Banenverlies in 2010
In 2010 is de werkgelegenheid in Nederland met 0,7% afgenomen. Dit blijkt uit cijfers van LISA, het landelijk databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaalde arbeid wordt verricht.
In 2007 en 2008 groeide de werkgelegenheid nog aanzienlijk en in 2009 was er een minimale groei van 0,2%. In de afgelopen vijftien jaar daalde het aantal banen niet eerder zo fors als vorig jaar.
Werkgelegenheid neemt af
In 2010 daalt de werkgelegenheid, na drie jaren van groei. Ten opzichte van 2009 is het aantal banen met 0,7% afgenomen; absoluut zijn dat 53.400 minder banen. Het totaal aantal werkzame personen komt in 2010 uit op ruim 8 miljoen. De trend dat het aantal vestigingen sneller groeit dan het aantal banen, is in 2010 versterkt. Het aantal vestigingen groeide vorig jaar met 3,9% aanzienlijk. Sinds 2007 telt Nederland meer dan 1 miljoen vestigingen van bedrijven en instellingen.
Groei aandeel vrouwen met fulltime baan bovengemiddeld
In de afgelopen jaren is het aantal werkzame vrouwen sneller gegroeid dan het aantal werkzame mannen. In 2010 was dit wederom het geval: het aantal werkzame vrouwen is in 2010 met 0,4% toegenomen, terwijl het aantal werkzame mannen in 2010 met 1,5% is afgenomen. De groei van het aantal werkzame vrouwen verklaart zich vooral door de groei van het aantal vrouwen met een baan van minder dan 12 uur: +0,7%. Het aantal mannen met een grote baan is evenals in 2009 gedaald (-1,9%).
Relatief grote groei “kleine banen”
In totaal betreft 86% van alle arbeidsplaatsen een activiteit van 12 uur of meer. Dit aantal “grote” banen is tussen 2009 en 2010 met 1,0% (68.100 banen) afgenomen. Het aandeel banen van minder dan 12 uur is met 1,3% (14.700 banen) gegroeid.
Banengroei vooral in de non-profit sector
In 2010 laten de meeste sectoren een afname van de werkgelegenheid zien. De bouw was de grootste relatieve daler met een afname van 4,3% (22.110 banen). De werkgelegenheid in de industrie daalt absoluut het meest: 29.150 banen (-3,2%). In het algemeen heeft de niet-commerciële dienstverlening een positieve ontwikkeling laten zien. De zorgsector had absoluut de grootste groei: er zijn 34.180 banen bijgekomen, hetgeen een groei van 2,8% betekent. De sector cultuur en recreatie groeit relatief het meest: 5,5% ofwel 8.980 banen (zie 1).
Werkgelegenheidsontwikkeling Flevoland het grootst
De provincie Flevoland heeft in de periode 2009-2010 de grootste werkgelegenheidsgroei met 0,7%. Ook Noord-Holland laat een positieve ontwikkeling zien1. Landelijk was er een afname van 0,7%. Provincies waar ook sprake was van een werkgelegenheidsdaling, maar lager dan het landelijk gemiddelde zijn Zuid-Holland, Drenthe, Zeeland en Gelderland. Met een afname van 1,6% daalde de werkgelegenheid in Noord-Brabant het meest.
1) Vanaf 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op het Handelsregister in werking getreden. Het nieuwe Handelsregister wordt de basisregistratie voor ondernemingen en rechtspersonen. Eén van de gevolgen is dat het Handelsregister ca. 15% meer inschrijvingen van ondernemingen en rechtspersonen bevat. In de periode juli 2008 – januari 2010 moeten namelijk ook ondernemingen zich inschrijven die dat voorheen niet hoefden, zoals maatschappen in de land- en tuinbouw en visserij, beoefenaars van vrije beroepen (artsen, notarissen), publiekrechtelijke rechtspersonen zoals ministeries, gemeenten en andere overheidsorganisaties. Het merendeel van deze vestigingen stond al in LISA opgenomen, maar toch blijkt nu dat door die wettelijke verplichting zich hier een (aanzienlijke) administratieve groei voordoet. Die groei doet zich voornamelijk voor bij de kleine bedrijven. Uiteraard is geprobeerd deze vestigingen zoveel mogelijk met terugwerkende kracht op te nemen, maar omdat het moeilijk is gebleken de juiste startdatum te achterhalen is dat niet altijd gelukt. De groei van het aantal vestigingen in 2010 is dus deels van administratieve aard. Dit geldt ook voor de werkgelegenheid in de culturele sector. Met name in Noord-Holland doen zich deze effecten voor.