Ambtenaar kijkt constructief maar kritisch naar kabinet Schoof

In opdracht van Binnenlands Bestuur voerde Ipsos I&O onderzoek uit naar ambtelijk vakmanschap en tegenspraak onder – met name – Rijks- en gemeenteambtenaren. Wat is het effect van het aantreden van het kabinet Schoof? Conclusie: ambtenaren volgen een en ander kritisch maar loyaal, van massaal verzet is vooralsnog geen sprake. Ambtenaren zijn niet optimistisch over het bereiken van beleidsdoelstellingen door het kabinet Schoof. Ronduit sceptisch zijn ze als het gaat om het beschermen van de natuur, het verminderen van de CO2-uitstoot, het tegengaan van discriminatie en het verkleinen van de verschillen tussen arm en rijk.
25 september 2024 | Peter Kanne & Pascale Kwakman | #bestuur #politiek

Ambtenaar kijkt het constructief professioneel maar kritisch aan

De meeste ambtenaren stellen zich afwachtend op ten opzichte van het kabinet Schoof en de invloed die dit mogelijk heeft op het beleid en hun eigen functioneren. Er is weliswaar sprake van onzekerheid, onduidelijkheid en scepsis – bijvoorbeeld over de haalbaarheid van verschillende beleidsdoelstellingen – maar de ambtenaar is bovenal een professional die het als zijn verantwoordelijkheid ziet het algemeen belang en de burger te dienen (dit geldt voor respectievelijk 95% en 91% van alle ambtenaren). De meerderheid (58%) onderschrijft de stelling “Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om de bestuurder te dienen, ongeacht diens politieke kleur”.
Veel ambtenaren verwijzen naar de ambtseed en hun dienstbaarheid aan de bestuurder “ongeacht de signatuur” en aan “de democratische rechtsstaat en het algemeen belang”. Loyaliteit aan de democratie en het bestuur dat hieruit voortkomt, staat voorop. Zo licht een Rijksambtenaar toe: “Ik vind het goed dat kabinet en beleid een reflectie zijn van gevoelens die leven in de samenleving, ook als ik zelf een andere mening heb. Dat beleid dienen wij loyaal uit te voeren.

Geen massale uitloop

Uit dit onderzoek blijkt vooralsnog niet dat ambtenaren en masse van plan zijn te vertrekken. Slechts 3 procent van alle ambtenaren overweegt “vanwege het nieuwe kabinet en haar beleid een andere baan te zoeken” en eenzelfde percentage Rijksambtenaren (3%) zegt dat te overwegen “vanwege de minister of staatssecretaris waaronder ik moet dienen”. Een eveneens bescheiden percentage van 7 procent zegt: “Ik ga met minder plezier naar mijn werk sinds het nieuwe kabinet is aangetreden.”

Dat drie op tien ambtenaren verwachten “door het nieuwe kabinet vaker met morele dilemma’s te maken te gaan krijgen” en één op tien “dat het moeilijker gaat worden morele twijfels uit te spreken op de werkvloer” is echter zorgelijk te noemen. De verschillen tussen Rijk, uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn hier heel klein.

Ambtenaar stelt democratie en rechtsstaat voorop

Ambtenaren in dit onderzoek zullen het beleid, en zeker het beleid dat ze zelf moeten voorbereiden of uitvoeren, kritisch volgen. Juist ómdat ze het algemeen belang en het belang van de burger vooropzetten. Ze beschouwen het als hun plicht om de democratie te dienen. Als toetssteen stellen ze zich de volgende vragen:

  • Komt de rechtsstaat niet in het geding?
  • Worden er geen (groepen) mensen buiten gesloten? 
  • Worden er geen mensen gediscrimineerd?
  • Zijn/blijven bestuurders integer?
  • Komt het vertrouwen dat burgers hebben in de overheid niet verder in het geding?

Tegenspraak onmisbaar onderdeel van ambtenarij; activisme stap te ver

Het is belangrijk de termen tegenspraak en activisme goed van elkaar te onderscheiden. Acht op tien ambtenaren zeggen dat het leveren van tegenspraak een onmisbaar onderdeel is van ambtelijk vakmanschap (81%). Maar voor openlijk protest is veel minder steun. Slechts vier op tien noemen het een goede zaak als ambtenaren zich openlijk uitspreken over maatschappelijke kwesties en nog minder, 30 procent, vindt dat meer ambtenaren zich openlijk moeten uitspreken over maatschappelijke kwesties.

Ambtenaar is vooral loyaal en kritisch, één op zeven noemt zichzelf activistisch

Ambtenaren zien zichzelf in eerste instantie als loyaal en in tweede instantie als kritisch. Maar liefst 81 procent onderschrijft de stelling ‘Ik ben een loyale ambtenaar’. Eén op zeven (14%) omschrijft zichzelf als activistisch.
De verschillen naar type overheid zijn verwaarloosbaar.

Figuur 1: Welk type ambtenaar bent u?
In hoeverre zijn onderstaande uitspraken op u van toepassing? “Ik ben een… loyale / kritische / activistische ambtenaar” (Waarbij 1 = helemaal niet op mij van toepassing en 5 = volledig op mij van toepassing).

Hoe kritisch of activistisch mag de ambtenaar zijn?

Als we vijf vormen van tegenspraak tot activisme voorleggen, zien we een grote variëteit in antwoorden. Bijna iedereen vindt “binnenskamers kritiek uiten op (voor)genomen besluiten van de overheidsorganisatie waar de ambtenaar zelf werkt” acceptabel, waaronder een kwart die dit onder voorwaarden acceptabel vindt. De voorwaarden die deze ambtenaren noemen, hebben betrekking op (1) vertrouwelijkheid en discretie binnen de politiek-bestuurlijke setting, (2) het doel waarmee en de wijze waarop kritiek wordt geuit (kritiek moet professioneel en constructief zijn) en (3) een veilige werksfeer.

Petitie ondertekenen: als burger acceptabel, als ambtenaar alleen in uiterste morele nood
Een petitie ondertekenen als burger tegen (voor)genomen besluiten van de overheidsorganisatie waar de ambtenaar zelf werkt, wordt door de helft ronduit acceptabel gevonden, een derde alleen onder voorwaarden. Echter, een petitie ondertekenen als ambtenaar tegen (voor)genomen besluiten van de overheidsorganisatie waar de ambtenaar zelf werkt, vindt slechts 17 procent acceptabel en 31 procent alleen onder voorwaarden. Bijna de helft (45%) vindt dit niet kunnen.

Als ambtenaren vanuit hun burgerrol een petitie ondertekenen, staat de scheiding van werk en privé voorop. Je hebt het “recht op een eigen mening” en het recht om een petitie te ondertekenen. Mits hierbij geen sprake is van belangenverstrengeling of schade aan de organisatie. Ambtenaren stellen de eis dat zij niet direct betrokken zijn bij het betreffende beleidsterrein of besluitvormingsproces. Wanneer het gaat over het ondertekenen van een petitie als ambtenaar, hangt het sterk af van de morele en ethische principes, het algemeen belang en de rechtmatigheid van beleid die in het geding zijn. Alleen in uiterste morele nood mag het, vindt een groot deel van de ambtenaren. Maar in de procedure van tegenspraak hoort een ambtenaar wel eerst zijn bezwaren intern te uiten.

Figuur 2: Welk van onderstaande situaties vindt u acceptabel voor een ambtenaar?

Demonstreren door ambtenaren acceptabel als beleid burgers benadeelt

Het enthousiasme voor demonstrerende ambtenaren is niet groot. Als een ambtenaar demonstreert tegen een (voor)genomen besluit dat burgers benadeelt, kan bijna driekwart daar (onder voorwaarden) nog mee leven. De steun voor ambtenaren die demonstreren als een (voor)genomen besluit niet overeenkomt met de opvatting van die ambtenaar is heel beperkt: 15 procent vindt het acceptabel, 41 procent onder voorwaarden.  
Ambtenaren die demonstreren onder voorwaarden acceptabel vinden, lijken zich bewust van hun positie en de mogelijke impact van hun acties op de organisatie. Ze zoeken naar een balans tussen hun recht op vrije meningsuiting en hun verantwoordelijkheid als ambtenaar:

“Demonstreren is een grondrecht ook voor ambtenaren, echter moeten zij zich hierin wel terughoudend opstellen. De democratie is namelijk ook gebaat bij een stabiele overheid.” (Rijksambtenaar)

Deze verantwoordelijkheid houdt onder andere in dat ze niet demonstreren tegen besluiten waar ze in hun werk direct bij betrokken zijn of die de organisatie kunnen schaden. Bovendien vindt men dat de ambtenaar hier transparant in dient te zijn naar zijn/haar leidinggevende.
Tot slot hoort een demonstratie binnen de wettelijke kaders plaats te vinden en mag het de openbare orde niet verstoren.

“Het moet niet te dicht bij je dagelijkse werkzaamheden liggen en demonstraties moeten altijd vreedzaam en respectvol verlopen.” (Rijksambtenaar)

Ambtenaren (nog) pessimistischer dan burgers over effectiviteit beleid kabinet Schoof

Ambtenaren zijn niet al te optimistisch over het bereiken van beleidsdoelstellingen (of andere mogelijke doelen) door het nieuwe kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Ruim de helft (55%) denkt dat het kabinet erin slaagt “onze defensie te versterken”. 

Van de overige negen voorgelegde doelen denken maximaal drie op tien dat dit zeker of waarschijnlijk gaat lukken. Relatief optimistisch (of: niet heel negatief) zijn ambtenaren over het beschermen van de democratie, traditionele waarden en veiligheid, het terugbrengen van de immigratie en het bouwen van meer woningen.

Ronduit sceptisch zijn ze – een meerderheid denkt dat dit niet gaat lukken – als het gaat om het beschermen van de natuur, het verminderen van de CO2-uitstoot, het tegengaan van discriminatie en uitsluiting en het verkleinen van de verschillen tussen arm en rijk.
Eind augustus (nagenoeg tegelijk met het onderzoek onder ambtenaren) legden we dezelfde vraag voor aan burgers. Op slechts één onderdeel (defensie versterken) zijn ambtenaren optimistischer dan burgers. Op acht van de tien terreinen is dat omgekeerd: ambtenaren verwachten minder vaak dat iets gaat lukken. Het grootst is het verschil bij het terugbrengen van de immigratie: een derde (35%) van de burgers denkt dat dat gaat lukken, onder ambtenaren is dat een vijfde (21%).

Figuur 3: In hoeverre verwacht u dat het kabinet erin slaagt om onderstaande te bereiken?
(Aandeel gaat ‘zeker/waarschijnlijk wel lukken’– ambtenaren en burgers, augustus 2024)

Ik denk dat een kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB erin slaagt…

Het gehele rapport kunt u hier downloaden.

Verantwoording

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, is een vragenlijst uitgezet in het I&O Research Panel. Alle panelleden waarvan bekend is dat ze werken bij de overheid (werkzaam bij rijksoverheid, uitvoeringsorganisatie/ZBO, gemeente, provincie of waterschap) zijn aangeschreven met de vraag om mee te doen aan het onderzoek. In totaal hebben 1.595 overheidsmedewerkers de vragenlijst ingevuld.

Op 14 augustus 2024 is een uitnodiging verstuurd. Op 21 en 30 augustus volgde een herinnering. Op 3 september 2024 sloot de dataverzameling. Er is geen weging op de data toegepast.

In het rapport laten we de uitkomsten voor het totaal zien en geven we regelmatig uitsplitsingen voor ambtenaren die werken bij de rijksoverheid, uitvoeringsorganisaties en gemeenten. Voor provincies (n=88) en waterschappen (n=47) zijn de substeekproeven aan de lage kant. Indien we hierover iets zeggen, dienen de uitkomsten als indicatief te worden gelezen.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Pascale Kwakman

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.