Blijvende steun Oekraïne; behoefte aan vredesbesprekingen
Meerderheid steunt Oekraïne onverkort
Uit alle gesloten vragen in dit onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking zich nog steeds zorgen maakt over de oorlog in Oekraïne, aan de kant van Oekraïne staat, de steun aan het bedreigde land wil handhaven en tevreden is over de manier waarop de Nederlandse regering dat tot nu toe doet.
Rusland mag niet winnen, maar Oekraïne en Rusland moeten wel gaan praten
Men is echter pessimistisch over het bereiken van een gunstig resultaat voor Oekraïne. Ruim driekwart van de Nederlanders (78%) vindt (daarom) dat ‘Oekraïne en Rusland vredesbesprekingen moeten beginnen om deze oorlog te stoppen’. Slechts 8 procent vindt van niet, de rest is neutraal of weet het niet. Kiezers van alle politieke partijen vinden dat de twee landen met elkaar moeten gaan praten om de oorlog te beëindigen.
Dat ruim driekwart vindt dat Oekraïne en Rusland vredesbesprekingen moeten beginnen om deze oorlog te stoppen moet niet uitgelegd worden als een knieval voor Rusland.
Uitzichtloosheid oorlog, dus: onderhandelen voor vrede (zonder Poetin z’n zin te geven)
Veel respondenten zeggen dat Nederland – het liefst in EU- en NAVO-verband – als één man achter Oekraïne moet blijven staan. Poetin mag niet z’n zin krijgen en Rusland mag de oorlog niet winnen, want dan staat er nog veel meer op het spel (de westerse democratie, vrede en veiligheid in zowel Oekraïne, Europa of zelfs de rest van de wereld). Men ziet echter de uitzichtloosheid van deze oorlog en daarom zeggen veel deelnemers aan het onderzoek, ook in het belang van de Oekraïense bevolking: laat de twee landen met elkaar gaan onderhandelen en om het geweld te laten stoppen. Maar wel zodanig dat Oekraïne er zo veel mogelijk uitsleept.
Een kiezer vat het zo samen:
“Dit is geen oorlog met een uiteindelijke winnaar. Het is overduidelijk dat Rusland de agressor is. Oekraïne zit geografisch op politiek gevoelig gebied. We moeten realistisch zijn en Oekraïne een zo goed mogelijk uitgangspunt geven voor vredesonderhandelingen (dat is nu wel bereikt) en deze oorlog stoppen. De hele wereld kan niet blijven bloeden voor wat meer grond.”
Aandacht verslapt iets, maar zorgen om Oekraïne blijven
Ruim anderhalf jaar na de start van de oorlog in Oekraïne is de aandacht ervoor iets afgenomen, maar toch nog zes op tien Nederlanders zeggen de oorlog op de voet of op hoofdlijnen te volgen (samen: 58%). En nog steeds zegt driekwart van de Nederlanders zich veel tot enige zorgen te maken over de oorlog.
Steun regering inzake oorlog stabiel
Ten opzichte van een jaar geleden staan Nederlanders nog ongeveer in dezelfde mate achter de manier waarop de Nederlandse regering omgaat met de oorlog in Oekraïne. Zes op tien (59%) zeggen volledig of grotendeels achter het optreden van de Nederlandse regering te staan, dat is iets meer dan in oktober (56%) en duidelijk meer dan in juli van dat jaar (52%).
Kiezers van de regeringspartijen, maar ook die van GL-PvdA en NSC staan in ruime meerderheid achter het regeringsbeleid. Dat geldt niet voor de PVV-kiezers. Zij zeggen vaker dan andere kiezersgroepen (afgezien van FvD-kiezers) dat Nederland zich niet moet bemoeien met deze oorlog. Ten opzichte van eerdere metingen is dit niet sterk veranderd.
Meer wapens hoeft niet
Een kwart (24%) van de Nederlanders vindt dat Nederland meer wapens en ander materiaal moeten leveren aan Oekraïne.
Het sturen van militairen vinden nog steeds de meeste Nederlanders geen goed idee: slechts 13 procent vindt dat Nederland op die manier Oekraïne moet helpen. Dit is stabiel met vorig jaar.
Steun voor ruimhartige opvang vluchtelingen iets afgenomen
De helft van de Nederlanders (49%) vindt dat ‘Nederland vluchtelingen uit Oekraïne ruimhartig moet opnemen’. Een op vijf (19%) is het niet eens met deze stelling, de rest oordeelt neutraal of weet het niet. Een jaar geleden was 57 procent het eens met deze stelling.
Bijna helft voor EU- en NAVO-lidmaatschap Oekraïne
Bijna de helft van de bevolking (46%) vindt dat Oekraïne ooit lid moet kunnen worden van de Europese Unie. 21 procent vindt van niet.
Deze steun (46%) is iets lager dan bij voorgaande metingen.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 6 tot maandagochtend 9 oktober 2023. In totaal werkten 2.293 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.
I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
Asher van der Schelde
Onderzoeker