemd over de voorstellen, die de gemeenteraad in principe overneemt.

Het overgrote deel van de Nederlanders (73 procent) vindt een dergelijke stadsdialoog een goed initiatief. Niettemin is de bereidheid om zelf aan een stadsdialoog over vuurwerk en de jaarwisseling deel te nemen een stuk kleiner. In totaal zou 8 procent naar eigen zeggen ‘zeker’ deelnemen en een kwart ‘waarschijnlijk’. Onder degenen die dit een (heel) goed idee vinden, zou 10 procent ‘zeker’ deelnemen. We weten niet of zij daadwerkelijk gaan meedoen als zij worden uitgenodigd. Er zijn diverse redenen waarom mensen niet willen deelnemen. Sommige inwoners hebben geen tijd of interesse, terwijl een ander deel vindt dat het democratisch gekozen gemeentebestuur hierover moet beslissen. Daarnaast zijn er ook Nederlanders die het nut van dergelijke dialoogsessies in twijfel trekken, bijvoorbeeld omdat het weinig tot niets aan de uitkomsten verandert.

Minder animo voor vrijwillige vuurwerkvrije zones

Hoewel men over het algemeen voorstander is van (verplichte) vuurwerkvrije zones, vinden Nederlanders het per saldo geen goed idee om ‘vrijwillige’ vuurwerkvrije zones in te stellen. Bij vrijwillige vuurwerkvrije zones geldt er geen verbod, maar wordt er wel met borden aangegeven dat vuurwerk afsteken niet gewenst is. Bewoners zouden hierop zelf moeten toezien. Vier op de tien Nederlanders vinden dit een slecht initiatief, tegen drie op de tien Nederlanders die dit wél een goed idee vinden. De animo voor dit plan is in vergelijking met vorig jaar afgenomen, met name onder inwoners van gemeenten zonder vuurwerkvrije zones.

Afsteekgedrag stabiel

Er is weinig verandering in het afsteekgedrag van Nederlanders. Het aandeel Nederlanders dat (waarschijnlijk) vuurwerk gaat afsteken tijdens de komende jaarwisseling is stabiel op 19 procent. Jongeren tot 25 jaar steken het vaakst vuurwerk af (45%), 65-plussers het minst.

Vuurwerk afsteken vooral populair in noorden en oosten van Nederland

De traditie van het vuurwerk afsteken leeft het meest in de niet-stedelijke gebieden, vooral in het noorden en oosten van Nederland. De top 5 van regio’s bestaat uit Zuidoost-Friesland (35%), Overig Groningen (35%), de Achterhoek (32%), Zuidwest-Overijssel (32%) en Oost-Groningen (31%). Gemiddeld bedraagt het percentage vuurwerkafstekers in de niet-stedelijke gebieden 21 procent. In de zeer verstedelijkte gebieden is dit 15 procent.

Vuurwerktraditie leeft het meest in grensregio’s

De vuurwerktraditie leeft bovengemiddeld in de grensregio’s van Nederland. Inwoners van Zuidwest-Drenthe, Limburg, de Achterhoek, Twente en Oost-Groningen vinden relatief vaak dat het afsteken van vuurwerk een mooie traditie is die in stand moet worden gehouden. Deze mening wordt overigens ook gedeeld door enkele regio’s die niet tot het grensgebied kunnen worden gerekend, zoals Alkmaar en omgeving, en Delft en Westland.

Verantwoording

I&O Research voerde van donderdag 16 tot en met zondag 26 november 2017 een online onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van Nederlanders met betrekking tot vuurwerk en de jaarwisseling. In deze periode werkten 3.339 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee aan het onderzoek. I&O Research heeft een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in 2014 (26-28 december 2014), 2015 (3-8 december 2015) en 2016 (1-5 december 2016). Daar we vermoeden dat verschillen in de veldwerkperiode van invloed zijn op de uitkomsten (zgn. ‘periode-effecten’) is dat in de rapportage aangegeven.

Klik hier voor het artikel op de website van Binnenlands Bestuur.

Klik hier voor een artikel op AD.nl over de angst voor vuurwerk: “Ik ga echt niet naar buiten met al dat vuurwerk”.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Laurens Klein Kranenburg

Senior onderzoeker

afbeelding

Frank ten Doeschot

Onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.