De elite, dat is de ander

Er gaapt een kloof tussen de elite en het volk. Het is een vaak gehoorde klacht. Veel Nederlanders zeggen die kloof ook te herkennen. Maar wie die elite en dat volk precies zijn, is minder helder.
01 maart 2017 | Peter Kanne

Er gaapt een kloof tussen de elite en het volk. Het is een vaak gehoorde klacht. Veel Nederlanders zeggen die kloof ook te herkennen. Maar wie die elite en dat volk precies zijn, is minder helder.
Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Algemeen Dagblad, Tubantia en andere regionale kranten. Vandaag: deel 3 van het onderzoek ‘Kiezen in stad en land’.

Door Hans van Soest (AD)
Het is misschien wel het meest gebruikte woord deze verkiezingscampagne. PVV-leider Wilders zegt af te willen rekenen met de elite. Denk-voorman Kuzu roept dat de elite zijn partij uit de Tweede Kamer probeert te houden. En volgens SP-lijsttrekker Roemer heeft de elite geen idee meer wat er leeft in het land. Er is een voedingsbodem voor het sentiment dat de machthebbers de gewone man uit het oog zijn verloren. Een op de drie Nederlanders (35 procent) herkent de tegenstelling elite versus volk, blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van deze krant.
Maar uit het zelfde onderzoek blijkt ook iets anders opvallends. Slechts 6 procent van de Nederlanders voelt zich horen bij die elite en slechts een derde (31 procent) rekent zich tot het volk. Meer dan de helft afficheert zich liever met geen van beiden. ,,Grappig,’’ vindt Jan Latten van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). ,,Want hoewel er geen echte betekenis is van het woord elite, kun je er wel van uitgaan dat die groter is dan 6 procent van de bevolking. Het woord elite heeft een negatieve betekenis gekregen, waar we ons kennelijk liever niet mee associëren. Het past niet in ons Nederlands ideaalbeeld van gelijkheid, dus plaatsen we ons allemaal liever ergens in de middenmoot.’’
Er bestaat geen eenduidige definitie van het begrip elite. Volgens Latten is je opleiding de belangrijkste graadmeter of je ertoe behoort of niet: ,,De elite bestaat vooral uit mensen die naar het hbo of universiteit zijn gegaan, die zich makkelijk redden in deze snel globaliserende wereld. De diplomabezitters hebben over het algemeen een hoger inkomen, worden eerder bestuurder of rechter. Zo’n 28 procent van de bevolking is hoger opgeleid.’’
Peter Kanne van I&O Research ziet opleiding ook als belangrijke graadmeter voor verschillen in de samenleving. Hoger opgeleiden zien zichzelf dan ook vaker (13 procent) als elite dan langer opgeleiden (2 procent). ,,Maar toch snap ik wel dat maar zo weinig Nederlanders zichzelf als elite zien’’ zegt hij. ,,Bij elite denk je gevoelsmatig toch aan mensen die invloed kunnen uitoefenen. Niet iedereen die heeft gestudeerd, kan dat.’’ Omgekeerd zijn de mensen die zich rekenen tot ‘het volk’ bovengemiddeld vaak lager opgeleid.

Wereldbeeld

De tegenstelling elite-volk zegt iets over de manier waarop mensen in het leven staan, zo blijkt uit het onderzoek. Kiesgerechtigden die zichzelf tot het volk rekenen zijn veel cynischer over de politiek dan de elite. Ze vinden dat de regering vooral werk moet maken van betere zorg, goede sociale voorzieningen en een strenger immigratiebeleid. Daarvan laten ze ook hun stemkeus afhangen op 15 maart. Het ‘volk’ stemt vaak PVV of SP.
Wie zich indeelt bij het volk, vindt ook dat politici zich meer onder de mensen moeten begeven (79 procent). Voelt zich onvoldoende vertegenwoordigd in de Tweede Kamer (68 procent) en denkt dat politici alleen in je stem geïnteresseerd is en niet in je mening (75 procent).
Dit wereldbeeld staat haaks op dat van de personen die zich rekenen tot de elite. Die groep wil vooral dat de regering zorgt voor een respectvolle samenleving, al is de zorg ook belangrijk. Daarnaast hechten ze – veel meer dan gemiddeld – aan duurzaamheid en gezonde overheidsfinanciën. En ze hebben veel vertrouwen in de politiek: 86 procent vindt het goed dat er een groep deskundigen is die het land bestuurt en heeft daar ook respect voor. Tweede Kamerleden achten ze in driekwart van de gevallen ‘betrouwbaar’. Ze hebben ook het gevoel dat ze invloed kunnen uitoefenen op de regeringspolitiek (67 procent). De ‘elite’ stemt VVD, D66 of GroenLinks.
,,Die verschillen worden steeds pregnanter,’’ zegt Kanne. ,,Nederland is van oudsher een egalitair land, waarin we solidair zijn met elkaar. Maar in de loop der jaren is er een kloof ontstaan. Mensen met een hogere opleiding kunnen meer invloed uitoefenen op het bestuur, wat we ook wel de diplomademocratie noemen. Mensen voelen dat. De solidariteit staat er door onder druk.’’
Hoe erg het probleem elite-volk is, komt het best naar voren uit het antwoord op de stelling: “De landelijke politiek moet proberen de kloof tussen ‘elite’ en ‘volk’ te dichten”. Mee eens, zegt 84 procent van ‘het volk’, terwijl dat bij de ‘elite’ slechts 54 procent is. Waar de ene bevolkingsgroep dus smacht naar meer invloed en verandering, vindt een groot deel van de andere bevolkingsgroep het allemaal wel best zoals het nu is.
En het rare is dat die kloof alleen maar breder lijkt te worden, sombert Kanne. ,,Populistische politici zeggen vaak het land terug te willen geven aan het volk. Maar slechts een derde van de “kiezers herkent zich in die benaming. De verschillen worden zo wel telkens benadrukt, maar het is de vraag aan welk volk het land dan moet worden teruggeven.’

Een biertje drinken? Het liefst met Emile Roemer

Hoe elitair vinden we onze politici eigenlijk? Uit het onderzoek van I&O Research is aan ruim 6000 Nederlanders een aantal vragen voorgelegd over de lijsttrekker waar we uit kunnen kiezen op 15 maart. De vragen zeggen iets over hoe we de politieke voormannen waarderen. Op de vraag: met wie zou ik wel eens een middagje willen shoppen, scoort Denk-voorman Kuzu het slechtst. Slechts 2 procent zou dat wel eens leuk lijken. Dat doen we liever met Jesse Klaver (25 procent) of Mark Rutte (24  procent). Een biertje drinken we dan weer het liefst met Emile Roemer van de SP, terwijl we Gert-Jan Segers van de ChristenUnie met een gerust hart op onze kinderen laten passen.

Verantwoording
Dit blijkt uit deel 3 van het onderzoek Kiezen in Stad en Land van I&O Research in samenwerking met het AD en de regionale kranten.
In opdracht van Algemeen Dagblad, Tubantia en de andere ADR-kranten voerde I&O Research dit onderzoek uit. De centrale vraag in dit onderzoek was “welke scheidslijnen in de samenleving verklaren de houding en het kiesgedrag?” Anders gezegd: welke ‘kloven’ in de samenleving bestaan in de ogen van de kiezers, waar maakt men zich zorgen over en welke tegenstellingen zijn het meest van invloed op het stemgedrag? 

Deze en vorige week publiceren deze kranten de uitkomsten van het onderzoek.

Lees de verschillende artikelen op de websites van  de kranten:
www.ad.nl : Ons glas is halfvolSteden vs Platteland
www.tubantia.nl 
www.destentor.nl
www.bndestem.nl
www.parool.nl

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.